Edzard Dideric – Korte geschiedenis (53) van de haat

Nadat zowel Elena als hijzelf wekenlang de kaken stug op elkaar geklemd hadden gehouden, vond Milo het welletjes geweest en deed hij uiteindelijk toch zijn mond open.
Om te beginnen wil ik je vertellen, sprak hij plechtig, dat het me werkelijk ontzettend spijt.
Okay, antwoordde Elena vlakjes.
Niet zo’n beetje, ging Milo verder, maar gewoon mega veel.
Ja, nou weet ik het wel. Maar zou je me ook even willen uitleggen, wat die spijt eruptie van je heeft veroorzaakt?
Een gevoel van beklemming, legde hij uit, waarvan ik ook niet precies weet waar het vandaan komt.
Kan het iets zijn, vroeg Elena, wat ooit tussen ons is voorgevallen?
Zou zomaar kunnen, maar wat het is? Al sla je me dood, ik heb geen flauw idee. Hoewel het in de verte weleens iets te maken zou kunnen hebben met dingen die in de lijn der verwachting lagen, stilzwijgende beloften, of bepaalde activiteiten waarvan het zelden of nooit gekomen is.
Wow, toch niet op seksueel gebied, mag ik hopen?
Je weet maar nooit, zei Milo, al zou het me wel verbazen.
Mij ook, verklaarde Elena, want dan waren mijn jarenlange opofferingen voor niks geweest…
Welke opofferingen?
Wou je soms ontkennen dat ik, mijn weerzin ten spijt, ten alle tijde bereid was om aan jouw perverse wensen tegemoet te komen?
Hallo, zo pervers waren die nou ook weer niet. Hoe dan ook, het onderwerp is sowieso nu niet aan de orde. Wat ik beoog te zeggen, is dat met de kennis van nu, ons huwelijk nooit op de klippen zou zijn gelopen.
Milo, kom met een concreet voorbeeld!
De steken onderwater, Elena, de stille verwijten, de sluimerende haat die we koesterden jegens elkaar, waarvan we aanvankelijk nog dachten dat het liefde was, kortom de wederzijdse afkeer die we al die tijd voor elkaar verborgen probeerden te houden…
Dat, riep ze, was juist het enige wat ons met elkaar verbond!
Ik weet het niet, zei Milo, het maakt nu toch geen fuck meer uit. Doordat je me beetje bij beetje minder ging haten, ofwel onverschilliger werd, zijn mijn haatgevoelens voor jou alleen maar gegroeid.
Aha, dus dáár komt die enorme spijt van jou vandaan!
Sterker nog, die twee voeden elkaar.
Haat en spijt bedoel je?
Ja, aangezien spijt per definitie te laat komt, ben ik het gaan haten. Wat me vervolgens met verse spijt vervulde…
Van mij mogen ook de laatste maskers af, zei Elena. Geef mij maar de naakte waarheid, al is ie nog zo afstotelijk! Waarom jezelf nog langer kwellen?
Ik ben er gaandeweg aan verslaafd geraakt, bekende Milo, zoals een gelovige aan boetedoeningen. Zelfs als het ten koste van zijn of haar dierbaren gaat.
Haatverslaving, spijtverslaving, riep Elena, het moet niet gekker worden! Je zit volgens mij in een volkomen gestoorde comfortzone. Kom op man, vooruit met de geit!
Ik doe mijn best, zei Milo, maar kan er niet omheen dat ik je intens haat, en dat het me waanzinnig spijt.
Op dat moment klonk buiten het geluid van een claxon.
Wie weet geldt dat net zo hard voor mij, zei ze met de deurknop in de hand, al voel ik daar op het moment bar weinig van. Enfin, de taxi staat voor de deur te wachten, dus ik zou zeggen: adieu!
Milo’s reactie bestond uit een wegwerpgebaar.