Edzard Dideric – Korte geschiedenis (88) van de vakantiebestemming

Wim en Wies olé, hoorde Ada hem op het toilet zingen, sinds jaar en dag in de WW!
Goh, riep ze, wat een supergoed idee!
Ja, als water dragen naar de zee.
Na doorgetrokken te hebben en zijn handen gewassen, kwam Kick tevoorschijn en vertelde hij haar dat het illustere duo de afgelopen nacht te gast was in een praatprogramma op de radio.
Heb ik natuurlijk weer gemist.
Wat wil je, je lag te ronken als een os.
En jij kennelijk niet.
Nee, ik lag in het donker naar hun geleuter te luisteren.
Wat deden ze in de WW?
Pure pech, beweerden ze.
En dat nam jij voor zoete koek aan?
Nee, ik dacht oorzaak drank.
Iets te makkelijk, Kick.
Okay, is seksverslaafd ook goed?
Klinkt een stuk beter. Al beland je daardoor niet automatisch in de WW, lijkt me.
Vanwege een seksverslaving?
Ja.
Gebruik je fantasie, Ada.
In dit geval liever niet.
Hoezo?
Brr, alleen al die vreselijke namen, Wies en Wim!
Afgezien daarvan leek het me een doodnormaal stel, verklaarde Kick, beetje zoals als wij, eerlijk gezegd.
Het resulteerde in verontwaardigd gesnuif van Ada’s kant. Volgens haar golden ze in hun kennissenkring golden ze als een uitzonderlijk en benijdenswaardig koppel. Had Kick eigenlijk wel echt naar hun verhaal geluisterd? Bijvoorbeeld het taalgebruik, was er sprake geweest van een wel of niet uitgebreid vocabulaire, van verkeerde klemtonen, kromme vergelijkingen, hadden zich onverklaarbare stiltes voorgedaan?
Godsamme Ada, dacht je nou echt dat ik me in het holst van de nacht met dergelijke details bezighield?
Waarom niet? Zolang je toch wakker ligt…
Ik verlangde slechts naar een ding, Ada, en dat was mijn broodnodige nachtrust.
Slapeloosheid, drong ze aan, heeft anders in de loop der tijd menig briljant inzicht opgeleverd.
Met betrekking tot een stel onverbeterlijke uitkeringsparasieten?
Ook.
Ada, hou op alsjeblieft…
Okay, ander onderwerp. Onze vakantie.
Mijn god, is het alweer zover?
Hoe eerder we boeken, hoe goedkoper de trip. Komt bij dat ik enorme behoefte heb aan rust.
Slapen gaat je toch prima af, zoals je daarnet nog beweerde?
Ja hallo, omdat ik aan het eind van elke dag bek- en bekaf ben!
Logisch. Waarvan eigenlijk?
Van de duizend-en-een dagelijkse dingen.
Zoals?
Pakketjes die arriveren en waarvoor getekend moet worden, bemoeizieke familieleden die op de raarste momenten komen aanwaaien, collectanten die met de vreselijkste ziektebeschrijvingen aan komen zetten. Eieren die, als je weer eens een keer een cake wilt bakken, op blijken te zijn. Internet dat het weer eens niet doet. Enfin, zo kan ik nog wel uren doorgaan. Hadden we ook nog kinderen gehad, dan had ik allang onder de grond gelegen.
Gelukkig dan maar, dat die shit ons bespaard is gebleven.
Dus, klonk het opgewekt, je ziet een vakantie wel zitten?
Ada, volgens mij zaten we onlangs nog voor onze rust in Lapland.
Onlangs? Het is alweer drie maanden geleden.
Ik hoor de straaljagers anders nog altijd boven mijn kop gieren en zie glashelder hoe de rendieren zich tegoed deden aan onze tent.
Onschuldig geknabbel was het, zei ze, overdrijf niet altijd zo.
Plus die naar pis stinkende Eskimo’s met hun onverstaanbaar gebrabbel. Kortom, één grote ramp!
Inuit moet je zeggen, Kick.
Huh?
Eskimo’s willen Inuit genoemd worden.
Inuit? Ik hou het gewoon op Eskimo’s. Het was er ook nog eens ijskoud en doodsaai. Werkelijk geen moer te beleven.
Dat lag puur en alleen aan jezelf, Kick. Maar laten we er over ophouden, ik heb voor deze vakantie een veel beter idee.
Weer zo’n ongewone bestemming?
Ja, maar wel een warmer klimaat. Een weliswaar klein, maar volkomen ongerept, zeg maar maagdelijk, eiland. Ergens in de Stille Oceaan, een waar natuurparadijs, met van die kokos-witte stranden.
Zo, klinkt dat even tof.
Met als bonus dat het onbewoond is, dus gegarandeerd rustig.
Kick voelde zich geroepen te zeggen dat zodra je er voet aan land zette, het per definitie dus niet langer onbewoond was.
Briljant, Kick, geniaal gewoon…
Ze pakte de atlas erbij en begon verwoed te bladeren.
Hier, kijk eens wat megaveel blauw!
Blauw symboliseert onvervuld verlangen, Ada.
De opmerking leek haar te ontgaan.
Zie je die zwarte stipjes?
Die jij er met balpen op hebt gezet?
Niet zo flauw, Kick. Eén ervan gaat het dus worden.
Hij haalde een loep uit de la van het bureau en begon de mogelijke bestemming nader te bestuderen.
Sorry, maar het blijven stipjes.
Het reisbureau, zei ze, kan ons er ongetwijfeld meer over vertellen.
Over een onbewoond eiland? Ze lachen je in je gezicht uit. Geen hotel, geen vliegveld of niks. Weet je waarom?
Nou?
Omdat er geen stuiver te verdienen valt.
Zo makkelijk krijg je me er niet vanaf, Kick.
Dus?
Dus zal ik er hoe dan ook achter komen waar we precies moeten zijn en op welke manier we er het beste kunnen komen.
Je doet je best maar, zou ik zeggen.
Het zal zijn totale gebrek aan betrokkenheid geweest, waardoor er minutenlang geen woord meer over haar lippen kwam.
Kick?
Ja?
Misschien is het op zo’n eiland wel doodeng en is het niet voor niets dat er geen hond heeft wil wonen.
Kick haalde zijn schouders op en zei dat hij de laatste was die Ada er het fijne over kon vertellen.
Er viel opnieuw een stilte.
Durf je het wel aan, vroeg ze, wij tweeën, helemaal alleen op zo’n volledig verlaten eiland?
Schat, deze jongen durft alles aan.
Meen je dat?
Nee, het wordt een grote nachtmerrie.
Hoe kan je dat nou weten?
Zoiets voel je gewoon op je klompen aan.
Op je klompen?
Inderdaad ja, op mijn klompen.