Edzard Dideric – ESOPET (ofwel beestachtige fabels & fabelachtige beesten): DE LEEUW OP LEEFTIJD (16)

Een door ouderdom verzwakte leeuw die zijn einde voelt naderen, ziet een everzwijn lopen waarmee hij nog wat te verhapstukken heeft. De rotzak heeft hem ooit, voor iets wat de leeuw had geflikt, tegen zijn kop getrapt en verwond met zijn scherpe slagtanden.
“Ach! “ roept hij, “was ik nog maar in de kracht van mijn leven en de almachtige baas van alle dieren. Tegenwoordig word ik voortdurend beledigd, tegen mijn edele en onedele delen geschopt, en doet niemand meer iets voor me.”
Inderdaad, het leven kan hard zijn. Maar wie geen tand meer over heeft, zal toch echt een toontje lager moeten zingen.