Edzard Dideric – Korte geschiedenis (11) van de komedie

Het was eigenlijk allemaal vrij onschuldig begonnen. Tijdens een van de repetities voor het jaarlijks door de toneelvereniging op te voeren stuk, had Grapjas gevraagd of hij voor deze ene keer een serieuze rol kon krijgen. Maar alleen als werkelijk niemand er bezwaar tegen had.
Ben je gek man, zeiden de anderen, je loopt al zolang mee dat we je het van harte gunnen.
Echt reuze tof, zei Grapjas, ik ben jullie eeuwig dankbaar!
Nou, dat is wel erg lang, klonk het vrolijk.
Bij aanvang van de eerstvolgende repetitie klom Grapjas op een stoel om het woord te vragen. Natuurlijk, geen probleem, iedereen was veel te benieuwd naar wat hij te melden had. Waarop hij begon te verkondigen dat het met het de toneelvereniging totaal de verkeerde kant opging en dat het zo niet langer ging.
Hoezo, mankeert er iets aan onze acteerprestaties?
Nee, nee, het gaat me om het stuk dat we spelen.
Oh, wat is er precies mis mee?
Alles. Het slaat in vele opzichten de plank volledig mis. Met betrekking tot het huidige tijdsgewricht is het absoluut niet relevant. Waardoor geen enkel publiek ons serieus zal nemen.
Maar beste Grapjas, luister, het heet toch niet voor niets een komedie?
Nou, ik heb er anders nog geen seconde om kunnen lachen.