Edzard Dideric – Korte geschiedenis (80) van niets nieuws onder de zon

Het begon inmiddels zelfs de grootste sukkel op te vallen: er was al geruime tijd absoluut niets nieuws onder de zon. Kennelijk moesten de mensen zich maar zien te redden met wat er in de loop er eeuwen was blijven liggen.
De restjes, kruimels? Weet je, klonk het overal, steek die kleretroep wat ons betreft gewoon in je reet! Dan maar helemaal niks nieuws!
Gelukkig was niet iedereen het daarmee eens. Volgens een select groepje met een laatste restje hersens, moest het links- of rechtsom mogelijk zijn iets nieuws, niet zozeer te ontdekken, als wel te produceren.
Okay, maar hoe dan?
Door in de eerste plaats solidair met elkaar te zijn.
Maar wat ze ook probeerden, het enige nieuwe wat hun pogingen dienaangaande opleverden, waren duizend-en-een meningsverschillen waarvan ze het bestaan nimmer hadden bevroed. Kortom, de hele op zich sympathieke, maar zinloos gebleken onderneming, deed hen alleen maar harder achter het algemeen bekende aanlopen.
Ja, het ligt ook niet aan het nieuwe zelf, beweerde iemand, eerder aan hoe, wanneer, en door wie het gepresenteerd wordt.
Gelul, wierp een ander tegen, om daadwerkelijk baanbrekende zaken aan het licht te brengen zal er veel en veel dieper gegraven moeten worden.
Hierdoor aangespoord gingen ze toch maar weer aan de slag. Helaas leverde het ook ditmaal niets op. Ja, in negatieve zin misschien, omdat het nieuwste van het nieuwste na bestudering gewoon weer uit dezelfde oude shit bleek te bestaan.
We kunnen er beter mee kappen, klonk het dan ook op een zeker moment.
En aldus geschiedde. Met als onvermijdelijk gevolg dat er, bij gebrek aan verse aanvoer, minder en minder werd nagedacht, nauwelijks nog standpunten werden ingenomen of visies gehuldigd, kortom, dat het opportunisme alles en iedereen beheerste. Je zou in computertermen kunnen stellen: input viel volledig samen met output. Ofwel, ze waren niet langer van elkaar te onderscheiden.
Dat er niks nieuws onder was, leek de zon zelf overigens (met excuus voor de paradox) geheel koud te laten. Hij bleef gewoon de show runnen, door domweg op vaste tijden op en onder te blijven gaan, alsof er geen vuiltje aan de lucht was. Hoewel, maar dat kon natuurlijk ook verbeelding zijn, hij elke dag net een tikkeltje onbarmhartiger stond te stralen.