Edzard Dideric – Korte geschiedenis (97) van niks

Iedere psycholoog die hij in de loop der tijd bezocht had, wist Arie Donsbed al tijdens een eerste bezoek te melden dat zijn migraine werd veroorzaakt door een obsessief verlangen naar bestaansrecht. Wat weer alles te maken had met het volgens hemzelf volstrekt zinloze leven dat hij leidde. Een slotsom waar Arie niet blij mee was, omdat ie inderdaad akelig dicht in de buurt van de waarheid kwam. Wat eerder genoemd verlangen zowel als zijn migraine, alleen maar in hevigheid deed toenemen. Ik moet op de een of ander manier, dacht Arie bij zichzelf, een stukje zingeving proberen te bemachtigen. Gaat het niet goedschiks , dan maar kwaadschiks. Helaas bleek dat in praktijk aanzienlijk lastiger te zijn dan gedacht. Want hoe zag iets als zingeving er precies uit, waaraan herkende je het, had het een bepaalde vaste vorm, of gedroeg het zich juist als een kameleon? Kwam nog bij dat vanaf het moment dat zijn kerngezonde ouders, zonder Arie, hun enige kind, erover te informeren, met behulp van een overdosis onverhoeds en relatief jong uit het leven waren gestapt. Iets wat hem niet in de koude kleren was gaan zitten, en waardoor hij nog onzekerder was geworden dan hij al was, en voortdurend weifelde en twijfelde.
Arme jongen, vroeg zijn innerlijke stem, waaraan twijfel dan allemaal?
Weet ik veel. Eigenlijk zo’n beetje aan alles waar je maar aan zou kunnen twijfelen.
Kan je een voorbeeld geven?
Nou eh, bijvoorbeeld het idee dat de dood op zekere dag voor de deur staat om me op te komen halen.
Dat is geen twijfelen, maar gewoon een keiharde zekerheid.
Ik bedoel dat als de dood in staat is om bij me aan te bellen, het dus een levend wezen betreft. Ik denk soms: voor hetzelfde ben ik er ook een.
Een wat?
Een levende dode.
De stem vroeg zich hardop af of de weledele heer Donsbed nog wel spoorde.
Geen idee, vervolgde deze, door mijn getwijfel staat de hele wereld min of meer op losse schroeven.
Een buitengewoon contraproductieve bezigheid, oordeelde de verborgen gesprekspartner. Ik zou zeggen: direct kappen met die shit.
Arie knikte, hij kon niet anders dan deze conclusie beamen.

Het jarenlang door hem hartstochtelijk gekoesterde idee dat een integer en oprecht persoon als vanzelfsprekend een soort van gediplomeerd bestaan ten deel viel, was op de lange duur van nul en generlei waarde gebleken. Hoewel hij zich er niet van bewust was iets of iemand ooit kwaad gedaan te hebben, begon om voor hem volkomen duistere redenen zijn geweten de laatste tijd behoorlijk op te spelen. Ofwel, Arie voelde zich voortdurend schuldig, maar had geen flauw benul waarom. Terwijl hij erover nadacht begon het hem op te vallen dat eenieder die zijn pad kruiste, bewust of onbewust bezig was zich bij voorkeur datgene toe te eigenen, wat eigenlijk van niemand was, of anders gezegd, iedereen zou moeten toebehoren. Hij vroeg zich af of iets dergelijks ook voor schuldgevoelens opging. Sterker nog, kon een bestaansreden zich vermommen als schuld, gekoppeld aan een boetedoening?
Ga toch fietsen, verzuchtte zijn tweede ik (hondstrouw lezer van al zijn gedachten), het is simpel een kwestie van leren tevreden te zijn met wat je verdomme gegund is!
Maar Aries gedachtentrein was nog niet op de eindbestemming.
Neem het zogenaamde recht op een menswaardig bestaan in een compleet egoïstische wereld…
Op zich al een paradox, mompelde de stem. Al is “menswaardig” sowieso een cultuurafhankelijk begrip dat zich moeilijk laat definiëren.
Klopt, zei Arie. Toch zijn er genoeg mensen die, enkel en alleen op grond van het feit dat ze ‘s ochtends ontwaken en zich de moeite getroosten om uit bed te stappen, hun aanwezigheid op aarde als vanzelfsprekend menen op te kunnen eisen.
Daar heb je een punt, beaamde zijn gesprekspartner.
Onderwijl, vervolgde Arie, heeft een zelfbenoemde meerderheid (die getalsmatig echter veruit in de minderheid is) zich allang in stilte een bestaansreden toegeëigend.
Oh ja?
Aanwezigheid, ofwel het “zijn”, is nou eenmaal iets waar men vanaf de geboorte aan is overgeleverd. Gezien de beperkte tijd die de mens gegeven wordt, is het zaak om het onderste uit de kan te halen. Waarbij elk doel in principe elk middel heiligt.
Typisch een theorie, beet zijn tweede ik hem toe, van een eeuwige en hopeloos gefrustreerde loser!
Ach, zei Arie, plotseling heel gelaten klinkend, zonder verliezers ook geen winnaars.
Dus je offert je op?
Ja. Het leven is opofferen of opgeofferd worden.
Met als doel de absolute vrijheid, zijnde de totale leegte?
Nee, eerder het absoluut ondoorgrondelijke.
Dus toch een hogere macht?
Ook dat valt niet uit te sluiten.