Edzard Dideric – Korte geschiedenis (78) van liefde op het eerste gezicht

Jonathan was er totaal door overrompeld. Nog geen vijf minuten geleden zou hij er smakelijk om hebben gelachen. Terwijl het nu was alsof hij onder stroom stond. Cupido had zijn pijl midden in de roos geschoten. Ontkennen leek uitgesloten, het kon niet anders of dit was, zonder dat hij er ook maar een seconde naar gezocht had, liefde op het eerste gezicht.
Klinkt misschien absurd, zei Ilse, maar bij mij is het van hetzelfde laken een pak. Ook ik sta hier als door de bliksem getroffen!
Pure magie, vond Jonathan, zeg, hoe heet je eigenlijk?
Ilse.
Ik ben Jonathan. Weet je Ilse, we hebben gewoon ons eerste gezicht terug. Eventuele maskers kunnen vanaf nu bij het oud vuil.
Als jij het zegt, hoewel ik me nooit anders dan mezelf voelde.
Ach, doet er op het moment ook weinig meer toe. Hoofdzaak is dat we elkaar eindelijk hebben gevonden.
Ze bekende enigszins schoorvoetend nooit bewust naar de man van haar dromen gezocht te hebben. Jonathan zei dat voor hem hetzelfde gold.
Tot onze ontmoeting, zei hij, was ik uiterst tevreden met mijn leven.
Ik ook, zei Ilse. Op de keper beschouwd had ik niks te klagen.
Kijk eens aan, verklaarde hij enthousiast, dat is alvast iets wat we met elkaar gemeen hebben!
Ter bekroning van dit feit kusten ze elkaar voor de eerste maal vol op de mond. Waarbij het hen snel duidelijk werd dat ze ook in dit opzicht op dezelfde golflengte zaten. Hun tongen voelden zich volkomen thuis in elkaars gezelschap.
Gaat wel erg van een leien dakje, fluisterde Ilse, tussen het zoenen door. Hebben we elkaar echt ooit eerder ontmoet?
Bij mijn weten niet, fluisterde Jonathan terug, maar ja, ieder mens vergeet wel eens wat. Lijkt me niet iets om wakker van te liggen.
Mocht het inderdaad zo zijn, dan kon hetgeen hen overkwam, volgens Ilse nooit liefde op het eerste gezicht zijn. Maar voor hij de kans kreeg te reageren, had ze haar lippen alweer op de zijne geperst.

Stel, zei Ilse, jij en ik hebben elkaar op straat, zonder dat er verder iets gebeurde, in de loop der tijd zo’n honderdmaal gepasseerd.
Ja, dus?
Nou, misschien is het een kwestie van aftellen.
Zoals voorafgaand aan een raketlancering?
Ja, zoiets. Een uitgebreide voorbereiding, een gedegen training voor mijn part, tot we er helemaal klaar voor zijn, tot alles klopt als een bus.
En dat allemaal onbewust?
Ja, want onderwijl leef je gewoon je leven en heb je van alles te doen.
Samen in een baan rond de aarde? Beetje vergezocht.
Ach, dus dat vindt meneer, stelde Ilse koeltjes vast.
Ik weet niet hoe jij het ervaart, zei Jonathan, maar mij lijkt een liefde op het eerste gezicht plotseling gigantisch ver weg.
Hoewel met tegenzin, moest ze hem gelijk geven.

Ze staarden langs elkaar heen. Hadden al een tijdje niets meer gezegd. Een volgende kus liet op zich wachten.
Hoe dan ook, zei ze, in de eerste plaats tegen zichzelf, niet meteen bij de pakken neer gaan zitten.
Kijk, zei Jonathan, daar ben ik het dan weer voor de volle honderd procent mee eens. Op een raadselachtige manier wil ik blijven geloven dat we bij elkaar horen.
Het grote mysterie, verzuchtte ze, waar alles omdraait.
Dus gaan we toch op ruimtereis, constateerde Jonathan lachend.
Op ruimtereis, herhaalde ze.
Ze vonden elkaar opnieuw in een hartstochtelijke omhelzing. Liefde op het eerste gezicht was vervangen door een realistischer versie, ofwel die van liefde op het tweede gezicht. Waardoor er, volgens hun vaste overtuiging, voor hen vermoedelijk een nog veel betere toekomst was weggelegd.