Eriek Verpale – Brief aan Jan Haerynck 17 september 2013

Van: Eriek Verpale <eriek.verpale@telenet.be>
Datum: 17 september 2013 21:28
Onderwerp: doodmoe
Aan: Jan Haerynck <haerynck@gmail.com>

Moat,

dank voor mail, maar ik ben doodop, doodop, doodop.

Verhuis deze morgen van mijn oude, wrakkige, half demente moeder (van Wachtebeke naar Kaprijke) is tamelijk gelukt, maar nu zijn zowel haar identiteitskaart als haar SIS-kaart spoorloos: ergens verdwenen in een ziekenhuis, in een rustoord ? Godver de godverdomme. En wie mag daar allemaal achteraan rennen ? Ikke.

Ik ga nu proberen slapen, Jan. Tsjonge toch !

Vannacht (ik was eindelijk (!) een beetje ingedommeld) telefoon gekregen van mijn dochterlief Tzippi: die was (is) nu gedetacheerd naar ergens een legerkampement in de Negev (aan de grens met de Egyptische Sinaï), in de woestijn dus.
Ze klonk tamelijk opgewekt, – lacherig – en voelde zich godzijdank tamelijk goed. Nog even, en dan verhuist ze naar Ba’ar-Sjevaah, waar ze met haar kont in het zand kan zitten, tussen de bedoeïnen en de kamelen. Met haar jarenlange vaste vriend (een Jemenitische Jood) is het intussen definitief uit : Asjkenazim (zij), en Serfardim (hij) blijft het hoe dan ook toch altijd dobbelen…
Ik werd haast ongemakkelijk toen ze mij vertelde dat ze nu verliefd is op een Droezische Schaapherder uit de (Syrische) Golanhoogte. Nu ja, misschien heb hij een dikke en lange lul, en kan hij goed schieten.
Mieljààr !

Hier sluit ik. Ik ben dood-dood-op. Wil je weten wat mij moeder, eindelijk in het nieuwe (alweer voorlopige) rustoord geïnstalleerd tegen mij zei ?

-“Ik wille duud !”

Tja,

Eriek