Edzard Dideric – Korte geschiedenis (65) van de nostalgie

Laten we in bed gaan liggen en de hele avond naar herhalingen op televisie kijken, stelde Hector voor.
Zin in, zei Irma, alleen is er nog wel die reünie.
Reünie?
Van wintersport, je weet wel.
Shit, glad vergeten. Best krankzinnig eigenlijk zo’n reünie, zo middenin de zomer.
Dat vond Irma dus totaal niet. Middenin de winter zou nog veel gekker zijn.
Hoezo?
Omdat dan niemand kan, domoor, daar ze allemaal op de lange latten staan.
Logisch, klonk het afwezig.
We moesten ons maar eens gaan omkleden, zei Irma. Sportievelingen hebben een hekel aan laatkomers.
De aansporing leek niet tot hem door te dringen.
Hector, ik kan je bijna horen denken, wat gaat er in je om?
Iets wat zowel beweegt als stilstaat.
Okay, en wat mag dat dan wel zijn?
De tijd, Irma.
En dat naar aanleiding van een reünie?
Met het voorbije in aantocht, laten we de toekomst los…
Fraai verwoord, verklaarde ze, maar aan de chronologische volgorde der dingen valt hoe dan ook niet te ontsnappen.
Hij gaf toe dat er inderdaad sprake was van een paradox.
Ach, zei ze, niets om je voor te schamen.
Nee, maar waarom niet terug naar de tijd van voor de onze, naar een periode die ons uit overlevering bekend is…
Waar staat je tijdmachine, Hector?
Nergens. Een kwestie van projectie, Irma.
Projectie waarvan?
Van ons, eh… toekomstige verleden.
Verklaar je nader.
Het sleutelwoord is nostalgie. Ofwel, hartstochtelijk terugverlangen naar gekoesterde of nog te koesteren illusies…
Ingewikkeld, zei Irma.
Veel mensen zijn er van overtuigd dat vergeleken bij nu, het leven vroeger een stuk overzichtelijker en eenvoudiger was.
Dat was het toch ook?
Welnee, daar klopt gewoon geen fuck van. Het komt gewoon door de afstand in tijd. Het effect van de omgekeerde verrekijker. Maar wee degene die het waagt om in te zoomen. Want die zal spoedig ieder overzicht verliezen, met zichzelf erbij op de koop toe. De geschiedenis van het dagelijks leven vult een tot de rand gevulde grabbelton. Om het levensgevoel van weleer te hervinden, moet de ton worden omgekieperd, waarna alles opnieuw gerangschikt en herbeleefd moet worden. Of eigenlijk opnieuw zou moeten plaatsvinden. Daar die mogelijkheid helaas niet tot de onze beschikking staat, pikken we eruit wat ons bevalt en laten we de rest links liggen. Wat tot protesten zal leiden, en een hoop onderling gekrakeel. Omdat we allemaal zo nodig het individu moeten uithangen, staat eigen keuze voorop. Tot we, als de boel weer een beetje tot rust gekomen is, bij de hamvraag aankomen: wat is eenvoud, en is eenvoud ook daadwerkelijk hét kenmerk van het ware?
Als liefde eenvoud is, stelde Irma plompverloren, hoeven we slechts de wereld te vereenvoudigen, om gelukkig te kunnen zijn.
Dat weten we dan ook weer, zei Hector fronsend.
Maar ze had zich al voorovergebogen en stroopte haar zwarte panty af om hem te verwisselen met een vuurrood exemplaar.
Past perfect bij mijn rode pumps, zei ze.
Ooievaartje, ooievaartje, klonk het in zijn hoofd, waar is toch je nest? Nieuwe kinderliedjes uit de oude doos, uit een eeuwige jeugd, zou hij vanaf nu zingen. Voor de rest van zijn leven. In volkomen stilte.
Tenslotte is het de kleur van de liefde.
Waar complexiteit ophoudt, zei hij, begint de manipulatie.
Er viel een doodse stilte. Vermoedelijk gold er een denkpauze. Zowel voor haar als voor hemzelf.
Ik geef zoveel meer om je, beet ze hem plotseling toe, dan jij je ooit zal kunnen voorstellen!
Ze draaide zich om en begon zich voor de spiegel op te maken. Hector bevochtigde zijn lippen met zijn tong, en kuste haar in de nek.
Geraaskal, fluisterde hij. Het spijt me.
Ach jongen, die hersenen van jou laten zich nou eenmaal moeilijk laten stilzetten.
Inderdaad, en toch blijf ik het proberen…
Laat de feiten spreken, Hector. Meer vraag ik niet.
Heeft iemand mijn oogpotlood gezien?
Nee.
Irma stortte de volledige inhoud van de make-uptas op het slaapkamertapijt.
Aha, daar zal je ‘m hebben…
Maar wat, vroeg hij, als de feiten geen stem in het kapittel hebben?
Blijven luisteren, beste jongen.
Mijn mond houden dus.
Ik heb geen hekel aan je stem.
Maar je bent er klaar mee?
Ik probeer al een tijdje in het moment te leven.
Nergens voor nodig, zei Hector, dat doe je toch wel.
Dus liever zwelgen in het verleden?
Hij begon een verzonnen kinderliedje te neuriën.
What the fuck?
Eenvoud, Irma.
Haar spiegelbeeld werd een grimas.
Goud van oud, legde hij uit.
Oh, zei ze, zeker van voor mijn tijd.