Edzard Dideric – Korte geschiedenis (118) van een ego

Vanaf het moment dat Sid was begonnen met het eigenhandig strelen van zijn naar liefde hunkerende ego (de wereld bleef in gebreke wat dat betrof), was hij beter in zijn vel komen te zitten. Althans, dat probeerde hij zijn zogeheten trajectbegeleidster wijs te maken. De immer opgewekte jongedame, Penny geheten (naar “Penny Lane” van de Beatles), zocht Sid wekelijks op in zijn marsepeinachtige doch morsige chaletje in de bossen. Soms, als het laat werd of stortregende, bleef ze noodgedwongen slapen. Iets waar hij in zijn verbeelding menigmaal misbruik van gemaakt had.
Gossiemijne, was de reactie, dus we gaan warempel vooruit.
Met volle kracht, mompelde Sid, met volle kracht.
Goed man! Al snap ik dan weer niet waarom je er zo vreselijk te neergeslagen bijzit.
Sid deed een poging haar bezorgdheid weg te wuiven, maar zo makkelijk liet ze zich niet afschepen.
Kom, laten we een stuk gaan wandelen. Ik weet zeker dat je daar enorm van op zal knappen.
Moeilijk, verzuchtte hij, verdomd moeilijk.
Wat nou moeilijk?
Mijn ego snijdt me de pas af.
Je ego? Op welke wijze?
Ik ben mezelf gigantisch boven het hoofd gegroeid, moet je weten.
Boven het hoofd?
Ja, ik trek het gewoon niet. Ik voel me als een mier in een mierenhoop.
Je ego is een mierenhoop?
Ja, bij wijze van spreken uiteraard.
Maar je hebt er toch wel een soort van grip op?
Was het maar waar, Pen. Nee, nul komma nul, niente.
Dus je ego is een soort van autonoom universum?
Strak naar de grond turend, beweerde Sid dat het daar in feite wel op neer kwam.
Dus het onmetelijke zit verzameld in die chagrijnige kop van je?
Je hoeft me niet te geloven, Pen. Ook al is het zo.
Nee, ik wil je best geloven.
Honderd procent?
Negenennegentig.
Sid haalde kreunend zijn schouders op.
We gaan proberen met dit antwoord te leven.
Ze keek hem verwonderd aan.
Sorry, maar wie zijn die “we” in vredesnaam?
Mijn ego en ik.
Dus ik ben hier overbodig?
Nee joh, jij bent mijn luisterend oor.
Luisterende oren zijn ook mensen, Sid.
Doe even normaal, Penny.
Weet je wat normaal is?
Nou?
Dat ik er als de bliksem vandoor ga.
Wat krijgen we nu? Je zou toch blijven slapen?
Neuk jezelf, zou ik zeggen.