Edzard Dideric – ESOPET (ofwel beestachtige fabels & fabelachtige beesten): DRIE VALSE GETUIGENISSEN (4)

Een schaap wordt aangesproken door een boosaardige hond.
“Geef het brood terug dat ik, toen je verging van de honger, je geleend heb.”
“Ik heb helemaal nooit iets van je geleend,” zegt het schaap verbaasd.
“Welles, “ zegt de hond, “ik kan meerdere getuigen oproepen die het kunnen bevestigen.”
De eerste die komt opdagen, is de wolf.
“Ik weet absoluut zeker, “zegt hij, “dat het brood aan het schaap geleend is.”
De tweede is de wouw.
“Ik zweer, “zegt deze, “dat ik het eveneens gezien heb.”
Als derde komt meneer de havik aangevlogen om zijn zegje te doen.
“Het valt niet te ontkennen dat je het wel degelijk gekregen hebt.”
Vals of niet, omdat de drie getuigenissen zijn schuld bevestigen, is het schaap gedwongen, ter betaling voor wat het nimmer ontving, zijn vacht af te staan.
Het is duidelijk: een bedrieger die zelfs zijn vrienden dwingt te liegen, heeft er alles voor over om een onschuldige erin te luizen.