Edzard Dideric – Korte geschiedenis (81) van een afspraak

Hoewel het Leon helder voor de geest stond vandaag in het grote park te hebben afgesproken, vroeg hij zich op weg ernaartoe vergeefs af met wie het in godsnaam kon zijn. Tijdens de droom van afgelopen nacht had iedereen die hij tegen het lijf liep hem driftig op de schouders geslagen en geroepen dat hij er superfantastisch uitzag. Echt waar, beter dan ooit meneer! Zei ik meneer? Een jonge hond gewoon. Kijk hem toch eens kwispelen, onze Leon! Al knikkend vroeg hij zich af hoe het mogelijk was, want nog diezelfde ochtend had hij zich tijdens het scheren kapot geschaamd voor zijn spiegelbeeld. Wat ben jij afstotelijk zeg! had hij zichzelf toegebeten. Niet meer dan een armzalige en vroegoude sloeber was ie, met een handvol haren en een bijziende blik. Onder de douche richtte zijn blik zich omlaag, naar zijn bungelend geslacht. Het verschrompelde verdomme gewoon waar je bijstond. Toch had geen van zijn vele liefjes (eendagsvlindertjes noemde hij ze) ooit grootte of slapte geklaagd. Voor hetzelfde geld ging hij slechts gebukt onder een in de loop der jaren allengs dieper zinkend zelfbeeld…
Hé hallo, daar hebben we onze Adonis!
Leon hield stil om te kijken uit wiens mond de kreet afkomstig was. Op het eerste oog was hij toch echt de enige bezoeker in het park. Even later echter kwam er al schaterend een nogal gezet type in een gebloemde zomerjurk uit de bosjes gestapt. Ja hoor, kon niet missen, het bleek niemand anders dan de lokale gevulde koek Liesbeth te zijn… Hoewel hem er niets van bijstond, verpersoonlijkte zij kennelijk de afspraak. Ter bevestiging zeulde de geblokte dame ook nog eens met een megagrote picknickmand.
Betrapt, riep ze grijnzend, beken het maar, je wilde er snel vandoor, nietwaar?
Leon verstijfde. Hij zat totaal niet op haar, of welke spring in het veld ook, te wachten.
Nee hè, alsjeblieft…
Gewoon magisch, klonk het zelfverzekerd. Toeval bestaat niet.
Leon wist maar al te goed dat elke discussie met Liesbeth zinloos was, en dat er met geen mogelijkheid onderuit viel te komen.
Shit, verzuchtte hij, zeg maar waar we…
Waar je maar wilt, verkondigde Liesbeth opgewekt. Als het gras ter plekke maar droog is. Want ja, op een natte kut zit uiteraard geen hond te wachten.
Snap ik, zei hij, hoewel er honden zijn die…
Neem me niet kwalijk jongeman, maar val mij alsjeblieft niet lastig met die zogenaamde humor van je…
Na wat gedraal en gezoek werd een geschikte plek gevonden. In de mand bevond zich een geruite plaid. Liesbeth spreidde hem uit op de grond, streek de plooien glad en stalde er vervolgens de meegebrachte proviand op uit. Leon stond onderwijl zwijgend naar de staalblauwe lucht te turen. Ineens richtte hij zich tot haar met een vraag.
Hoe komt het toch, klonk het lispelend, dat jij ondanks alles altijd zo slank weet te blijven?
Een vlijtig Liesje hè, zei ze, altijd maar bezig.
Haar meewarig aankijkend beval hij haar hem de hele pizza te geven.
Zo ken ik je weer, zei ze, terwijl ze hem breed glimlachend het hele ding overhandigde.
Het enige dat wij op dit moment gemeen hebben, sprak Leon, is een enorme honger.
Nou, wat haar betrof was dat meer dan voldoende.
Ja, vervolgde hij, een hap nemend, al zal daar helaas spoedig een einde komen…
Liesbeth haalde haar schouders op. Meer dan wat kruimels had ze niet nodig.