Cor Hendriks – Inburgering in vroeger tijden (1)

ORDONNANTIE

Waar na de Perzoonen die van buyten
in deze Stad komen woonen zig voortaan
zullen moeten Reguleeren.

By de Vroedschap der Stad UTRECHT gearresteert
den 9. December 1765. en van den Stadhuyze
(more solito) gepubliceert den 21. dito.

Te Utrecht by de Wed. J.J. van POOLSUM, Stadsdrukster
en Boekverkoopster tegen over ’t Stadhuis, 1765.
MET PRIVILEGIE.
[8 p. gebonden; 21×16,5 cm; in eigen bezit]

Borgermeesteren en Vroedschap der Stad Utrecht, bevindende dat veele Vreemde en Ongequalificeerde personen van tyd tot tyd binnen dese Stad mitsgaders in de Voorsteeden en Vryheid van dien zig koomen ter neder te setten ‘t geen tot groot beswaar der arme kamers binnen dese Stad is strekkende en dit niet tegenstaande daartegens by iterative Publicatien en nog laastelyk op den 18. February 1751. was voorsien, hebben om ‘t zelve (soo veel doenlyk) voor te koomen, goedgevonden daar jegens op nieuws te statuëren, gelyk Haar Ed: Achtb: statuëren by desen.
(more solito = los, als zelfstandige uitgave; iterative = herhaalde; statuëren = vaststellen, bepalen; Ed: Achtb: = edelachtbaren)

Articul I.

Dat geene vreemde personen / wie zy ook zyn / ofte van wat religie / ‘t zy Mans of Vrouwen / huishoudende ofte ongetrouwde / onder wat prætext het ook soude mogen weesen / voortaan in dese Stad / Voorsteden of vryheid met ‘er woon zullen moogen koomen / ten zy dezelve alvorens hebben geobtineert ‘t regt van inwoninge, en van die vergunninge visie gedaan aan den Schout van de gebuurte. en in de Voorsteeden en Vryheid aan den Schout van den Geregte, waaronder zy koomen woonen / welke Schouten verpligt zullen zyn onder de selve Acte van inwoninge te stellen / dat sulks aan haar is vertoont / en voorts daar van aantekeninge houden / ten fine als Articul 7. gesegt sal worden / zullende dezelve Schouten daar voor van den vertoonder eens moogen genieten de somma van 12 stuyvers op pœne / dat die geene / welke Contrarie deses mogten werden bevonden / de facto wederom uyt de Stad en Vryheid van dien sullen worden uytgeset.
(prætext = voorwendsel; obtineren = verkrijgen; visie doen = laten zien; ten fine = teneinde; op pœne = op straffe; contrarie = tegengesteld, tegen)

II.

Dat nogtans van ‘t versoeken van ‘t regt van inwoninge zullen zyn ge-excuseert Renteniers en andere gequalificeerde persoonen / dewelke uyt Holland of elders sig alhier koomen nedersetten / item alle die hunne Burgerbrief bekoomen hebben / als meede Dienstknegten en Dienstmaagden, zoo lange zy in dienst en ongetrouwt zyn / item soodanige knegts en maagden die alhier by de respective Fabriqueurs en Baasen deser Stad koomen om te werken, te weeten so lange zy ongetrouwt zyn en langer niet / en sullen de respective Fabriqueurs [en] Baasen, en andere niemand uytgesondert / geene getrouwde knegts of maagden in hunne dienst moogen hebben / sonder alvoorens te hebben gesien dat deselve persoonen ‘t Borgerrecht of regt van Inwooninge hebben geobtineert / of voor dato deses alhier hebben gewoont op pœne van Ses Gulden ten behoeven van deser Stads Aalmoeseniers-kamer op elk te verbeuren.
(item = evenals)

III.

Dat de voorn: Dienstknegten en Dienstmaagden, welke soo lange zy ongetrouwt in dienst of werk zyn van ‘t versoeken van ‘t regt van inwooninge zyn ge-excuseert / ingevalle zy alhier koomen te trouwen / gehouden sullen zyn by ‘t aantekenen van hunne Huwelyksche Geboden aan de Heeren Commissarissen van desen Ed. Achtb. Gerechte te vertoonen / dat zy ‘t Borgerrecht off recht van inwoninge hebben geobtineerdt / off ten minsten ten genoege van gemelde Heeren te bewijsen / dat zy by ‘t inkoomen van de Stad aan de Schout van haar Buurte ofte Geregte in de Voorsteeden sulks hebben vertoont / op pœne / dat zy anders niet tot den Huwelyken Staat zullen worden toegelaten / immers en ten minsten verpligt binnen den tijd van agt dagen na ’t Trouwen uyt deze Stad en Vryheyd te vertrekken / op pœne van daar uyt geset te worden.
(ge-excuseert = vrijgesteld)

IV.

Werd mede aan een ygelijk dien ‘t aangaat / geinterdiceert en verboden / geen Verhuuringe van Huyzen off Kameren te doen aan Personen hier boven gemeld / ten waare aan dezelve behoorlijk blijke / dat deselve Personen ‘t Borgerregt off regt van inwooninge hebben bekomen / off voor dato deses alhier hebben gewoont / op pœne dat de Eygenaars dier Huysen off Kameren voor de alimentatie en versorgingen van voorschreven Personen in haar privé aansprekelijk sullen zijn / en sonder dat zy / bemerkende dat die Personen tot armoede vervallen door dezelve hen quijt te maken / zich van die last zullen kunnen ontslaan.
(interdiceeren = ontzeggen, verbieden)

V.

Dat ook geen bedeelt wordende Personen ymand wie hy ook zy by zig sullen mogen doen inwoonen / off eenige Kamertjens off gedeeltens harer Huyzinge aan den zelve verhuuren off vergunnen sonder alvorens daar van kennisse te hebben gegeven aan hunne respective Quartiermeesters, en van dezelve hier toe permissie bekomen / op pœne van niet alleen aanstonds de Bedeylinge te verliesen, maar ook daar en boven na bevind van zaken gecorrigeert te worden / en worden de Bodens van de Aalmoesenierskamer, en andere zulks incumbeerende gelast hier op goede toesigt te nemen / ook deselve Personen hier van behoorlijk te onderregten / op pœne van te verbeuren een boete van Ses guldens zoo bleeke dat zy zig hier inne niet na behoren hadden gequeten.
(incumbeerende = ‘betrokkenen’: incumberen = zich op iets toeleggen, wijden aan, ijveren voor)

VI.

Dat het egter alle Eygenaars vrystaan zal hunne Wooningen ofte Kameren aan Soldaten alhier in Guarnisoen leggende te verhuuren / des dat zy gehouden sullen zijn sorge te dragen / soo haast de Militie van Guarnisoen staat te veranderen / dat de Vrouwen en Kinderen der Soldaten in hare Huyzen ofte Kameren niet blijven woonen / maar ten eersten daar uyt vertrekken, op pœne dat zodanige Eygenaars der Huyzingen off Kameren gehouden sullen zijn / tot de alimentatie en onderhoud van die Vrouwen en Kinderen / door haar in hunne Woningen gelaten / contrarie deze ordre / even als in het vierde Articul is gesegt.
(ordre = order, bevel)

VII.

En op dat dese nadere Ordonnantie des te beter mag werden nagekomen sullen de Schouten der Gebuurtens, en van de Geregten in de Voorsteeden en Vryheyd behoorelyke toesigt nemen / dat geene persoonen (zonder aan ‘t hier voren gestatueerde te hebben voldaan) in hunne buurten zig koomen ter neder te zetten ofte verblyven / en in cas zy / zulke personen komen te ontdekken daar van met den eersten kennisse geven aan den Aalmoeseniers Heer van dat Quartier ten eynde dezelve dadelijk uyt deze Stad en Vryheyd mogen worden geweert / en zullen de Schouten verder alle half jaar / te weten in de maanden May en November respective off selfs off door de Bodens harer Buurt behoorlijk moeten nagaan / welke Persoonen in zijn Buurt off Geregt zijn koomen woonen / en daar van eene Lyste te formeeren / om dezelve aan den Aalmoeseniers Heer te overhandigen / met byvoeging off dezelve ‘t Borgerrecht off recht van inwooninge als in ‘t Eerste Articul gesegt is / hebben geobtineert / zullende by nalatigheyd hier van by hen telken reyzen verbeurt worden een boete van Ses gulden ten behoeve der Aelmoeseniers-Kamer, en daar en tegen voor elken ongequalificeerden welke zy zullen komen te ontdekken / genieten een præmie van Ses gulden door de Aalmoeseniers-Kamer aan henlieden te betalen / wordende de Bodens en Bodinnen derzelver Kamer elk in hun Quartier, gelijk ook de Bodens der Buurten, op pœne van cassatie en correctie / na bevind van saken / gelast mede hier inne goede toesigt te neemen.
(in cas = in ’t geval; telken reyzen = iedere keer)

VIII.

Dat de Quartiermeester dezer Stads Aalmoezeniers kamer bevindende uit de gemelde Lyste en opgave der Schouten, off andersins eenige ongequalificeerde Persoonen in deze off geene Buurte zijns Quartiers te woonen / daar van kennisse sal geven aan den Heer Hoofdman van ‘t Quartier, omme door zijn Ed. geprocedeert te worden tot dadelijke weeringe van zulke Personen / en ten eynde de Regenten dezer Stads Aalmoeseniers-Kamer behoorlyk dit alles souden konnen ontdekken en nagaan / zal door de respective Heeren Hoofdmannen een Lijst aan gemelde Kamer besorgt worden van de Schouten der Buurten in hun Ed: Compagnien woonende / off namaals in dezelve koomende aangesteld te worden.

IX.

Blijvende alle voorige Ordonnantien op dit subject / en voornamentlijk tegens de Soldate Vrouwen en Kinderen, wiens Mans elders Guarnisoen houden / gelijk ook omtrent de Bedelaars en Vagebonden in haar volle kragt / voor zoo verre dezelve deze niet en contrarieren.

Aldus by de Vroedschap der Stad Utrecht gearresteert den 9. December 1765. en van den Stadhuyze (more solito) gepubliceert den 21. dito.

In kennisse van my
J. H. VANDER DOES.

Zie document op pdf:
Inburgering1