Edzard Dideric – Korte geschiedenis (61) van de vleugel

Na hun wekelijkse bioscoopje gepikt te hebben, hadden Carmen en Eduardo nog ergens een hapje en een drankje besteld. Toen ze uiteindelijk in de auto stapten bleek het later te zijn dan gedacht. Carmen baalde ervan, want de volgende ochtend vroeg zou haar moeder op bezoek komen. Wat op zich al een weinig aantrekkelijk vooruitzicht was.
Wedden, pochte Eduardo, dat ik de verloren tijd binnen luttele kilometers heb ingehaald?
Okay, riep de enigszins aangeschoten Carmen, trap ‘m maar flink op zijn staart!
Dat liet onze coureur in spe zich uiteraard geen twee keer zeggen, dus ging het in vliegende vaart huiswaarts.
Na zo’n anderhalve kilometer besloot de regen ineens met bakken omlaag te komen, en viel de weddenschap letterlijk en figuurlijk in het water. Het draaide uit op een afmattende terugrit met nauwelijks zicht en hinderlijk spiegelende wegen. Thuis aangekomen ging het linea recta via de trap naar hun op de bovenverdieping gelegen slaapkamer.

Eduardo wilde juist de rolgordijnen laten zakken toen hij onder zich, in de tuin van de buren, iets zag glinsteren. In de stromende regen stond een ding op poten, als een soort van tafel. Hoewel, daarvoor leek het gevaarte hem te massief. Terwijl hij een weerbarstig vleesdraadje tussen zijn tanden vandaan peuterde, pijnigde Eduardo zijn hersens over wat het kon zijn. Carmen, die met de rug naar hem toe haar haren stond te borstelen, neuriede een melodietje dat aan “raindrops keep falling on my head ” deed denken. Hadden de buren tijdens hun bioscoopbezoek pijlsnel een vijver laten aanleggen? Uitgesloten. Naarmate hij langer keek, herinnerde het ondefinieerbare object hem ergens aan. Zou dat wat zich in de stromende regen op het gras van de buren bevond, een glanzend zwarte concertvleugel kunnen zijn?
Carmen, kom eens snel kijken. Wat staat er volgens jou buiten in de regen op het gazon?
Op het onze?
Nee, bij de buren.
Ze posteerde zich, nog altijd borstelend, achter hem en wierp een vluchtige blik door het raam.
Jij hebt ook gedronken. Regen en nog ’s regen. Verder niks.
Doe het licht eens uit, commandeerde Eduardo.
Ze reikte naar de lichtschakelaar. Klik. Donker.
Eduardo, wat hoe komt die vleugel daar? Doet me onmiddellijk denken aan een scène uit een film.
Hij knikte goedkeurend en eiste een titel.
Daar vraag je wat, een mens ziet in loop der jaren zoveel films. Weet je, soms meen ik oprecht iets te hebben beleefd, iets wat een onuitwisbare indruk heeft achtergelaten. Begin ik er jaren later toevallig tegen een willekeurig iemand over, wordt me door die persoon ijskoud meegedeeld dat het regelrecht uit een film afkomstig is. Iconisch beeld trouwens, van bovenaf gefilmd, zo’n spiegelende vleugel in de nachtelijke regen…
Zeker, zei Eduardo, maar welke gek plant zo’n juweel van een instrument nou in de tuin, en met welke bedoeling?
Uitgebreid gapend, beweerde Carmen dat je daarvoor de film in zijn geheel zou moeten zien.
Okay, maar dan moet je wel eerst met een titel komen.
Neem me niet kwalijk, mompelde ze, op dit moment wil ik nog maar een ding, en dat is stoppen met denken en slapen.
Ze tilde de dekens op, kroop in bed en was vrijwel direct vertrokken. Hierop liet Eduardo het rolgordijn zakken, ontdeed zich al piekerend van zijn kleren en ging naast haar liggen.

Toen hij de volgende ochtend ontwaakte, was het eerste waar hij aan dacht: de vleugel! Hij wilde er onmiddellijk tegen Carmen over beginnen, maar die verkeerde zo te zien nog half in coma. Dus stond hij maar vast op en liep naar het raam om onder het rolgordijn door te gluren.
Wow…
De schelle zon stak een mes in zijn ogen. Zo voelde het althans. Buiten was een waar kleurenfestival aan de gang. De nachtelijke regen had de tuin enorm goed gedaan, alles zag eruit als nieuw. Het beloofde een werkelijk stralende dag te worden. Het gazon van de buren lag er als een biljartlaken bij.
En, vroeg Carmen vanuit bed, en?
Best wel bizar, antwoordde hij, maar nergens een spoor van een concertvleugel of wat ook.
Neuk me, hoorde hij haar zeggen.
Op een toon die onverschilliger klonk dan ooit.