Cor Hendriks – Wicca Man (met video)

Heksen zijn populair, of het nu om Harry Potter (https://nl.wikipedia.org/wiki/Harry_Potter_(boekenreeks)) gaat of om tv series als Charmed (https://nl.wikipedia.org/wiki/Charmed_(televisieserie)), Buffy the Vampire Slayer (https://nl.wikipedia.org/wiki/Buffy_the_Vampire_Slayer_(televisieserie)), of Eastwick (https://nl.wikipedia.org/wiki/Eastwick_(televisieserie)). Overal zien we een beeld van heksen, dat in weinig opzichten overeenkomt met het beeld van de heks, zoals dat naar voren kwam uit volkssagen en bij de heksenprocessen uit het verleden. Zo gaat Harry Potter (denk even aan zijn bril) naar een heksenschool om hekserij onder de knie te krijgen, terwijl Willow (https://en.wikipedia.org/wiki/Willow_Rosenberg) uit de serie Buffy zich met Mr. Giles (https://en.wikipedia.org/wiki/Rupert_Giles) verdiept in “literatuur” en naar aanleiding daarvan experimenten doet met haar vriendin Tarazich, die zichzelf heks noemt  (https://en.wikipedia.org/wiki/Tara_Maclay) en beschikt over “krachten”.

Ook de drie zich heks noemende zussen uit de serie Charmed beschikken over speciale krachten, daarom worden zij The Charmed Ones genoemd. Zij hebben deze krachten geërfd van hun grootmoeder, van wie ze ook het Book of Shadows (https://nl.wikipedia.org/wiki/Boek_der_Schaduwen_(Charmed)) hebben gekregen, dat hen in de strijd tegen het kwade terzijde staat. In dit boek, dat op zolder op een lessenaar wordt bewaard, noteren ze ten bate van toekomstige heksen hun ervaringen met de strijd tegen het kwaad (demonen), zoals bijvoorbeeld een spreuk om de demon Belthazor op te roepen, die eindigt met:
Be he far or be he near,
Let the demon Belthazor come here,
verluchtigd met tekeningen en zelfs foto’s (zoals ook staan in het heksenboek van Eastwick).

Phyllis Currot - Book of Shadows (foto Google)

Phyllis Currot – Book of Shadows (foto Google)

Het Book of Shadows (https://en.wikipedia.org/wiki/Book_of_Shadows_(biography)) is ook de titel van een boek uit 1998 van Phillys Curott (https://en.wikipedia.org/wiki/Phyllis_Curott), hogepriesteres en president emerita van het Verbond van de Godin (https://en.wikipedia.org/wiki/Covenant_of_the_Goddess), de oudste en grootste internationale organisatie in de Wicca traditie van de Oude Religie van EUropa. Zij verklaart, dat het hier het dagboek van een heks betreft. In The Book of Wicca (London 2001 = Heksen en Witte Magie | Wicca, Kerkdriel, 2002) van de zelfstandig opererende hogepriesteres Lucy Summers komen we deze term ook tegen. In haar voorwoord wijst ze er op, dat de woorden voor de rituelen afkomstig zijn uit haar eigen “book of shadows” en dat zij de Gardneriaanse en Alexandrinische traditie volgt. Volgens haar worden in deze  Shadow boeken spreuken, rituelen en werktuigen nauwkeurig beschreven. Een afbeelding van haar Book of Shadows is opgenomen en toont een pagina, overdekt met kleurrijke teksten en tekens, meer een ‘kunstenaars‘ dagboek. In de achterin bijgevoegde woordenlijst wordt het Boek der schaduwen omschreven als het traditionele werkboek van elke heks, waarin al haar of zijn rituelen, spreuken en richtlijnen door henzelf bijgehouden worden. Ook door de “oprichter” van de recentere Wicca beweging, Wikka Man, Gerald Gardner, zijn boeken over Wicca zijn in de jaren 60 populair geworden, wordt een dergelijk ‘Book of Shadows’ beschreven, waarin de rituelen en spreuken van een  Wicca Man (of vrouw) worden besproken. Het ontstaan en de inhoud worden besproken door Francis King in zijn boek over Aleister Crowley (The Magical World of Aleister Crowley, London, 1977, p. 175177). Uiterlijk was Gardner, een ‘self styled’ heks en grotendeels verantwoordelijk voor de explosieve groei van de moderne hekserij, een 4e graad ingewijde in de OTO (de zichzelf bij de Tempeliers indelende orde, waaraan Crowley de leiding gaf) en die door Crowley geautoriseerd werd om een ‘basis’ voor de orde op te zetten en om de eerste drie graden te verlenen aan wie, dat maar begeerde. Gardner was, aldus King, niet bijzonder geïnteresseerd in de seksuele magie van OTO, had daarentegen een sterke neiging tot flagellatie (zelfkastijding), evenals voor occultisme en besloot deze twee voorkeuren te combineren in zijn eigen versie van de heksencultus, die rituelen betroffen, waar naaktheid, flagellatie en ook copulatie (geslachtsgemeenschap) in waren opgenomen. Hij huurde Crowley om voor hem rituelen te componeren en deze rituelen werden als instructies voor operatieve hekserij gezamenlijk bekend onder de naam The Book of Shadows en dit persoonlijke boekwerk vormt nog steeds het belangrijkste technische handboek, dat in gebruik blijft bij leden van de cult. Het bevat enerzijds een curieus mengsel van ‘Crowleyanity’ (dat wil zeggen ‘Magick’, zoals Crowley deze rites noemt noemt) en anderzijds Gnostische survival, zoals opgetekend werd door G.C. Leland in zijn 19e eeuwse studies van de Italiaanse folklore. Hiermee doelen we op het omstreden boek Ariada, or the Gospel of the Witches (1899), waarin de mythe wordt verteld over Ariada (of Herodias), de dochter van Diana en haar broer Lucifer, die, toen de mensen zwaar onderdrukt werden, door haar moeder naar de aarde werd gezonden om de onderdrukten de geheimen van magie te leren om zo de aristocratie en de priesters te kunnen verslaan. In een aflevering van Buffy deed de Wicca heks Willow, toen ze verdwaald raakte in het betoverde studentenhuis, het volgende gebed:

Aradia, goddess of the night,
Send me a guiding light.

Onmiddellijk verscheen een “lichtje”, dat haar de weg wees, maar doordat ze zich niet op één doel wist te focussen, splitste het lichtje zich, enzovoort, tot ze geheel omgeven was door om haar heen zoemende lichtjes, een bekend thema uit volksverhalen (zie de aan stukken gehakte zoutmolen in ATU 365, et cetera).

Gardner deed de eerste aankondiging van zijn heksencultus in 1954 in Witchcraft Today en initieerde daarna velen in zijn cult, waaronder ook veel Amerikanen. Na zijn dood in 1964 raakte de cult versplinterd en de voornaamste richting is de Alexandriaanse, die lovend ook door Summers wordt genoemd, gesticht door Alec Sanders. Zijn versie van The Book of shadows zou volgens King identiek aan de Crowley-Gardner versie, terwijl ook andere ceremonieën, uitgevoerd door de zichzelf “King of the Witches” noemende Sanders, maar die niet beschreven staan in het heilige boekwerk van zijn organisatie, direct afgeleid zijn van Crowley’s OTO. Zo gebruiken de Alexandrianen bepaalde kruiden extracten, door hen ‘fluid condensers’ genoemd, als hulpmiddel om helderziendheid en andere occulte krachten te verkrijgen. Zowel de namen zelf van de recepten als de methoden ter bereiding van deze extracten zijn afkomstig uit de geschriften van Franz Bardon, een Duits lid van OTO. Alexandriaanse ‘covens’ bestaan vandaag (1977) in Frankrijk, Duitsland, Engeland en de VS.

Gardner claimt, dat de Books of Shadows in origine gecompileerd werden in een tijd, dat de heksen gevaar liepen aan de galg of op de brandstapel te eindigen, maar in zijn boek Witchcraft Today vernemen we daar inhoudelijk geen woord over, wel geeft hij een in alle heksen geschriften meestal op de eerste pagina voorkomende waarschuwing weer:

Keep a book in your hand to write. Let brothers and sisters copy what they will but never let this book out of your hand, and never keep the writings of another, for if it be found in their hand of write they will be taken and tortured. Each should guard his own writing and destroy them whenever danger threatens. Learn as much as you may by heart and when danger is past rewrite your book (…)” [o.c., London 1956 (= 1954), 51 zonder opgaaf. Is dit uit Lelands Aradia of heeft hij dit van een van “zijn” heksen, zoals hij zijn informanten zonder hen een naam te geven noemt?].

Gerald B. Gardner - Witchcraft Today (foto forum.girlscene)

Gerald B. Gardner – Witchcraft Today (foto forum.girlscene)

Dit boek, Witchcraft Today, is sterk beïnvloed door het werk van de Britse Egyptoloog Margaret Murray, die het van een lovend voorwoord voorzag. Ook in haar werk over de heksencultus in West EUropa lezen we over boeken. Zo schrijft ze over The Red Book of Appin, dat met een list van de duivel gestolen zou zijn, dat het onder andere bezweringen om vee mee te genezen bevat, die mogelijk in het boek genoteerd  staan als resultaat van veel experimenten, want we weten, dat de heksen verslag moesten uitbrengen aan de duivel van al de hekserij, die ze bedreven hadden sinds hun laatste sabbat, en dat deze activiteiten dan door hem of zijn klerk werden genoteerd en daarna door hem weer gebruikt werden om de heksen te instrueren. Murray geeft hiervoor slechts magere bewijzen; alleen Fian, de leider van de North Berwick heksen (Schotland, 1590), bekende:

That at the generall meetinges of those witches, he was always present; that he was clarke to all those that were in subiection to the Divels service, bearing the name of witches; that alway hee did take their oaths for their true service to the Divell; and that he wrote for them such matters as the Divell pleased to command him” [Murray, 1963 (= 1962/1921), p. 187).

Een ander verhaal, dat een duivelsboek betreft ene Mr. Williamson uit Cardrona, die kennelijk bij wijze van grap het duivelsboek van de heksen stal, terwijl zij dansten op Minchmoor, maar zij achtervolgden hem en hij gaf het aan ze terug. Murray merkt hierbij op, dat ze ontleend zijn aan de Berwickshire Naturalists Club (XI, 265), dat ons helaas noch haar oorsprong noch enige tijdsindicatie van het gebeuren geeft, maar dat we wel herkennen als een “modern” volksverhaal. Er is namelijk nog een ander duivels boek, zoals ook Murray heel goed weet, en dat is het boek, waarin de heksen meestal met hun eigen bloed hun handtekening moeten zetten, zoals bijvoorbeeld Deliverance Hobbs (Salem, 1692). In The God of the Witches zegt Murray over dit boek:

“(…) but this is probably a confusion with the Devil’s book in which the records were made at the Sabbaths” [Essex 1962 = 1932, p. 76].

Dit boek speelde echter een veel belangrijkere rol in volksverhalen en processtukken als het instructieboek zelf. Zo stelt de zichzelf ‘Witch finder General’ noemende John Hopkins zich in de apologie in zijn boek Discovery of Witches ferm op ten aanzien van het hiervoor beweerde:

“(…) that he certainly must have met the Devil and cheated him of his Book, in which were written the names of all the witches in England, [that] if he had been too hard on the Devil, and got his book, ‘it had been to his great commendation, and no disgrace at all’” [Sergeant, Philip W., Witches & Warlocks, London, 1996 = 1936, p. 107].

Naast te Salem komen we dit boek tegen in Mora (Zweden), in Bamberg, et cetera. Ook in volksverhalen is dit boek populair, zie bijvoorbeeld het volgende verhaal uit Coesfeld, opgenomen in 1928 1929 onder de titel “Das Hexenbuch”: Een vrouw spreekt de wens uit te kunnen heksen en krijgt kort daarop bezoek van een vrouw met een groot boek, waarin ze haar naam moet schrijven om dat te kunnen. Ze schrijft: “Jesus, Maria, Joseph! Stehet mir bei!” De heks moet het boek achterlaten en de vrouw probeert het zonder succes weg te gooien in water en in vuur.  Ze geeft het dan maar aan een geestelijke mee [Bügener, Coesfeld, 1981, p. 84f].

Hier zien we ook, dat volksverhalen een hele andere kijk op het leren van hekserij hebben als de Wicca: initiatie in Wicca gaat geen wijsheid geven en maakt je niet tot een echte heks (al mag je jezelf wel zo noemen).

Een felle tegenstander van de Wicca beweging is de onheilsprofeet Hal Lindsey, die in zijn boek Satan leeft onder ons deze cult onder de loep neemt en uitermate zorgwekkend vindt. Zo zag hij op een campus tv uitzending een studente, die verklaarde heks te zijn. “Om heks te worden,” verklaarde de aardige studente, “moest ik driemaal het Onze Vader achterstevoren opzeggen, terwijl ik naar een kaars staarde.” Ze vervolgde met de opmerking niets tegen het Christendom te hebben [o.c. 1972, p. 28] Lindsey tuint hier echter in een volksverhaal, want wie kan het Onze Vader achterstevoren opzeggen? Volgens King is dit een methode, “supposedly indulged in by evilly disposed peasant witches, the servants of Satan.” [183] We komen het tegen in de verklaring van Ann Armstrong (Northumberland, 1673) naar aanleiding van een vreemd ritueel op een brug:

She and the rest had drawne their compasse [dit is een tovercirkel] nigh to a bridg end, and the devil placed a stone in the middle of the compasse, they sett themselves downe, and bending towards the stone, repeated the Lord’s prayer backwards.” [Murray 1962, p. 108, Nr. 2]

Een ietwat ingewikkelder manier om hekserij te leren kreeg de oude moeder van een oude vrouw te horen van een Zigeunerin: “Neem de bij het Avondmaal gekregen Hostie in de hand naar het kerkhof, ga er driemaal omheen, waarbij je de geloofsbekentenis en het Onze Vader achterstevoren zegt. Dan komt een grote zwarte pad, de duivel zelf. Geef hem de hostie te vreten en dan kan je de mensen alles aandoen wat je wilt” [Agricola, 101, Nr. 125, I].

Van dit verhaal kent Murray ook twee versies. De eerste speelt zich af aan het begin van de 19e eeuw. Twee oude dames gingen naar de ochtenddienst in de Llanddewi Brefi kerk en namen deel aan de Heilge Communie; maar in plaats van deze op te eten, zoals de andere communicanten, hielden zij de Hostie in hun mond en gingen naar buiten. Toen liepen ze buiten negen maal om de kerk en de negende keer kwam de Boze uit de kerkmuur in de gedaante van een kikker, aan wie ze het brood uit hun mond gaven. Door het doen van dit kwaad zouden ze zich aan Satan verkocht hebben en heksen geworden zijn.

De tweede versie van Murray gaat over een man uit Penbrokeshire, die vertelde, dat hij het brood van zijn eerste Communie in zijn zak stopte. Toen hij de dienst verliet, kwam hem een grote hond tegemoet bij de poort, waaraan hij het brood gaf, aldus zijn ziel verkopend aan de Duivel. Sindsdien kon hij heksen [Murray 1962, p. 226].

Dergelijke verhalen zijn er meer in Engeland te vinden. Zo is er een methode om een man te dwingen met je trouwen: houd bij het acht uur avondmaal de hostie in de mond, ga dan naar het kerkhof, waar een pad is. Spuug voor die pad de hostie uit en vreet hij die op, dan kan je de jongeman om je vingers wikkelen [Agricola, p. 101, Nr. 125, II].

Een methode om heks te worden uit Cornwall beveelt aan om de hostie niet door te slikken, ’s nachts driemaal rond de kerk te dragen, van zuid naar noord, het oosten drie maal kruisend. De derde keer zal er een grote pad met open muil zitten; stop de hostie erin, zodra die is doorgeslikt, zal de pad de kandidaat driemaal in het gezicht blazen. Vanaf dat moment is hij een heks, te herkennen aan de vijf zwarte, diagonaal gerangschikte, vlekken onder de tong [FLJ 5, 1887, p. 198].

Dit doet denken aan een curieuze passage uit de getuigenis van James Device in Lancaster Castle, 1612, waaruit blijkt, dat hij niet altijd een gewillige tovenaar is geweest. Zijn oma, Old Demdike, zei hem (on Shear Thursday two years ago) naar de kerk te gaan, de hostie niet door te slikken, maar door te geven aan dat hij op zijn weg naar huis zou tegenkomen. Hij slikte hem echter door en kwam onderweg een haas tegen, die om de hostie vroeg en kwaad werd, toen hij hem niet kreeg, maar verdween toen hij het kruisteken maakte [Sergeant, p. 72; Murray, p. 227].

We kunnen het verhaal nog verder vervolgen terug in de tijd en elementen ervan ontdekken in de pauselijke bul van Gregorius IX uit 1332, gezonden aan de bisschoppen van Paderborn met betrekking tot de kruistocht tegen de opstandige Stedingers, die begint met de zin: “Als een novice geïnitieerd gaat worden en gebracht wordt voor de vergadering der booswichten voor de eerste keer, verschijnt een soort kikker, een pad volgens sommigen.” Verderop in de brief schrijft de paus, dat elk jaar met Pasen, als ze het lichaam van Christus in de vorm van een hostie ontvangen van de priester, ze deze moeten bewaren in hun mond en wegwerpen in vuil (bedoeld is de beerput) als een belediging tegen hun Heiland [Baroja, 74-76].

In sagen worden soms eenvoudige methoden gegeven om heks te worden. “Ga om middernacht twaalfmaal rugwaarts rond de kerk” [Agricola, p. 109, Nr. 125, I]. Een andere eenvoudige methode zien we in de volgende Engelse sage: een meisje vraagt een oude vrouw haar te leren heksen en moet daarom om middernacht terugkomen. Dan zegt de oude vrouw: “Ga staan, buk je en raak met je vingertoppen je tenen en zeg dan: alles, wat ik tussen mijn vingertoppen en tenen heb, overhandig ik je” (ze bedoelt aan de Zwarte). Het meisje doet het, zegt: “Alles, wat ik tussen mijn vingertoppen (…),” ziet dan een grappig ventje binnenkomen, dat tegenover haar gaan zitten, ze wordt bang en vervolgt: “(…) en mijn tenen heb, overhandig ik jou, God, de Almachtige!” Onder luid geraas verdwijnt het mannetje, de oude vrouw wil haar doden en het meisje gaat er vandoor [Agricola, p. 109f, Nr. 125, II].

Een vergelijkbare methode om heks te worden zien we in de bekentenis van de 14 jarige Annabil Stewart in 1677 te Paisley. Op aanraden van haar moeder en Besse Weir legde ze haar hand op de kruin van haar hoofd en de andere op de zool van haar voet, zo zwoor, dat ze zich overgaf aan zijne Satanische majesteit [Fielding, 1945, p. 143].

Wicca LED licht (foto glasstattoo)

Wicca LED licht (foto glasstattoo)

Deze methode van het rond de kerk lopen is ons ook bekend in de sagen uit Mecklenburg. Om het heksen te leren moet een meisje zes weken een spreuk zeggen en dan met een zwarte hen driemaal tegen de zon in rond de kerk gaan. Een tegenovergesteld verhaal is: een meisje, dat van hekserij genezen wil worden, moet van de pastoor drie maal met de zon mee om het kerkhof gaan [Agricola, p. 390]. Dit rond de kerk gaan komt al voor bij het Schotse proces in 1590: de vrouwen gingen zes maal en de mannen negen maal in processie rond de kerk van North Berwick [Baroja, p. 128].

We kunnen deze verhalen misschien gebruiken om het volgende onduidelijke ritueel te verklaren, dat de oude smid van Allersdorf uit zijn jeugd aan ons overleverde. Twee broers moesten om precies middernacht door de sleutelgaten van twaalf kerken kijken. De reden hiervoor is onduidelijk. De mensen zeiden, dat de broers het moesten uitvoeren, maar konden er geen verklaring voor geven. Toen ze bij de zesde kerk kwamen, gaf een vreemdeling hen een kroes en vroeg hen die mee te nemen. Onderweg werd de kroes steeds zwaarder en toen ze thuiskwamen, vloog er een kraai uit, die dagelijks in verschillende gedaantes terugkwam en hun huisspook werd. Het gezin verhuisde, maar het spook bleef hen volgen [Sebald 1993, p. 85f].

Wicca (foto powerlisting.fandom)

Wicca (foto powerlisting.fandom)

Het zal duidelijk zijn, dat het spook de ‘familiar’ is, een hulpduivel, die het mogelijk maakt om hekserij uit te voeren, en dat het ritueel bedoeld is om ingewijd te worden in de kunst van het heksen. Een andere versie, die zich ook afspeelt bij de kerk en eveneens met een kraai als spook, komt uit Sleeswijk-Holstein, waar een heksenmeester uit Fissau een meisje meeneemt naar het kerkhof van Eutin, waar ze de ringklopper van de kerkdeur moet beetpakken en zeggen:
Hier faat ik an den Karkenrink
Und schwöre Gott af un sien Kind.
Naderhand heeft ze spijt en de pastoor geeft zijn mening:
Es is kein Sünder so groß,
der sich nicht legt in Christi Schoß.
Op haar sterfbed spreken ze af, dat ze na haar dood hem komt berichten als duif of kraai. Ze komt als kraai en zegt:
Gott einmal verschworen,
bleibt ewig verloren!
[Müllenhoff 1976 (= 1845), p. 228f, Nr. 334]
Ook in Mecklenburg moet de heksenleerling de klink aan de kerkdeur beetpakken en God afzweren [Agricola, p. 390].

De afzwering formules vormden een vast onderdeel van de bekentenissen bij de heksenprocessen van de 15e – 17e eeuw. Te Evreux verloochende in 1453 Willem Adeline, de prior van Clerveaux, het geloof in de Drie eenheid, de maagd Maria, het kruis, het wijwater, het heilige brood en de verering van alle kruizen onderweg en elders. Schoenmaker Hans Heymen bekende in 1466 te Biel in Wallis het geloof in God en in de heiligen verloochend te hebben. Te Tiersberg in 1486 had de kokkin Kunhin, toen ze met de ketterij (= hekserij) begon, God en de Maagd Maria verloochend. De heksen in Cavalese bij Trient (1595) ontkenden de almachtige God, de zaligste maagd Maria, heel de hemelse curie en de heilige Moederkerk, evenals het katholieke geloof. In 1654 bekende Anna Schäfflerin uit Erlingen, dat ze de Allerheiligste Drievuldigheid, de Moeder Gods Maria en alle lieve heiligen had afgezworen, zoals ook Anna Swayhoferin in 1666 de hoog heilige Drievuldigheid, de zaligste moeder Gods en het hele hemelse leger verloochende [Hansen, Quellen, p. 469, 577, 585, 598; Soldan-Heppe II, p. 69]. Om er een paar op te noemen van een zeer lange lijst van God lasteraars.

Het geloof in heksen is nu onderdeel geworden van het veld, dat bestreken werd door sagen. De Wicca leer doet wel een beroep op de eeuwen oude heksentraditie en claimt de naam heks voor eigen leden, maar de rituelen, die binnen de Wicca worden uitgevoerd, hebben in beginsel weinig uit te staan met de hekserij uit de sagen en het traditionele volksgeloof. Zo zijn aanbidding van de duivel, het verrichten van toverij om schade te veroorzaken, kannibalisme, orgiën en vliegen door de lucht op zich wezensvreemd aan Wicca. Deze traditionele thema’s zien we soms wel terugkeren in moderne (jeugd)literatuur als bijvoorbeeld bij Harry Potter, maar daarin speelt fantasie de hoofdrol en niet een oud volksgeloof.

Voor meer informatie over het traditionele heksenwezen en de initiatie in de heksenkunst, zie https://robscholtemuseum.nl/wp-content/uploads/2016/06/Initiatie-in-de-heksenkunst.pdf.

De onderstaande video (45:08) van Timeline World History Documentaries uit 2011 vertelt het verhaal van de spectaculaire opkomst van de Wicca religie in Engeland en van de excentrieke Gerald Gardner, die deze beweging oprichtte.

Timeline | World History Documentaries – Britain’s Wicca Man (Pagan Witchcraft Religion Documentary)

Gepubliceerd op 9 sep. 2017

Enjoying our content? You’ll love the Timeline History Channel app!

Download now!
|http://bit.ly/37jAP3b
Check out our new website for more incredible history documentaries HD and adfree.
http://bit.ly/2O6zUsK

Britain’s Wicca Man tells the extraordinary story of Britain’s fastest growing religious group Wicca and of its creator, an eccentric Englishman called Gerald Gardner.

Historian and leading expert in Pagan studies, Professor Ronald Hutton, explores the unlikely origins of modern pagan witchcraft and experiences first hand its growing influence throughout Britain today.

Gardner’s story and the story of Wicca itself is a bizarre one. The film tells of a peculiar man who saw that the world was ready for a new religion based on magic, sex, nature and ritual and gave it to us. Documentary first broadcast in 2011.

Content licensed from DCD Rights.

Produced by Matchlight.

Reacties
https://youtu.be/M56-6XA3h2M

Meer informatie
https://robscholtemuseum.nl/?s=Wicca
https://robscholtemuseum.nl/?s=Aleister+Crowley
https://robscholtemuseum.nl/?s=Book+of+Shadows
https://robscholtemuseum.nl/?s=heksen
https://robscholtemuseum.nl/?s=hekserij