Edzard Dideric – ESOPET (ofwel beestachtige fabels & fabelachtige beesten): DE JALOERSE EZEL (17)

Een rijk man heeft behalve een ezel ook een hond. Dat hij deze meer waardeert, maakt de ezel stinkend jaloers. De viervoeter heeft gewoon een luizenleven, met een baas die de hele tijd met hem speelt. Wat bezielt die man, vraagt de ezel zich af, om zoveel schik hebben in dat rotbeest? Ik werk stukken harder en heb veel meer te bieden. Zoals bijvoorbeeld het dragen en vervoeren van zware lasten. Ik wil ook vriendjes met hem zijn.
De eerstvolgende keer dat de baas hem ziet, steekt de ezel zijn staart in de lucht, en begint hij te dansen, te lachen en te zingen. In zijn enthousiasme springt hij echter per ongeluk met zijn voorpoten op de man. Om hem te troosten, wil de ezel hem, net als de hond, op de mond te kussen.
“Help! Help!” roept de baas, “Je hebt me ernstig bezeerd!”
Hierop komt een van zijn knechten aangelopen, om de ezel een pak ransel te geven dat hij niet gauw zal vergeten.
Vergeleken bij anderen voelt menigeen zich tekortgedaan, en koestert daarom wrok jegens eenieder die het beter heeft.