Edzard Dideric – Korte geschiedenis (102) van een stalker

Het zag zwart van de mensen in de winkelstraat. Jim slalomde op goed geluk tussen de shoppers door. Ineens voelde hij dat er vanachter op zijn schouders werd getikt. Hij hield stil, draaide zich om en zag een kop vol sproeten en een paar ogen die hem spottend aankeken. Pippi Langkous, schoot het door hem heen. Alleen dan een soort retro hippieversie.
Meneer, zou ik u iets mogen vragen?
Hangt er maar net vanaf wat, antwoordde Jim, terwijl hij de afwisselend roze en paars geverfde dreadlocks bestudeerde. Voor sektes ben ik allergisch, en goede doelen wekken bij mij een enorme agressie op.
Oh, maar dat begreep ze maar al te goed. Dat soort dingen vond ze zelf eveneens waanzinnig irritant. Maar meneer hier kon haar toch wel even vertellen hoe laat het was?
Te laat, Pippi, dus voor gezeik heb ik geen tijd.
Okay, maar draagt u geen polshorloge dan?
Jazeker wel.
Nou dan!
Ze greep zijn arm, stroopte brutaal de mouw van zijn colbert omhoog en siste vervaarlijk tussen haar tanden.
Bijzonder fraai klokje, meneer. Niet normaal gewoon. Hoe bent u eraan gekomen, als ik vragen mag?
Weet ik veel, zolang het tikt ben ik tevreden. Maar evengoed bedankt voor het compliment.
Geen dank.
Hij gaf te kennen nu toch echt door te willen lopen. Maar in plaats van zijn arm los te laten, schudde ze meewarig met haar hoofd. Op zijn vragende blik antwoordde ze dat ze het waagde te betwijfelen of de wijzers de correcte tijd aangaven.
Nou en, zei Jim, wat kan jou dat eigenlijk schelen?
Op het moment heel veel.
Gelul vrouwtje, het is sowieso altijd veel en veel later dan iedereen denkt.
Krijg nou wat, klonk het sarcastisch, hier spreekt een ware filosoof!
Hij begon zacht te kreunen en beweerde van etiketten te walgen.
Goh, zei ze, hebben we dát toch maar mooi met elkaar gemeen…
Sorry, maar nu moet ik toch echt verder, drong Jim aan.
Uiteraard. Neem me niet kwalijk dat ik me zo heb laten gaan. U wilt waarschijnlijk zo snel mogelijk uw arm terug.
Dat heb je goed geraden, Pippi.
Met horloge en al, mag ik aannemen?
Inderdaad, als dat zou kunnen.
Want anders komt u mogelijk te laat op uw afspraak, en heb ik u indirect te schande gemaakt?
Hoezo te schande?
Oh, vanwaar dan die enorme haast?
Omdat iemand bezig is me te stalken.
Okay, wie zou dat kunnen zijn?
De vraag stellen, zei Jim, is ‘m beantwoorden.
Is dat een feit?
Zeker weten.
Wou u hiermee beweren dat ik het ben?
Ik hoef helemaal niks te beweren, je bent het gewoon.
Bullshit, meneer. Ik zie u vandaag notabene voor het eerst.
Hoor die haan eens tekeergaan!
Een haan, in deze drukke winkelstraat?
Omdat je me verloochent, Pippi.
Kut, zei ze, driewerf kut.