Edzard Dideric – Korte geschiedenis (28) van de zelfkennis

Er was een man die zichzelf in geen enkel opzicht kende. Hij wist wel dat hij iemand was, want dat was hem ooit door zijn ouders verteld, maar voor het overige had hij werkelijk geen enkel idee over hoe hij eruitzag, over zijn karakter, of hoe hij zich normaliter gedroeg. Alles wat hij wist, was dat hij zich klaarblijkelijk op de een of ander manier onderscheidde van de ander. Maar in welk opzicht, welke mate of waardoor precies, bleef in nevelen gehuld.
Okay, maar hij kon toch gewoon in de spiegel kijken? Ja hallo zeg, hij was niet gek ofzo, dat had ie allang een keer geprobeerd natuurlijk. Alleen had hij er niets in aangetroffen dat hem typeerde, niets oorspronkelijks, niets dat hem ook maar enigszins bekend voorkwam. De figuur in de spiegel had wat hem betrof iedereen en niemand kunnen zijn.
Op zeker moment zat de kwestie hem zo dwars, dat hij zowel vrienden als vijanden, tot en met willekeurige voorbijgangers op straat, vroeg te noteren wat ze, als ze naar hem keken, zagen. Ook al had iedereen aanvankelijk zo zijn of haar bedenkingen, na een beknopte uitleg van zijn kant over het waarom en hoeveel het voor hem als persoon betekende, verklaarde het merendeel zich bereid hem de kennelijk onontbeerlijke informatie te verschaffen.
Sommige van hen lukte het reeds na een vluchtige blik een hele lijst aan specifieke kenmerken op te sommen. Anderen kwamen na langdurig en aandachtig bestuderen niet verder dan een vage schets. Na iedereen hartelijk bedankt te hebben voor de moeite, keerde de man vervolgens in gepeins verzonken huiswaarts.
Thuisgekomen liet hij de diverse beschrijvingen meermaals de revue passeren. Op een aantal voorspelbare algemeenheden na, bleken ze nauwelijks iets substantieels te bevatten waarin hij zich kon vinden. Hoe meer hij erover nadacht, des te sterker bekroop hem het gevoel dat men hem louter en alleen als spiegel hadden gebruikt om zichzelf te kunnen beschrijven. Sterker nog, mocht hij op het moment potlood en papier bij de hand hebben gehad, dan kon hij ieder van hen exact uittekenen.