Beantwoording Raadsvragen van de VVD-fractie over het Rob Scholte Museum

Raadsvragen

Nr. RV14.0078 (2014)

Beantwoording van de schriftelijke vragen, gesteld door de fractie VVD betreffende het Rob Scholte Museum
Aan de fractie VVD
i.a.a. de leden van de Gemeenteraad

Op 23 december 2014 heeft u onder verwijzing naar artikel 39 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de raad, de navolgende vragen gesteld over het Rob Scholte Museum:

1. Kunt u ons de door u aan Rob Scholte gevraagde businesscase overleggen?
Zo nee, op basis van welke afspraken en onderbouwing acht u de exploitatie van een dergelijk museum op die locatie kansrijk en wanneer heeft u daarover een besluit genomen? Immers, in het persbericht staat dat ‘de heer Scholte en de heer Kos zich verheugen op de samenwerking’.
2. Hoe verhouden de tot nu gemaakte afspraken met het Rob Scholte Museum zich met de gemeentelijke nota vastgoedbeleid en wat daarin opgenomen staat over de verhuur van gemeentelijke panden?
3. Wat zijn de kosten gemoeid met het opknappen en verhuurbaar maken van het voormalig
Postkantoor en op welke wijze zijn deze kosten gedekt?
4. Hoeveel huur gaat er per 1 januari 2015 voor dit pand door de heer Scholte annex Rob Scholte Museum betaald worden?
5. Is het college voornemens een extra subsidie te verstrekken aan het Rob Scholte Museum?
Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot ombuigingstaakstellingen op de subsidies?
6. Waarom vindt het college nu kennelijk wel dat legalisatie van wonen in dit gebouw mogelijk is?
7. Welk precedent schept dit volgens u als het gaat om besluiten t.a.v. andere instellingen/particulieren bij wie dwangbevelen zijn uitgevaardigd?
8. Welk precedent schept dit voor andere culturele instellingen?
9. Kunt u ons aangeven waarom voor de portefeuilleoverdracht in het college is gekozen?
10. Bent u ook van mening dat – in het kader van het nieuw elan en zeker met betrekking tot de financiële en planologische consequenties – u eerst de raad had moeten informeren voordat er überhaupt de conclusie kan worden getrokken dat het Rob Scholte Museum op deze locatie blijft?
Wij beantwoorden deze vragen als volgt

Vraag 1
Nee. De businesscase in wording is onderwerp van gesprek met de heer Scholte om tot het beoogde museum te komen. Zoals u op 9 december jl. is bericht zijn misverstanden opgeruimd en willen wij met de heer Scholte en uw raad in goed overleg de mogelijkheden van het Rob Scholte Museum
verkennen en invullen.

Vraag 2
Voor het voormalig postkantoor bestond geen nieuwe bestemming. Dat is nu veranderd. Op het resultaat van de hiervoor bedoelde verkenningen en de nog te maken zakelijke afspraken kunnen we niet vooruit lopen.

Vraag 3
Een en ander is afhankelijk van de invulling. De voorhanden informatie zullen wij met u delen in de komende verkenningen.

Vraag 4
Zie het antwoord op de vragen 1 en 2.

Vraag 5
Zie het antwoord op de vragen 1 en 2.

Vraag 6
Het college volgt het oordeel van de Commissie Bezwaarschriften die stelt dat de destijds met de gebruikers gesloten overeenkomsten het bewonen van het voormalig postkantoor niet uitsluit.

Vraag 7
Geen. De kwestie staat op zich.

Vraag 8
Zie het antwoord op vraag 7.

Vraag 9
Ja. De u gemelde ‘schone lei’ als nieuwe start in dit dossier, samen met een evenwichtige verdeling van aandachtsvelden en daarbij horende werklast liggen hieraan ten grondslag. In dat verband melden wij ook een tijdelijke overdracht van de portefeuille toerisme van wethouder Kos aan wethouder Visser.

Vraag 10
Zoals op 9 december is bericht willen wij, samen met de heer Scholte en uw raad het proces tot realisatie van het Rob Scholte museum verder vorm geven. Initiatieven daartoe kunt u op korte termijn tegemoet zien.
Wij vertrouwen erop u met vorenstaande voldoende te hebben geïnformeerd.

Den Helder, 23 december 2014
Burgemeester en Wethouders van Den Helder,
burgemeester
Koen Schuiling

secretaris
dr. Joost C.M. Cox