Frenk Klein Arfman – Schilderij en geen nootjes

Zaandam – Rond vier uur wordt zo waar heel even een beetje gedanst in het Zaans Museum. Kort, maar krachtig. Jan Hovers, directeur van het museum, gooit namelijk even zijn armen en benen los als het schilderij van ’De Poelsnip’ van Herman Heijenbrock officieel aan het museum is geschonken door Duyvis Pepsi Co.

Het is een fenomeen, dat, gechargeerd gesteld, doorgaans vooral de kop opsteekt op Koningsdag: de een zijn ouwe troep is de ander zijn schat. Want, zo vertelt Glen Godwin, directeur van Duyvis Pepsi Co: “Wij waren onze troep aan het opruimen en kwamen wat schilderijen tegen. Deze leek ons het meest belangrijke werk. Het schilderij werd ooit cadeau gegeven aan Ericus Gerardus Duyvis toen hij in 1915 veertig jaar directeur van de firma Duyvis was.’’ Omdat Duyvis Pepsi Co het belangrijk vindt iets terug te geven aan de maatschappij, dachten ze na over wie ze een plezier konden doen met het schilderij. Een blik naar de overkant van de weg was genoeg. Godwin klopte aan bij ’zijn buren’ van het Zaans Museum met de vraag, of zij wellicht interesse hadden. Het bevestigende antwoord klonk al voor de laatste klank van die vraag was weggestorven.

Curator van het museum Hester Wandel legt uit waarom het schilderij voor hen veel waarde heeft. Dat doet ze liefdevol, terwijl ze de verslaggever regelmatig even bezorgd waarschuwt als hij iets aanwijst. “Kijk uit met die pen, hè.

Dit schilderij toont de werkzaamheden ín de molen. Dat zag je niet vaak op schilderijen. Vaak waren het toch vooral rijke mensen, die geschilderd werden. Hier zie je juist de werklui.’’ Jan Hovers noemt Heijenbrock daarom even later een ’documentairemaker uit het begin van de vorige eeuw’. “Hij toonde dingen op zijn schilderijen, die anderen niet toonden.’’

De lichtinval door een raam, een wolkje verdampt water; Wandel wijst het allemaal – behoedzaam – bewonderend aan. Op zich nog mazzel, dat er een raam was, want het is verder erg donker in de molen. Dat het De Poelsnip was, werd ontdekt, omdat achter op het schilderij een briefje zat. Daarop stond dat het schilderij in 1931 te zien was tijdens een Heijenbrock tentoonstelling in het Stedelijk Museum. “Een blik in de catalogus van die tentoonstelling was vervolgens genoeg om ons vermoeden te bevestigen.

Scheur en gaatje

Ze vertelt het even later nog eens, aan de zaal waar een twintigtal genodigden van dit moment meegenieten. Onder hen ook de restaurateur van het schilderij, Femke van der Knaap van Boeijink, Boekel & Van der Knaap Schilderijenrestauratie. Zij zorgde, dat de aanslag op het schilderij alsmede ’een gaatje, een scheur en een kras’ nu niet meer zichtbaar zijn. “Een kleine twee maanden werk“, blikt ze terug. “Het was in slechte staat, maar we hebben het goed kunnen herstellen.

De toespraken en de officiële overhandiging zijn achter de rug. Pas eind september zal het doek in het Zaans Museum te bewonderen zijn. Hovers: “Dan hebben we een speciale tentoonstelling met werken van Heijenbrock. We hebben er nu acht in bezit. Maar de ’Stichting Vrienden van het werk van Herman Heijenbrock’, waarvan vandaag enkele leden aanwezig zijn, werd zo enthousiast, dat zij ons al twee werken hebben toegezegd voor die tentoonstelling.’’

Er worden hapjes en drankjes binnengebracht. En dus zou je denken, dat er Duyvis nootjes te knabbelen zijn. Immers: waar een fuif is… In plaats daarvan liggen olijven, plakjes worst en stukjes kaas op een bord. Hovers: “Uiteraard hebben wij de hapjes geregeld. Duyvis Pepsi Co. heeft ons al dat schilderij geschonken, dan is voor de hapjes zorgen wel het minste, dat wij kunnen doen.

NHD, 22 april 2019, 21:24

https://www.noordhollandsdagblad.nl/cnt/dmf20190402_93034017/schilderij-en-geen-nootjes