Edzard Dideric – Korte geschiedenis van (47) de zoon van geen vader

Theofiel, enige zoon van geen vader, wist van kinds af aan al wat hij later wilde worden, namelijk uitvinder. Dus experimenteerde hij er van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat naar hartenlust op los. Aanvankelijk op zijn zolderkamer en later in het gammele schuurtje, dat ergens achterin de tuin langzaam stond weg te rotten. Na jarenlang ploeteren en uitproberen kwam Theofiel tenslotte tot iets wat je met enige fantasie als een uitvinding zou kunnen betitelen. Want hoewel het nimmer zijn bedoeling was geweest, en eerder het gevolg was van een toevallige samenloop van omstandigheden, bleek hij op een dag zichzelf geheel opnieuw te hebben uitgevonden.
Eureka! Eureka!
Het vervulde hem hoe dan ook met grote blijdschap om zichzelf eindelijk welkom te kunnen heten. Maar anderzijds was er ook een domper. Want bij wijze van bonus bleek hij er ongevraagd een vader bij cadeau gekregen te hebben. Wat ongetwijfeld met de beste bedoelingen gepaard was gegaan. Helaas bleek echter al spoedig dat de man zo ongeveer het tegenovergestelde vertegenwoordigde van het soort vaderfiguur, waar onze jonge en veelbelovende uitvinder zijn hele leven naar verlangd had.
De sterk naar alcohol en rotte vis ruikende figuur bleek eveneens Theofiel (voor jou Theofiel senior!) te heten en een weinig toeschietelijke, zeg maar ronduit autoritaire, persoon te zijn. Die zich allesbehalve bereid toonde om alsnog voor zijn enige zoon de liefhebbende papa uit te hangen.
Neem me niet kwalijk, sprak Theofiel, maar bestaat er ook een mogelijkheid om u in te ruilen voor een wat aimabeler type?
Nee, klonk het bars, dat had je eerder moeten bedenken. Ik had ook liever niet zo’n wijsneuzig klerejoch als jij als zoon gehad. Maar ja, we hebben het in dit klotebestaan nou eenmaal niet voor het kiezen.
Theofiel senior had de nare gewoonte om ieder woord kracht bij te zetten door keihard met de vuist op tafel te slaan. Angstig en onzeker als hij als een voor zijn geboorte reeds verlaten kind was, deed het geluid Theofiel onwillekeurig ineenkrimpen.
Zou u mij, durfde hij uiteindelijk schoorvoetend te vragen, alstublieft toe willen staan een poging te doen om u te verbeteren?
Het resulteerde in een zware dreun op tafel, ter onderstreping van het feit dat senior zijn oren niet kon geloven.
U bent, ging Theofiel ondanks zichzelf door, per slot van rekening toch een bijproduct van mijn uitvinding.
Je hebt me maar te nemen zoals ik ben, sukkel. Dat doe ik zelf tenslotte ook al zo ongeveer mijn hele leven.
Wat als u jonger was geweest?
Dan had je allang een knal voor je harses gehad, vrees ik.
Bent u echt zo’n absolute klootzak?
Dat zijn jouw woorden, maar goed, ik heb mijzelf nou eenmaal niet gemaakt.
Vertel mij wat, zei Theofiel, want u was slechts een bijproduct van mijn geëxperimenteer.
Hierop begon de ouwe te bulderen van het lachen.
Eigen schuld dikke bult, klonk het triomfantelijk, dat je nu met zo’n hufter als ik zit opgescheept!
Zoonlief liet beschaamd het koppie hangen. Tegen niets van wat zijn vader beweerde viel werkelijk iets in te brengen.
Mooi, zei Theofiel senior, dan hebben we dat ook weer gehad. Ik zou zeggen, kom nu maar op met die welkomstborrel!