Edzard Dideric – Korte geschiedenis (33) van het rollenspel

De twintiger Barbara had haar huidige partner, de bijna veertig jaar oudere Willem, meegesleept naar een of andere fop- en feestartikelenwinkel ergens in de binnenstad. Geheel tegen zijn zin overigens, maar volgens haar moest hij gewoon niet zo zeiken.
Ik haat alle familiefeesten, zei hij, dat kleffe gedoe…
Je moet gewoon, meneer.
Van mevrouw de directeur?
Jazeker. Het gemaskerd bal is tenslotte voor míjn zus bedoeld, en niet voor de jouwe.
Ze is niet eens je echte zus, dus wat lul je nou?
Ik maak zelf wel uit hoe echt mijn zus is.
Barbara, ik ga er nog liever in mijn blote reet naartoe, dan dat ik me voor zo’n schertsvertoning laat gebruiken. Is het ooit tot je doorgedrongen, dat ook jouw kleuterschool al jaren achter je ligt?
Spreek voor jezelf, schat (ze had bijna “opa” gezegd).
Laat me alsjeblieft met rust, zei Willem, ik kijk verder zelf wel of er iets geschikts bij zit.

Barbara stond zich hardop af te vragen of er in de winkel ook Adams kostuums werden verkocht.
Daar hebben we inderdaad een aantal van in voorraad gehad, klonk vanachter de toonbank de stem van een gebronsde atleet, waarvan ik het laatst overgebleven exemplaar momenteel zelf draag.
No shit, en daar zou je niet toevallig afstand van willen doen?
Zolang ik er nog voldoende plezier aan beleef, niet nee.
Ook niet tegen een ruimhartige vergoeding?
Onder geen beding.
Willem had in de tussentijd op goed geluk wat in de zaak rondgeneusd en was daarbij op een ouderwets clownsmasker gestuit. Hij zette het op en walste vervolgens, al roepend dat dit ‘m absoluut ging worden, dwars door de conversatie heen. Barbara bekeek hem vol afgrijzen en richtte zich onmiddellijk weer tot de verkoper.
Let maar niet op Willem, zei ze, hij weet maar al te goed hoezeer ik clowns haat.
Ach, hoe dat zo?
Mijn vorige vriend was er een.
Een clown bedoel je?
Ja.
Maar zijn soort humor viel niet erg bij je in de smaak?
Dat kan je wel zeggen ja. De grappenmaker ontpopte zich als een ware slavendrijver. Hij behandelde me niet alleen als oud vuil, maar bleek daarnaast ook nog eens over behoorlijk losse handjes te beschikken.
Het clownsmasker, verkondigde Willem op luide toon, of anders niks!
Er hoort natuurlijk nog wel een pak bij, haastte de verkoper zich eraan toe te voegen, anders slaat zo’n mombakkes werkelijk nergens op.
Een clownspak?
Nee, een doodgraverskostuum.
Goh, zei Willem, laat ik nou denken dat ik enige was die hier vandaag de lolbroek uit mocht hangen.
De spierbundel raapte een imaginair pluisje van de vloer, en deed of de opmerking hem volledig ontgaan was.
Ik denk er serieus over om als zeemeermin te gaan, wierp Barbara op, wat zouden de beide heren daarvan vinden?
Bruintje Beer vond het een meer dan voortreffelijk idee. Volgens hem moest er in een van de kleedhokjes zelfs nog een dergelijk kostuum hangen.
Super! Ik ga onmiddellijk proberen of het past.
Terwijl Barbara achter een driftig zwaaiend gordijntje doende was zich in haar pak te wringen, raakten de beide mannen in gesprek.
Een halve vis met een clown, vertrouwde Willem de sportieve jongeling toe, hoe gestoord wil je het hebben?
Ach, was het antwoord, we maken hier nog wel gekkere dingen mee.
Zoals?
Vorige week stapte hier een bijna veertig jaar getrouwd stel de zaak binnen. Ze wisten niet precies wat ze wilden en bleven maar zoeken naar een geschikt verkleedkostuum voor het aanstaande jubileumfeest. Nadat ze urenlang zo’n beetje iedere door mij aangereikte vermomming hadden afgewezen, kreeg ik het achteraf briljante idee om ze gewoon elkaars kleren aan te laten trekken. Waar ze na de nodige mitsen en maren tenslotte toe bereid bleken. Toen ze even later verkleed en wel tevoorschijn kwamen en elkaar aankeken, vielen ze prompt in elkaars armen. Uit dankbaarheid dat ik ze over de streep had weten te trekken, stonden ze erop om voor hun kersverse outfits te betalen. Ook al waren die uiteraard niet uit mijn winkel afkomstig. Pas toen ik de deur openhield om het zielsgelukkige echtpaar uit te laten, besefte ik dat mijn voorstel precies datgene in hen wakker had geschud, wat ze bijna veertig jaar lang zorgvuldig voor zichzelf én voor elkaar verborgen hadden weten te houden.