Cor Hendriks – Een illustratie uit het boek van Stubbe (Engelsman: Staartman 9)

[Vervolg van het artikel van Elizabeth Staffell, ‘The Horrible Tail-Man and the Anglo-Dutch Wars’, p. 183, 185-186]

De afbeelding is uit H. Stubbe, ‘A Justification of the Present War against the United Netherlands’, London 1672, p. 40. Hij publiceerde twee even beledigende illustraties in een eerdere versie van hetzelfde tractaat, gedrukt in het jaar ervoor, maar deze prenten zijn verloren gegaan, als ze ooit bestaan hebben. Stubbe is een verre van betrouwbare bron over de schade daadwerkelijk aangericht door dergelijke werken, maar hij laat zien dat ze in staat waren intense Engelse verontwaardiging op te wekken. Als voormalig parlementariër was hij ingehuurd om de nogal wankele casus belli verklaring te verdedigen die de koning had uitgevaardigd om zijn breken van de Drievoudige Alliantie tussen Engeland, de Nederlanden en Zweden, overeengekomen in 1668, te rechtvaardigen. Karels actie in 1672 was onderdeel van zijn geheime plan om zichzelf te bevrijden van afhankelijkheid van het parlement door een alliantie met Lodewijk XIV, en daarom moest worden vermomd voor het Engelse publiek. De toon van Stubbes verhandelingen geschreven ter rechtvaardiging van de oorlog tegen de Nederlanden is hysterisch en tendentieus; hun doel was simpel de bevolking te verenigen in oppositie tegen de Nederlanders, om hen af te leiden van hun opbloeiende anti-Franse sentimenten. Bij een verzoek aan Lord Arlington om hem enige anti-Engelse prenten te verschaffen voor zijn pamflet schreef Stubbe in 1672: “De regel waarbij ik te werk ga is deze, dat geen natie ijveriger is voor hun eer dan de Engelsen; dat wanneer ze worden opgestookt, ze hun eigen belangen en vijandigheden vergeten.” Toen hij in de recente Engels-Nederlandse geschiedenis geen wandaad vond, die bij zijn demagogische doel paste, was hij genoodzaakt de slachtpartij van de Engelse kooplieden te Amboina uit de kast te halen, die in 1623 had plaatsgevonden. Dezelfde gebeurtenis wordt opgehaald in John Drydens even opstokende spel Amboyna van 1673, waarin, significant in deze context, de enige voorbeelden optreden gegeven door de Oxford English Dictionary van het woord ‘start’ gebruikt in het Engels voor ‘staart’: the wrede Nederlander zegt: ‘Hang ‘em base English sterts’; en, aan het eind: ‘Then in full Romers [drinkbeker, roemer], and with joyful Hearts / We’l drink confusion to all English Starts.’ Hoewel geen casus belli in 1672 was de belediging een betrouwbare achter de hand houder wanneer het aankwam op het opzwepen van verontwaardiging tegen de vijand. De Engelse staart was een handig uiteinde voor gebruik in uiterste nood (a useful extremity for use in extremis).

Hiermee zijn we aan het eind gekomen van het artikel van Elizabeth Staffell. Ik vond echter op het internet nog een boekje uit 1655, getiteld ‘Schrickelicke vertooninge van den Staet-suchtigen Duyvel’, waarmee ik deze serie wil besluiten.

PDF:
Engelsman – Staartman