Dick Berts – HET BUSINESSPLAN VAN VINCENT VAN GOGH

Concept businessplan van 20 augustus 1882 opgesteld door Vincent ten behoeve van zijn zakelijk manager Theo;

“Verdenk mij vooral niet van onverschilligheid omtrent het verdienen, den naasten weg daartoe in te slaan is ’t geen ik bedoel. Mits het tot werkelijke en blijvende verdienste zij die ik voor mij slechts in ’t verschiet zien kan op conditie er iets waarachtig goeds in mijn werk komt, niet door uitsluitend werken op verkoopbaarheid – dat men later bezuren moet – maar door opregte studie van de natuur.
Was het dat gij aan het geschilderde zaagt dat het daarmee het meest vlotten zou kunnen, zoo zou ik natuurlijk niet weigeren meer te schilderen. Alleen als het is dat het nog lang duren moest eer ’t verkoopbaar werd zou ik zelf de eerste zijn om te zeggen, dan moeten we ’t intusschen met de meest mogelijke zuinigheid aanleggen, en door teekenen vermijdt men veel kosten en gaat zeer zeker solide ofschoon langzaam vooruit. Ik zie in deze geschilderde dingen eene verandering en ik schrijf het U omdat gij beter dan ik zoudt kunnen zeggen in welk verband dit tot den mogelijken verkoop zou kunnen staan. Het komt mij voor de geschilderde studies aangenamer zijn om te zien dan ’t geen ik teekende in elk geval. Voor mij zelf hecht ik minder aan het meer aangename, minder magere effekt en stel het doel dat ik bereiken wil in de uitdrukking van strenger en mannelijker dingen, waar ik eerst nog veel voor sjouwen moet. Maar was het dat gij zeidet: werk op die boschgezigtjes of landschappen of marines, dan hoeft dat grooter en ernstiger dingen niet te verhinderen en zou ik daar niet op tegen hebben.

Alleen ik zou moeten weten dat zij de penseelen, de verf, het doek waard zijn en ’t geen geldverspillen is er veel te maken maar de kosten er weer uit zijn te halen. Was dat zóó of kon het zoo worden dan kon het een middel worden om mij in staat te stellen moeielijker dingen te ondernemen. In dat geval zou ik er zelfs met groote ambitie op werken. Ik wil beginnen ze nog wat te laten rijpen, nog wat hooger op te voeren. Dan, over een paar maanden b.v. stuur ik U er eens iets van en kunnen we zien. Ik geloof dat de meeste schilders op deze wijs zich naar hooger dingen hebben opgewerkt. Dingen die slecht waren van beginsel, onwaar en valsch van rigting, zou ik niet willen maken omdat ik de natuur te lief heb. Maar wij staan voor deze kwestie: om tot iets hoogers en beters te komen moet ik nog veel studies maken. Wat zal ’t voordeeligst uitkomen, die studies te teekenen of te schilderen? Dan wanneer de geschilderde onverkoopbaar zijn, zeer zeker is het dan voordeeliger te teekenen met houtskool of iets anders. De reden waarom ik zelf zeer blij ben met het schilderen is niet het aangenamer aspect maar het geeft mij licht in andere kwesties van toon en vorm en stof waar ik tot nu toe voor stond en magteloos was en nu met dit middel eens kan aanvallen. Ik zie nu b.v. ook meer kans om weer eens met houtskool te beproeven en resultaat te krijgen.Maar gesteld het was mogelijk de kosten goed te maken van geschilderde studies, dan wilde ik U zeggen dat ik uit principe daarop niets zou tegen hebben nu ik zie dat het mij eenigzins vlot en misschien een buitenkansje zou kunnen worden. Uit principe heb ik alleen tegen op het spendeeren van verf voor dingen die men met iets anders ook leeren kan, dan, wanneer er van verkoop toch nog geen kwestie is. Noch U noch mijzelf zou ik op kosten willen jagen die noodeloos zijn maar ik zie duidelijk dat de geschilderde dingen een aangenamer aspect hebben.– Dit brengt mij in twijfel wat te doen.Mijn geld is nog niet geheel op – maar veel heb ik niet meer – wij hebben heden den twintigsten als ik ’t wel heb, voor huiselijke behoeften heb ik deze maand eer minder dan meer uitgegeven dan gewoonlijk. Ik heb dus nu wel in eens veel moeten geven voor schildergerij maar er is veel bij wat op den duur blijft. Maar alles is wel duur. Ik hoop gij spoedig wat zenden kunt. Ontvang een hartelijken handdruk in gedachten en geloof me

t. à t.
Vincent”.

Gerealiseerde verkoop tijdens zijn leven: een schilderij.
Aankoopbedrag van zijn schilderijen nu: boven de honderd miljoen euro per stuk.

1 Comment

  1. Geweldige vergelijking, geen spelt tussen te krijgen. Van Gogh was straatarm, nederig en toegewijd. Alleen zijn broer zag zijn talent en hielp hem. Daardoor kon er een oeuvre ontstaan en behouden blijven voor het nageslacht.

    Misschien moet Rob het geen museum noemen, maar een expositie ruimte annex woonatelier waar hij zijn collectie en eigen werk tentoonstelt. Wonen en werken lopen in elkaar over. Daar heb je geen businessplan voor nodig.

    Hij leeft van zijn werk en voorziet daarmee in zijn levensbehoefte en vaste lasten voor zijn woon/werk ruimte. Dat is het gehele postkantoor.

    Zijn naam en reputatie zijn tijdens zijn leven al gevestigd in tegenstelling tot Van Gogh. Op grond daarvan zou er al genoeg vertrouwen moeten zijn. Zijn business plan is het gebruik en de invulling van het hele gebouw. Dat onderscheid hem van andere kunstenaars.

    Als er veel bezoekers komen kunnen de extra inkomsten in het onderhoud van het gebouw gestoken worden, waarvoor hij een gebruiksovereenkomst krijgt met als enige voorwaarde dat het gebouw deels opengesteld wordt voor publiek en de buitenkant er toonbaar uit ziet.

    Je kunt een redelijke gebruiksvergoeding afspreken of een afspraak maken over de voorwaarden dat het gebouw onderhouden wordt met eigen geld en middelen. Mocht dit niet opgebracht worden dan kan de gemeente altijd nog bijspringen.

    De gemeente kan dit risico best nemen, ook omdat de kans groot is dat er veel mensen van buitenaf op af komen. En dat is precies wat Den Helder nodig heeft.

    Dat kan de gemeente zelf laten onderzoeken zodat ze een goede afweging kunnen maken. Zo’n marketingonderzoek is per definitie natte vinger werk, dus het moet hem ook gewoon gegund worden.

    Als je iemand van naam en faam binnenhaalt en daar een slooppand voor op moet offeren ben je dus spekkoper als stad. De enige manier om dit van de grond te krijgen is om in gesprek te gaan.

    Druk kun je uitoefenen door het pand niet te verlaten, maar dan moet je degene van wie je iets gedaan wil krijgen (de gemeente) wel een uitweg en oplossing bieden. Tegelijkertijd moet de gemeente bereid zijn Scholte gebruik te laten maken van het pand.

    Bekvechten en beledigen heeft geen zin, hou het zakelijk. Je moet roeien met de riemen die je hebt en het ene college is het andere niet. Zolang er nog geen procedures zijn aangespannen is alles nog mogelijk.

    Succes!

Reacties zijn afgesloten bij dit onderwerp.