Erik Dijkstra – Geen Verzonnen Bull Shit, de Op Komst en Onder Gang van Fotograaf Paul Blanca

Geen Verzonnen Bull Shit, de Op Komst en Onder Gang van Fotograaf Paul Blanca

Mens & Maatschappij

Paul Blanca maakte in de jaren tachtig furore met rauwe zelf portretten. Uit de beelden spreekt angst, agressie en pijn, maar ook tederheid en verdriet. Foto’s, waar op hij een spijker door zijn hand heeft geslagen, een pijl door zijn wang gestoken of een levende rat in zijn mond neemt. Zijn werk wordt aan gekocht door internationale musea en in New York volgen ten toon stellingen. Naast het succes is er drugs en drank en soms te veel daar van. Erik Dijkstra, bekend van radio en TV, schreef een in dringend boek over Blanca, die jaren lang columns en foto’s maakte voor Nieuwe Revu. Een voor publicatie.

Paul Blanca

Als ik op vrijdag middag uit Hilversum vertrek, neem ik me voor dat ik van daag wil begrijpen, waar de zelf portretten van Paul Blanca van daan komen. Te vaak wanneer ik Blanca spreek gaat het van de hak op de tak, of is hij beneveld door de drank. ‘Ik ben gestopt met drugs,’ zegt hij daar zelf over, ‘maar toen kwam ik er achter, dat ik eigenlijk een ontzettende alcoholist ben.’ De drank, vaak limonade glazen wodka, maakt het lastig om Blanca strak op de bal te houden. Maar nu ik mijn auto langs de Amstel parkeer en richting Blanca’s huis in de Diamant buurt wandel, ben ik vast besloten van daag het thema zelf portretten uit te diepen.

De kern van het werk van Paul Blanca wordt volgens mij gevormd door die zelf portretten. Voor een zelf portret kun je rustig de tijd nemen. Niemand kijkt je op de vingers. Je hoeft op niemand te wachten. En het belang rijkste, je hoeft niemand van je ideeën te over tuigen. Want de zelf portretten van Paul Blanca zijn geen normale portretten. Mickey Mouse met een mes in je rug gekerfd. Een levende rat in je mond, met de bek naar binnen. Een bos levende palingen, ook in je mond, het portret met dicht genaaide lippen. Een spijker door je hand, een pijl door je wang. Wie anders dan je zelf kun je vragen om daar model voor te staan?

Ik bel lang durig aan, zo als gebruikelijk. Met lange tussen pozen. Maar er gebeurt niks. Na een tijdje loop ik vloekend weg. We hadden toch echt aan het eind van de middag af gesproken, maar nu is hij natuurlijk niet thuis. Om dat ik geen zin heb om met één naar huis te gaan, wandel ik een stukje door De Pijp en bel m’n moeder in Enschede. Dan zie ik aan de over kant van de Van Wou straat een man lopen. Hij is een beetje krom gebogen en trippelt met korte pasjes snel over de stoep.

Niet Mee naar Binnen

Hé Paul!’ roep ik, ter wijl ik mijn moeder snel af kap. Blanca kijkt me jachtig aan als ik hem te gemoetk om. ‘Hee, man, hee, hoe is het, loop effe snel mee naar m’n huis.’ ‘Ik was al bij je huis, we hadden toch af gesproken?’ ‘Ja, ja, ja, ja, ik moest even iets halen, kom nou maar mee.’ Ik volg hem naar zijn huis en moet moeite doen om hem bij te houden. Als we de Smaragd straat in lopen schreeuwt Blanca iets onverstaanbaars tegen twee mannen, die voor zijn huis staan. Blijkbaar stonden zij ook al op de fotograaf te wachten. Één van hen draagt een petje. Blanca begint van een af standje al te roepen en wijst op mij. ‘Hee, dit is Erik. Van BNNVara, weet je wel. Hij presenteert 2 voor 12. Die quiz, weet je wel, hij is heel bekend.’ ‘Nee nee, ik presenteer Per Seconde Wijzer,’ zeg ik lachend, en geef beide mannen een hand. Ze kijken me aan en zeggen niks. ‘Zullen we naar binnen gaan?’ zegt Blanca, ter wijl hij zijn sleutels met enige moeite uit zijn jas zak probeert te vissen en de voor deur open begint te maken. De pet kijkt mij aan. Dan kijkt hij naar Blanca. ‘Beter gaat hij niet mee naar binnen, vriend.’

Het drie tal verdwijnt naar binnen en ik blijf verbaasd achter. Enkele momenten later zwaait de deur weer open. Zonder wat te zeggen verdwijnen de twee mannen in de schemering. Ik duw de deur open en loop de woon kamer in. Blanca staat voor de stoel. ‘Hee man, wil je iets drinken? Theetje?’ Zonder nog wat te zeggen loopt hij naar de keuken en begint te rommelen. Als hij terug komt beginnen we te praten. Ik leg uit, dat ik vandaag dieper op de zelf portretten in wil gaan. We gaan thematisch werken en nu staan de zelf portretten op het menu. ‘Ja, dat is in der daad wel de kern van mijn werk,’ zegt Blanca, ter wijl hij op staat en om zich heen kijkt. Hij tilt een stapel foto’s op. ‘Wat zoek je?’ vraag ik. Blanca houdt een beduimeld plastic zakje om hoog. ‘Drugs. Heroïne. Vind je het goed, dat ik even wat neem?’ ‘Ja natuurlijk, het is jouw huis, Paul.’

Hij gaat op een stoel zitten en begint heel nauw gezet een stuk aluminium folie te kneden. ‘Ik spuit gelukkig niet, want dat is een heel gedoe. Heb ik wel eens gedaan, maar dat is te heftig. Spuiten gaat zo diep. Dat is te lekker. Levens gevaarlijk, moet je echt niet aan beginnen. Je hebt toch nooit gespoten of wel?’ Nee, ik heb nooit gespoten. Ik vertel wel eerlijk dat ik een tijdje regelmatig coke en speed gebruikte. Blanca vertelt dat hij voor het eerst in aan raking kwam met coke, toen hij een vriendinnetje had, dat ballerina was. Volgens hem ‘snoof die hele ballet wereld zich de kolere’. Ter wijl hij praat is hij voort durend bezig met het aluminium folie. Eerst vouwt hij een recht hoekig bakje met lage op staande randjes. Dan wikkelt hij een stuk folie om een pen en maakt daar een soort pijpje van. Behoed zaam schudt hij wat poeder in het bakje en houdt daar vervolgens een aan steker onder. De heroïne begint te smelten. Met het pijpje volgt Blanca de druppel en zuigt de kringelende damp rustig naar binnen. Heel even houdt hij zijn adem in. Dan blaast hij uit.

Ik denk. dat ik het meest eerlijk en het meest confronterend ben in mijn zelf portretten. Dat is echt de kern van mijn werk. Die zelf portretten, daar is alle franje van af. Kijk, als ik een portret maak van iemand anders, dan is het toch altijd míjn blik op iemand. En ook wat iemand zelf graag wil zijn. Maar mijn zelf portretten, dat is het meest echte, dat ik kan doen. Hoe ik kan zijn. En hoe ik met me zelf kan zijn.’

Een merk waardig soort rust lijkt in Blanca neer te dalen.

Ik fotografeer na tuurlijk van af mijn twintigste of zo, en die zelf portretten zijn de rode draad. Ik maak ze nog steeds. Het begint met een idee. Laatst las ik een stuk over een plantage eigenaar, die zijn slaven alle maal permanent een strop om de nek had gehangen. Zo dat als ze zich mis droegen, hij ze met één op kon hangen. Verschrikkelijk na tuurlijk. Want dat gebeurde ook echt met enige regel maat. Dát wordt nu een nieuw zelf portret van mij. Met die strop.’

Meest al fotografeert Blanca zich zelf hele maal alleen. Al dan niet met behulp van een timer. Soms heeft hij een assistent nodig. Voor Rubber man, waar op hij is in gepakt met binnen banden, moest iemand anders op het knopje drukken. Voor af bedenkt hij dan een pose, laat zich in pakken en dan moet er worden af gedrukt.

‘Er zijn onder werpen, beelden, dat doen mensen niet voor jou. Dat gaat te ver. Je zelf laten snijden, zo als met die Mickey Mouse, of die pijl door m’n wang. Dat kun je niet aan iemand vragen. Die foto’s met m’n moeder, die zijn ook heel persoonlijk.’

Heel bekend en ongelofelijk mooi is een portret, dat Blanca in 1985 maakte van zich zelf en zijn moeder. Ze houden elkaar vast. Naakt. Bij na dertig jaar later zou hij de zelfde foto op nieuw maken, maar in dit beeld draagt hij zijn moeder in zijn armen. Op de manier waar op hij haar naar bed bracht, toen zij niet meer kon lopen.

Ook met de timer gemaakt, ja. Ik heb haar vier jaar verzorgd. In die periode heb ik ook nauwelijks gewerkt, trouwens. Zij heeft mij vroeger verzorgd, nu verzorgde ik haar. Op het einde kon ze bij na niet meer lopen, vreselijk. Maar als ik een dag niet kwam, dan wisten die verzorgsters niet wat ze met haar moesten. Dan zat ze de hele dag te huilen: waar is mijn zoon? En ze wilde alleen maar eten als ik voor haar kookte. Dus ik kwam iedere dag koken.’ Met tussen pozen houdt Blanca de aans teker onder het aluminium bakje en zuigt rustig de dampen op. Een merk waardige geur vult de kamer. Ik kijk gefascineerd toe.

Een Beetje Heroïne

Wat gebruik je nu eigenlijk precies?’ ‘Een beetje heroïne. Met een beetje coke er doorheen. Ik gebruik niet zo veel drugs meer, hoor. Alleen soms nog een beetje heroïne. Tien, twintig euro. Anders word ik heel depressief. Met drugs loopt het uit de hand als je geen geld meer hebt. Dan wordt het natuurlijk vervelend. Als je geld hebt en je weet je zelf te beheersen, dan is het alle maal niet zo’n punt. Maar ik heb wel periodes gehad, dat ik hooked was. Dat is gewoon stront vervelend. Lag ik ’s ochtends naast m’n vriendin in bed en werd ik steeds zieker. Dan moest er gescoord worden. Ach weet je wat het is, ik heb al tijd hele leuke vriendinnen gehad. Die dus níet gebruikten. Dat is mijn redding geweest. Wil je ook?’

Tot mijn stomme verbazing hoor ik mezelf ‘ja, hoor’ zeggen en even later heb ik het bakje vast en het pijpje in de mond. Blanca geeft me de aan steker en legt uit, dat ik de walm op moet zuigen. Ik doe wat hij zegt. ‘Even in houden. En nu uit blazen. Ik zie niks. Heb je wel wat binnen gekregen?’ Man moedig hou ik het vuurtje weer onder het bakje en volg de druppel. Ik zuig me een ongeluk. Daar na geef ik het hele pakketje weer terug aan Blanca, die het van me over neemt.

Die foto met die pijl door m’n wang. Natuurlijk is dat een echte pijl. Na tuurlijk. Anders heeft het geen enkele zin. Het gaat om pijn. Pijn is een wezenlijk onder deel van ons bestaan. Dát wil ik vast leggen. Je moet het eerst beleven. De emotie op zuigen. Daar na kun je er pas een foto van maken. Dat zelf portret met die vliegen. Dat gaat over de dood. Dood en verrotting. Kadavers, waar vliegen op af komen en dan weer larven uit komen.’

Ik knik, ter wijl ik het gevoel heb, dat ik langzaam in een romp aan het veranderen ben.

Ken je die serie portretten van huilende vrouwen? Daar zit één foto bij van een huilende man. Ik ben die huilende man. Ik huil echt. Daar voor moest ik terug naar de emotie. En dan huil ik. En dat huilen is echt, echt, echt. Dat is geen verzonnen bull shit.’

Wie is Paul Blanca?

Paul Blanca, pseudoniem van Paul Vlaswinkel, die op 11 november 1958 wordt geboren in Amsterdam. is volgens Erwin Olaf een ‘wandelende atoom bom met 1.000 procent talent’. Hij gebruikt tevens, te, veel drugs en drank, maar dat weer houdt hem er niet van een in druk wekkend oeuvre op te bouwen. In Nieuwe Revu deed hij niet alleen verslag van zijn leven als kunstenaar, maar ook van zijn leven als drugs verslaafde en zijn ervaringen met het criminele circuit. Als hij voor een artikel een alarm pistool koopt en daar mee zwaait op een metro station in Amsterdam Zuid Oost, wordt hij aan gehouden. De balans raakt zoek als collega kunstenaar Rob Scholte hem in 1994 beschuldigt van de bom aan slag op zijn auto. Scholte verliest zijn benen, zijn vrouw, Micky Hoogendijk, verliest haar ongeboren kind. Blanca verliest zijn carrière. Later blijkt hij onschuldig te zijn, maar van af dat moment wil niemand nog iets met Paul Blanca te maken hebben. Hij verliest zich in een diepe heroïne verslaving en leeft lange tijd een marginaal bestaan. Langzaam, met veel vallen en soms een beetje op staan, lukt het hem om uit het dal te klimmen. Onder tussen blijft hij al tijd fotograferen. Ook als er niemand meer kijkt. Erik Dijkstra werkt samen met hem aan een boek over zijn werk en leven tot Paul Blanca op 14 oktober 2021 over lijdt. Met een om weg via Blanca’s vrienden, vijanden, familie en geliefden is dit boek nu als nog voltooid. Door mede werking van onder anderen Hans van Manen, Koos Breukel, Tommy Wieringa en vele anderen is het een rijkelijk geïllustreerd eer betoon geworden aan het enfant terrible van de Nederlandse fotografie.

Blanca pauzeert even en kijkt naar buiten. Het is donker geworden. Hij vertelt over de oorlog in Beiroet, waar hij ooit heen trok met Peter Giele om daar een reportage te maken voor Nieuwe Revu. Één maal ter plekke kwamen Blanca en Giele per abuis in een bombardement te recht. Self portrait, Crying, 1985. “Ik kwam daar midden in te recht en werd zelf hoog de lucht in geslingerd. Lag daar ook een jongetje. En zijn armpjes en beentjes waren er af gerukt. Over al bloed. Toen ben ik met dat jongetje in mijn armen naar een ambulance gelopen en heb hem af gegeven. Dagen later ging ik naar een zieken huis. En daar lag dat jongetje. Hele maal in het verband, slapend onder een deken. Zwaar onder de morfine. Ze hadden zijn armen er weer aan proberen te zetten. Ik was even alleen bij dat jongetje en wilde een foto van hem maken. Van boven af. Dus ik ging op een stoel of een kruk of zo staan met die Hasselblad en drukte af. Maar toen deed dat jongetje op eens z’n ogen open. En hij keek me recht aan, dwars door de lens heen. En begon hij zachtjes te praten. Oemmi, oemmi, oemmi. Dat betekent mama in het Arabisch. Steeds harder. Schreeuwen. Toen viel ik van die kruk af, enorm kabaal. Er kwamen alle maal mensen aan om dat jongetje te kalmeren. Fucking hell, man. Ik heb nooit de moed gehad om die foto af te drukken. Maar als ik aan verdriet denk, dan denk ik daar aan.’ Ik heb Blanca nog nooit zo lucide over zijn werk horen praten. Terwijl ik zelf nog steeds heel lang zaam wegz ak in de grond, lukt het me nog net te vragen waar om hij vrij wel altijd naakt is in zijn zelf portretten.

Erik Dijkstra Je moet het Wel Zelf Voelen, Op komst en Onder Gang van fotograaf Paul Blanca, Uit Geverij Meulenhoff, € 29,99

Varkens Leren Masker

Naakt is tijd loos. Kleren dateren. Kleding leidt af van de essentie. En de essentie is de emotie. De emotie moet tastbaar worden. Die moet herkenbaar zijn. En pas als je die emotie kent, dan kun je een beeld maken. Anders is het verzonnen shit. Mijn zelf portretten beschrijven ook ervaringen. Zo als die Mickey Mouse. Dat staat voor mijn tijd in New York. Aan de ene kant die fantasy van die Amerikanen weet je wel. Duimpje om hoog. Alles cool! En aan de andere kant dat harde. Met een mes er in, bloed. En ik hou er niet van om dingen te faken. Je moet het ook voelen. Anders is het niks. Gaat het nog?’

Als ik later die avond thuiskom, kijk ik in de spiegel. Mijn pupillen zijn spelden knopjes geworden. En mijn gelaat is een varkens leren masker denk ik nog, vrij naar Gerard Reve. Daar na denk ik lange tijd hele maal niks meer.

Nieuwe Revu, 25 mei 2024 | 13:01

https://revu.nl/artikel/607741/geen-verzonnen-bullshit-de-opkomst-en-ondergang-van-fotograaf-paul-blanca

Jakhalzen | DWDD – Paul Blanca, 21 oktober 2010

Erik Dijkstra – (6) Vals Beschuldigd (7) Rob Scholte woont Weer bij Zijn Moeder Thuis

Meer informatie
https://robscholtemuseum.nl/?s=Erik+Dijkstra
https://robscholtemuseum.nl/?s=Frank+Evenblij
https://robscholtemuseum.nl/?s=DWDD
https://robscholtemuseum.nl/?s=Jak+Halzen
https://robscholtemuseum.nl/?s=Hans+van+Maanen
https://robscholtemuseum.nl/?s=Nationaal+Ballet

https://robscholtemuseum.nl/?s=Bernard+zur+Lippe+Biesterfeld
https://robscholtemuseum.nl/?s=Daniël+Groen
https://robscholtemuseum.nl/?s=Koos+Dalstra
https://robscholtemuseum.nl/?s=John+Studulski
https://robscholtemuseum.nl/?s=Paul+Blanca
https://robscholtemuseum.nl/?s=Peter+Klashorst
https://robscholtemuseum.nl/?s=Oscar+Hammerstein
https://robscholtemuseum.nl/?s=Eef+Hoos

 

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*


CAPTCHA ImageChange Image