Edzard Dideric – Korte geschiedenis (77) van de foto

Adembenemend, zoals je daar zit, verklaarde hij. Op dat witte muurtje onder zo’n strak blauwe lucht… Kan zo op de cover van een glossy.
Ze vroeg waar Karl het in godsnaam over had.
Je bent een poes, tevreden spinnend in de Spaanse zon.
Miauw, deed Lola’s mondje, waar is mijn schoteltje met melk?
Hij hoorde het niet, of deed alsof.
Zo, zei hij, zo ga ik me je herinneren. Als de perfecte blikvanger.
Je doet maar, zei ze, haar knalroodgelakte nagels bestuderend. Als dat helemaal jouw ding is.
Je blijft er nogal lauw onder, Lola.
Vind je het gek? Hoe moet ik enthousiast worden over iets wat ik zelf niet kan zien? Sorry, maar daarvoor schiet mijn fantasie echt tekort.
Voor mij is wat zich hier ter plekke afspeelt, volkomen reëel. Daar is weinig fantasie voor nodig.
Karl, jouw narcisme interesseert me geen ene moer, bovendien zweet ik me te pletter en sta ik ook nog eens op het punt om ongesteld te worden.
Doordat mijn blik zich op jou richt?
Nee, omdat ik het helemaal gehad heb met berglandschappen. Door al het klimmen en dalen staan mijn voeten in lichte laaie.
Kan zijn, al zie je er ondertussen écht super uit!
Bedankt voor het compliment, maar ik heb het ijs- en ijskoud.
In deze hitte? Dat lijkt me sterk.
Kijk dan man, ik zit hier zowaar te rillen!
Direct ga je nog vertellen dat een zonnesteek hebt opgelopen, of zoiets.
Weet ik veel, Karl. Misschien komt het uiteindelijk toch door jou.
Door mij?
Ja, je ijskoude blik bevriest me.
Ik probeer te focussen, dat is alles. Verplaats je eens een keer in mij, dat zou al een flink stuk schelen.
Maak er gewoon foto van, Karl. Een simpele druk op de knop, en klaar.
Een misvatting, schat. Een foto is iets anders dan een herinnering.
Toch kan ik me door middel van foto’s, sommige dingen ineens weer glashelder voor de geest halen.
Oh ja?
Ja, zoals die keer toen ik in je bureaula een foto vond van jou, in de armen van hoe heet ze ook alweer?
Mirabel. Dat had je min of meer zelf uitgelokt door met Hendrik te…
Hoe dan ook, hij leverde wel mooi het bewijs.
Het is maar net hoe je ernaar kijkt, Lola. Of wat je ermee beoogt. Schijn bedriegt in de meeste gevallen.
Is dat zo? Nou, vertel me dan maar gewoon wat je ziet.
Hallo zeg, daar was ik nou juist mee bezig!
Schiet alsjeblieft een beetje op dan!
Ik zie opgestoken haar, een omfloerste blik, een openvallend bloesje en een opgeschoven rok, waardoor de hele wereld constateert dat je weer eens geen slipje aanhebt.
Vertegenwoordig jij ineens de hele wereld?
Bij wijze van spreken.
Ik weet niet of je het gemerkt hebt, maar er staat al enige tijd een louche Spanjaard over je schouders mee te gluren. Door zo’n typische spiegelzonnebril.
Karl wierp onwillekeurig een blik over zijn schouder.
Waar dan?
Hij heeft zich sneller verstopt dan jij kon kijken.
Lola, doe niet zo kinderachtig.
Je reageerde anders wel meteen.
Om jou een plezier te doen.
Ja hoor. Dus jij mag als enige naar mijn kruis loeren?
Vreemde ogen tasten de puurheid van het beeld aan.
Wat een grote woorden opeens, ik schrik ervan.
Lola, alsjeblieft!
Beste Karl, je wilt me gewoon reduceren tot een lustobject.
Lustobject? Ja, dat klopt. Maar reduceren? Nee, eerder het tegendeel.
Zo ervaar ik het anders wel.
Ik ben gewoon op zoek naar de essentie, dat is alles.
Die zogenaamde essentie van jou, is gewoon een doelbewuste bewustzijnsvernauwing.
Schat, ik zie heus wel meer dan een lekker wijf!
Er is er maar één die alles ziet, mannetje.
En wie mag dat dan wel zijn?
De Here God.
Het begint nu echt absurd te worden.
Hoezo?
Dat jij, die altijd bij hoog en laag beweert helemaal nergens in te geloven, nu ineens met Hem op de proppen komt!
Ho even, ik heb slechts gezegd dat ik me er bar weinig bij kan voorstellen. Dat is iets totaal anders.
Komt op hetzelfde neer, Lola.
Laat maar zitten, Karl. Ik zal je niet verder ontmoedigen, ga door.
Dank je. Rondom bloeit de mimosa, overal fladderende bontgekleurde vlinders, in de struiken sjirpt een krekelkoor, en er vloog zojuist een helikopter over.
Dat laatste is me geheel ontgaan.
We kunnen kortom spreken van een totaalervaring, Lola.
Het volgende staaltje van zelfoverschatting…
Haar oordeel werd door hem terzijde geschoven.
Weet je, Lola, zelfs van de aanwezigheid van het ravijn, pal achter dat muurtje waar jij op zit, ben ik me ten zeerste bewust.
Bullshit, vanaf jouw plek is daar niets van te zien.
Zie jij hem wel dan?
Nee, ook niet.
Maar de afgrond bestaat wel degelijk?
Ik neem aan van wel.
En houdt een zeker gevaar in?
Die Karl toch, wat voelt ie zich weer superieur…
Krijgen we dat. Het is gewoon nooit goed.
Sorry, ook lustobjecten vallen wel eens uit hun rol.
Okay, waar waren we ook alweer gebleven?
Nou, ik bevond me dus op dat muurtje. Waar ik overigens nog steeds zit.
Prima. Alleen trek je nu dat gebloemde slipje opzij om me je liefdestunneltje te tonen.
Mijn wát?
Je poesje, schat.
Miauw.
Je maakt je haar los, schudt je hoofd, waardoor je weelderige lokken op hun plaats vallen en schenkt me je meest verleidelijke glimlach…
Ga door, Karl. Nu wil ik het weten ook.
Sorry, maar uitgerekend op dit moment wordt alles zwart.
Pardon?
Tja, ik kan het ook niet helpen.
Merkwaardig. Net nu het spannend begint te worden!
Door de hitte, verklaarde hij, zijn de beelden gesmolten.
Welnee beste Karl, het moet de hongerklop zijn. We hebben al verdomd lang niks meer gegeten.
Dat is waar, zullen we dan maar gauw afdalen en terugkeren naar de bewoonde wereld?
Goed idee, maar eerst nog even een foto.
Uit haar tas tovert ze een cameraatje tevoorschijn.
Een foto van jou?
Nee man, van jou natuurlijk.
Waarom?
Omdat je er zo belachelijk bijstaat, Karl.