Edzard Dideric – Korte geschiedenis (48) van het voortleven in herinnering

Echt supertof, Eva, sprak Justine, dat je nog een gaatje voor me hebt weten te vinden.
Een gaatje, wat bedoel je precies?
Nou, dat je voor mij toch nog een plekje ergens in dat propvolle hoofd van je hebt weten te regelen. Alwaar ik in je herinnering voortleef.
Och, zei Eva, dat was slechts een kleine moeite hoor. Het ging eerlijk gezegd min of meer vanzelf.
Dat zeg je nou wel, verklaarde Justine, maar ik ben bang dat mij zoiets met jou dus op geen enkele manier zou lukken.
Nogal wiedes, verklaarde Eva, want ik ben immers nog niet de pijp uit en jij overduidelijk wel.
Nee, maar toch…
Wat ik overigens ten zeerste betreur, Justine, eerlijk waar.
Je hebt het over mijn onverwachte dood?
Ja, en niet alleen dat. Want behalve totaal onverwacht kwam ie voor jou ook nog eens veel te vroeg. Er lag toch nog een heel leven voor je?
Klopt, maar wil je wel geloven dat ik me voor mijn leeftijd al aardig oud begon, of begin, te voelen?
In dat geval, Justine, zal ik de laatste zijn om je tegen te spreken. Maar hoe dan ook, laat me je hierbij nogmaals mijn oprechte deelneming betuigen.
Dank je wel, Eva. We mogen dan wellicht nooit bepaald close zijn geweest, het doet me toch goed om zoiets uit jouw mond te horen.
Trouwens, haastte Eva zich te zeggen, voor ik het vergeet, hierbij alsnog mijn excuses voor het feit dat je niet eerder in mijn geheugen boven kwam drijven. De radertjes in mijn hoofd draaien na slecht nieuws altijd een stuk trager.
Geen probleem, zei Justine, onder de huidige omstandigheden heb ik immers toch tijd zat. Trouwens, ik ben allang blij dat jij nog wel leeft en zo te zien nog in een redelijke gezondheid verkeert. Als jij er niet was zou vermoedelijk geen hond ooit nog aan me denken, en kwam er definitief een einde aan mijn bestaan.
Justine, dat kan je toch niet menen?
Eva, het is treurig maar waar. Sinds mijn heengaan dringt het met de dag duidelijker tot me door hoe weinig geliefd mijn persoontje gedurende haar leven was.
Gossie, zei Eva. Nou ja, nog een geluk bij een ongeluk dat ik er voor je blijk te zijn, toch?
Ja, zonder meer.
Dus geniet er maar van, zou ik zeggen. Tenminste, voor zolang het duurt natuurlijk.
Eva, je maakt me aan het schrikken! Ben je soms van plan om er eerdaags het bijltje bij neer te gooien of zoiets?
Welnee, ben je gek, maar je weet net zo goed als ik, op zijn tijd zullen we er allemaal aan moeten geloven. Maar wat zit ik hier nou te lullen, dat is voor jou uiteraard gesneden koek.
Lijkt me wel ja.
Maar niet langer getreurd, Justine. Kop op, wie dan leeft, wie dan zorgt!
Zo is dat. Ofschoon je me toch aan het twijfelen hebt gebracht.
Sorry, maar ik zou niet weten waardoor.
Nou, zoveel hartelijkheid, en geen spoor van rancune of wat ook, het komt me opeens wel heel erg ongeloofwaardig voor.
Ongeloofwaardig?
Ja, want zo ken ik je helemaal niet. Het past gewoon totaal niet bij de Eva uit het verleden.
Goh, ik had geen idee dat ik bij jou in zo’n slecht blaadje stond.
Nou niet meteen zo beledigd reageren, zei Justine. Zoals de zaken er op dit moment voorstaan, is ruzie wel het laatste dat we kunnen gebruiken.
Helemaal waar, zei Eva, al waren wij voor zover ik me herinner, nooit in staat om op een normale manier met elkaar te communiceren.
Dit laatste waagde Justine echter te betwijfelen.
Schat, betwijfel maar raak. Het maakt nu allemaal toch geen flikker meer uit.
Twijfel is gezond.
Gezond? Ook al ben je zo dood als een pier? Laat me niet lachen, Justine.
Het resulteert in betere beslissingen.
Neem me niet kwalijk schat, maar wat valt er in vredesnaam voor jou nog te beslissen?
Nou, bijvoorbeeld of ik wel of niet naar de hemel ga.
Als ie al bestaat, verklaarde Eva, wat ik waag te betwijfelen, ben je helaas in mijn hoofd aan het verkeerde adres.
Oh.
Weet je, Justine, je moet het lot gewoon niet groter maken dan het is.
Dus er ligt volgens jou aan ons beider bestaan geen enkel idee of plan ten grondslag?
Welnee, meid. Op de keper beschouwd is deze hele conversatie, louter een kwestie van inbeelding.
Van de jouwe of van de mijne?
Zeg het maar. Misschien wel van ons allebei.
Hier en op dit moment?
Waar, wanneer en hoe dan ook…
Nou, toch fijn dat we elkaar uit de droom hebben kunnen helpen. Sta me toe je hiervoor uit de grond van mijn hart te bedanken, Eva.
Geen dank, Justine, het was me een waar genoegen.