Ariel Alvarez – Rob Scholte & Marcel Duchamp

Bimbo Box (gif Gifer)

Richard Miller – Monkeys from Musee Mechanique

Published 1 okt 2006

Bimbo Box at Musee Mechanique

Reacties
https://youtu.be/b6KXDO4rJ4w

VPRO | NTR | Holland Doc Radio – De Bimbo Box Uit Gedanst

Gepubliceerd 15 mei 2011

Documentaire Programma.

De Bimbo Box. Waar is de Bimbo Box gebleven? Het Aapjes Orkest, dat je Met een Kwartje Tot Leven kon Wekken? Razend Populair waren die Automaten, met Minimaal Zeven Aapjes achter Glas, Gekleed in Poncho’s met Sombrero en Houterig Spelend op Trommels, Cimbalen, Trompetten en Gitaren op de Zoete Klanken van Herb Alpert, tegen een Decor van Rode en Groene Gloei Lampjes en Palm Bomen. De Op Mars van de Bimbo Box begon in 1958 in Stuttgart. Al Snel stonden de Kasten onder Rol Trappen van de V&D, in Speel Parken en Dieren Tuinen, Soms met Wel Vijftien Aapjes en Veroverden de Harten van Honderd Duizenden. Maar Nu zijn ze Bijna Verdwenen.

Waarom en Waar Heen? Wat is het Verhaal er achter? Een Zoek Tocht naar de Wortels en Ziel van de Bimbo Box.

https://www.vpro.nl/speel~POMS_VPRO_155647~de-bimbobox-uitgedanst-holland-doc-radio~.html

Bimbo Box (gif Pinterest)

Bimbo Box (foto Imgur).

Rob Scholte & Marcel Duchamp

Stijlloos!

Zo zou je het Werk van Zo Wel Marcel Duchamp (1887 – 1968) als Rob Scholte (1958 ) kunnen Bestempelen. Voor Beide Kunstenaars is een Artistieke Stijl Irrelevant. ‘HogeKunst, Gecreëerd door een Uniek Kunstenaar Genie, is Niet Waarde Voller dan ‘LageKunst, zoals Volk Kunst of Amateur Kunst, een Dadaïstisch Uitgang Punt. ook de Berlijnse Dadaïsten, zoals John Heartfield, George Grosz, Raoul Hausmann en Hannah Höch vonden dat Kunst, of Elke Creatieve Uiting, door Iedereen Gemaakt moest kunnen worden, dus Ook Zonder Gedegen Kunst Opleiding. Knip en Plak, dat het een Lieve Lust is.

Duchamp en Scholte genoten Kunst Opleidingen en gingen Vervolgens hun Eigen Weg, tegen de Stroom in. Duchamp door dat hij Rond zijn 25e besloot het Schilderen met Verf op Doek Achter Zich te Laten en zich Toe te Leggen op het Formuleren en Uit Werken van Ideeën, die onder andere leidden tot zijn Ready Mades en Werken in Glas Panelen, Scholte door zich, ook Rond zijn 25e, Tegen de Nieuwe Trends in, Voor Al Audio Visueel en het ’Wilde Schilderen’, Juist te Specialiseren in het Fijn Schilderen op Basis van Verzameld Beeld Materiaal. Maar Scholte heeft Nog Meer Gemeen met Duchamp, het Spelen met Betekenissen, onder andere door Minimale Aanpassingen en Variaties binnen het Thema door te voeren.

Toe Eigening

R Mutt (M Duchamp) Fountain, 1917

Toe Eigening is hierbij een Essentieel Uitgangs Punt. Duchamp eigende zich Kant en Klare, Industrieel Geproduceerde Voorwerpen toe, die in een Nieuwe, Oneigenlijke Omgeving, zijn Atelier, als Ready Mades hun Oorspronkelijke Functie verloren. Een Urinoir raakte in een Kunst Context, Al bleef dit Beperkt tot het Indienen er van voor een Tentoonstellinge , Waar die Niet te Zien was, maar raakte toch, zijn Bedoelde Functie Kwijt en kreeg, in een Nieuwe, Gekantelde Positie en Voorzien van een Titel,Fontein’ een Nieuwe Betekenis. Aan het Object Zelf hoefde Niets Veranderd te worden. Wel staat er, op de Foto, Zie De Pis Bak en de Barones) een Signatuur op, ‘R Mutt 1917’, waar mee de Ironische Suggestie van een Authentiek Kunst Werk wordt Gewekt. Scholte vindt, dat Ál het Beeld Materiaal, Al of Niet Beschermd door Copyright. voor zijn Eigen Werk Beschikbaar moet kunnen zijn. Net zo als Andy Warhol Ook Af Beeldingen van Bestaande Producten of Foto’s als Uitgangs Punt voor zijn Werk gebruikte.

Essentieel Verschil: Duchamp beperkte zijn Kunst Praktijk Steeds Meer tot het Maken van Notities voor zijn Creatieve Projecten, met Gedachten over Kunst ,maar ook Taal Spelletjes met Woord Spelingen, en hield zich Niet of Nauwelijks Bezig met de Verkoop van zijn Werk, Simpel Weg omdat hij na 1914 Bijna Geen Verkoopbaar Werk Meer Produceerde en Zelfs Afstand nam van de Commerciële Kunst Wereld. Scholte bouwde Daar en Tegen Gestaag aan een Succes Volle carrière in de Kunst.

De Schreeuw

Rob Scholte’s De Schreeuw,1985, zou je als een Sleutel Werk in zijn Creatieve Ontwikkeling kunnen beschouwen. Op dit Schilderij zie je een Tekenende Clown. Het is een Mechanische Clown, een Automaat, die een Kunstje doet Als je hem Aan Zwengelt. De Clown houdt een Potlood Vast, daar mee maakt hij een Tekening. Die Tekening is Voor Geprogrammeerd, de Clown kan maar Één Kunstje. De Tekening is een Cartoon van Twee Mannen, die Aan Dachtig naar een Schilderij op een Schilders Ezel Kijken, een Beroemd Schilderij, namelijk De Schreeuw,1893, van Edvard Munch, een Schilderij, dat Emotie Verbeeldt, een Gevoel van Existentiële Angst, dat Wereld Wijd in Allerlei Vormen Gereproduceerd is, die van de Emotie Weinig Meer laten zien dan Goedkoop Sentiment. Het Schilderij op de Cartoon is Mans Hoog, Naar Verhouding Twee Keer Zo Broot als het Origineel.

Rob Scholte – De Schreeuw, 1985

Edvard Munch – De Schreeuw, 1893

Rob Scholte – De Schreeuw (Detail)

Het Formaat van de Clown kun je Af Lezen aan zijn Omgeving. Onder Andere door de Kamer Plant op de Achter Grond, en het Zwarte Schijfje. dat een Munt Stuk voor stelt. Wat doet die Munt daar? Je hebt Ook Automaten,waar je Munten In moet Gooien om ze Aan het Werk te Krijgen, denk aan die Vitrine Kasten met Speelgoed Orkestjes, waar van de Muzikanten, Meest Al door Apen Verbeeld, een Op Wekkend Stukje Dixie Land Muziek Spelen.

Het Onder Werp van Scholte’s Schilderij is dus een Beroemd Kunstwerk, dat Op Meerdere Vlakken Geïroniseerd wordt. Als Cartoon, waar in het Kunst Historische en Economische Belang van het Werk door het Mans Hoge Formaat Al Over Dreven wordt, Ook Nog Eens Aan Gezet door de Eerbied van de Beschouwers, door dat die Cartoon Gemaakt wordt door een Automaat in Plaats van door een Uit Gekookte Tekenaar; door dat die Automaat een Clown is, die Van Zelf Sprekend Alles al op een Ironische Manier Bekijkt; een Klein Clowntje Boven Dien, dat een Groot Ironisch Gebaar maakt, In een Indruk Wekkend Formaat. Het Schilderij meet 180 X 150 Centimeter. Het Uit Beeld Lopende Varkentje geeft het Tafereel een Zekere Banaliteit mee.

Scholte speelt Hier  mee een Geraffineerd, Ironisch Spel met Geaccepteerde Waarden in de Schilder Kunst. Boven Dien doet hij dat Op een Anti Artistieke Manier:. Geselecteerde Af Beeldingen schildert hij Vlak, Precies en Zakelijk na in Acryl Verf, Zonder Sentiment, Zonder ArtistiekHand Schrift’.

Marcel Duchamp – Chocolate Grinder N° 2, 1914

Ook Duchamp vermeed in zijn laatste schilderijen een artistieke toets. Zo had hij de eerste versie van zijn Chocolade Molen (1913) al heel zakelijk in olieverf op doek geschilderd; voor zijn tweede (1914) gebruikte hij naald en draad om de strakke lijnen in de drie maal stenen weer te geven.

Aap

In On the Origin of Species (1988) laat Rob Scholte ons een schilderende aap zien in een eeuwenoude, klassieke kunstenaarssetting: kostuum, schilder ezel, beeldje, map met tekeningen, kruik. Hé, kennen we die niet ergens van? Ja, De schilderende aap van Jean Baptiste Chardin (1740). Bijna een letterlijke kopie. Bijna, want waar Chardin de aap wat onduidelijke schetsjes op het doek laat maken, zien we dat die van Scholte heel wat anders geflikt heeft: de weergave van een omgekeerde evolutie, of ‘Devolutie’. In plaats van het bekende beeld waarin de mens zich evolutionair opricht vanuit de aap en mensaap, is hier het beeld omgekeerd: van mens naar aap. Boven aan staat geschreven ‘Charles Robert Darwin’. De titel van Scholtes schilderij verwijst naar Darwins beroemde standaardwerk. Scholte heeft het Schilderij van Chardin niet zo maar gekozen, dat is op zich zelf al een sterk ironisch tafereel. Chardin had genoeg van de vastgeroeste tradities van de Franse academie. Die nam hij op de hak door de traditionele kunstenaar als een aap voor te stellen. En ook dat hebben we eerder gezien, zoals ten tijde van de tulpenmanie in de zeventiende eeuw, bijvoorbeeld in het schilderij Satire op de tulpengekte (1640) van Jan Brueghel de Jonge. Er wordt druk gehandeld in tulpen en tulpenbollen, gewogen, geld geteld, geadministreerd, en dat alles door apen. Tulpen waren op dat moment onvoorstelbaar kostbaar, een waanzinnige manie die erom vroeg gekarikaturiseerd te worden.

Rob Scholte – On the Origin of Species, 1988

Jean-Baptiste Chardin –  De schilderende aap, 1740

Jan Brueghel de Jonge – Satire op de tulpengekte, 1640

In een van zijn eerste realistische fijnschilderingen, Bespotting door twee potten (1983), zet Scholte je op het verkeerde been. In eerste instantie denk je een collage te zien die twee ontblote vrouwen in een intieme positie afbeeldt. Een collage waarvan de beeldfragmenten tamelijk slordig zijn uitgeknipt. Maar die slordige collage blijkt heel precies geschilderd te zijn, inclusief de ‘uitgeknipte’ letters bovenaan. Die letters vormen het woord ‘Lovelace’, een verwijzing naar pornoactrice Linda Lovelace, vooral bekend van de film Deep Throat. Het schaamhaar van de onderliggende vrouw loopt komisch genoeg door in het gezicht van de bovenste vrouw, die daarmee een baard gekregen heeft. De vrouwen kijken je uitdagend aan, spottend. Scholte vergroot dit samenzijn van de twee vrouwen uit door ze in de titel ‘potten’ te noemen, die ons, toeschouwers van het tafereel, bespotten.

Rob Scholte –  Bespotting door twee potten, 1983

Verboden Vruchten

Verboden Vrucht’ is een Uit Drukking, die Uit Gaat van de Gedachte, Iets Wat Tegen de Regels, Normen of Goede Zeden in gaat, levert Vaak Extra Genot op ‘Verboden Vruchten zijn de Zoetste“.. De Uit Drukking heeft Vaak Betrekking op Seks. Rob Scholte’s SchilderijVerboden Vruchten’, 1985, toont Twee Identieke Paren Appels, die als Siamese Tweelingen in Elkaar Over Gaan. Die Paren Appels rusten op Schaaltjes, die Ook Weer in Elkaar Over Gaan. Op Elke Appel is, op Dezelfde Plek, een Paartje Vliegen te Zien. De Schaaltjes en het Tafel Kleed zijn Bezaaid met een Grote Hoe Veelheid Hazel Noten, Ook Weer in Paartjes.

Rob Scholte –  Verboden vruchten, 1985

De titel van het schilderij laat – zoals vaker bij Scholte – ruimte over voor eigen interpretatie en bespiegeling, want in welke mate is er sprake van genot, al of niet heimelijk? Allereerst: de appel is de verboden vrucht uit het scheppingsverhaal – Adam, Eva, de slang, de appel. Rampzalige gevolgen voor de mensheid. Verder zou je kunnen zeggen dat er sprake is van een soort samensmelting – van de appels, de schaaltjes, de hazelnootjes. Het gevoel van samensmelting kan genot betekenen; ook de vliegen genieten – in paartjes – van de appels. Er is sprake van verdubbeling, verveelvoudiging. Een genotzuchtige veelheid.

Stillevens met appels en hazelnoten komen vaker voor in de kunstgeschiedenis, daardoor heeft Scholtes schilderij in eerste instantie iets vertrouwds. Maar het tafereel is natuurlijk ook volkomen onrealistisch – ook hier zet de realistische weergave je even op het verkeerde been – want wat je ziet, met die gekloonde verdubbelingen, is in de praktijk onmogelijk, het is kunstmatig, bedacht, een concept.

Scholte stelt hiermee het vertrouwde kijkgedrag op de proef, waarbij ik moet denken aan René Magritte, die dat ook deed. Een bekend voorbeeld is zijn ‘dit is geen pijp’-schilderij Het verraad van de schilderijen (1929). Je ziet een pijp, dus je denkt ‘dit is een pijp’, maar het is dus geen pijp, maar een afbeelding van een pijp, of, in feite, verf op doek. Magritte maakte ook een schilderij met de titel De verboden reproductie (1937). Afgebeeld is een man op de rug gezien, die in een spiegel niet naar zijn spiegelbeeld kijkt, maar naar dezelfde afbeelding van zijn rug. In de spiegel zie je een verdubbeling van het beeld, een reproductie, onmogelijk in de realiteit en door Magritte ‘verboden’ genoemd, alsof zo’n onmogelijke reproductie in de spiegel ‘niet mag’. Die associatie zou je ook bij Scholtes Verboden vruchten kunnen maken.

René Magritte – La réproduction interdite, 1937

René Magritte – Het verraad van de schilderijen, 1929

Utopia

Beïnvloed en geïnspireerd worden door andere kunst is voor kunstenaars iets als ademen, maar een kunstwerk kopiëren om ervan te leren, of parafraseren om er een eigen draai aan te geven, is ook heel gebruikelijk in de kunstpraktijk. Manet deed dat, Van Gogh, Picasso en vele anderen. Scholte deed dat met Chardins Schilderende aap, maar een jaar of twee eerder ook al met Manets Olympia (1863), die bij Scholte de titel Utopia (1986) kreeg. Manet had weer Titiaans Venus van Urbino (1538) als voorbeeld genomen. Het gaat hierbij niet om letterlijke kopieën, maar om variaties op het thema: een achteroverleunende, naakte vrouw op een bed met een huisdier aan het voeteneind, en erachter personen uit het huishouden. Scholte had zijn achteroverleunende vrouw als een ledenpop verbeeld, en de zwarte bediende als een platte, houten figuur. Leuke vondsten, zou je denken. Maar: Scholte werkt vanuit gevonden afbeeldingen, dus ook die ledenpop en die platte bediende zal hij ergens vandaan hebben – het zij zo, geen probleem nog. Totdat er ophef over ontstaat tijdens Scholtes grote overzichtstentoonstelling How To Star in 1988, in museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam. Zijn Utopia hangt er ook. Een lezer van een recensie van de tentoonstelling in NRC – waarbij Utopia afgebeeld was – had opgemerkt dat Scholtes schilderij vrij letterlijk is overgenomen van een afbeelding van een ander werk, dat een mechanische driedimensionale weergave van Manets Olympia bleek te zijn, van een zekere Paul Spooner. Spooner had er lol in om mechanische taferelen te maken van, onder andere, beroemde schilderijen. Die groep objecten noemde hij ‘Cabaret Mechanical Theatre’. Scholte had ooit datzelfde plaatje gevonden als onderdeel van een advertentie in een Engelse krant, en was al bezig geweest met andere variaties op Manets Olympia, dus wat Scholte betreft paste Utopia in die reeks variaties. Honderd procent letterlijk heeft Scholte de afbeelding trouwens niet gekopieerd: Spooner had in plaats van Manets zwarte bediende een karikaturale haas neergezet, Scholte heeft er een stereotiepe, Sjors-en-Sjimmie-achtige ‘negerjongen’ van gemaakt.

Rob Scholte – Utopia, 1986

Edouard Manet – Olympia 1863

Titiaan – Venus van Urbino, 1538

Plagiaat

De ophef gaat over de mate van kopiëren door Scholte: is dit geen plagiaat? Hoever mag een kunstenaar gaan in het kopiëren van een ander kunstwerk voordat hij van plagiaat beticht kan worden? Het artikel in NRC rakelt die discussie (op objectieve wijze) op door een woordvoerder van het Boijmans aan het woord te laten, die Scholte en zijn werkwijze verdedigt, en een beeldrechtdeskundige, die scherp toeziet op te letterlijke vormen van overname van kunstwerken van anderen, en wijst op mogelijk ontoelaatbare nabootsing. Vanwege de ophef besloot Scholte om van het NRC-artikel een nieuw schilderij te maken, letterlijk gekopieerd, maar weer met een kleine aanpassing: terwijl de NRC-pagina geheel in zwart-wit gedrukt is, hebben de begeleidende illustraties bij Scholte kleur gekregen (alleen de reproductie van Spooners Olympia is in zwart-wit – zo had Scholte die immers gevonden). (Zie ook mijn stukje uit 2015 over auteursrecht en het ‘misbruik’ van bestaand beeldmateriaal in de kunst).

Rob Scholte – , Nostalgia, 1988

Paul Spooner, Manet’s Olympia (Cabaret Mechanical Theatre)

Om zijn standpunt over het vrije gebruik van beeldmateriaal nog maar eens duidelijk te onderstrepen, besloot Scholte zich dan ook maar meteen het copyrightteken toe te eigenen. Een groot rood-geel schilderij laat een sterke uitvergroting zien van een klein gedrukt copyrightsymbool ©, dat door die vergroting rafelige randen gekregen heeft – de vergroting moet letterlijk nageschilderd zijn. Hij noemde het Zelfportret (1988). Sterk. Het schilderij heeft hij met zijn eigen naam in typemachineletters, naast een klein fotoportretje van hem, gesigneerd.

Rob Scholte – Zelfportret, 1988

Marcel DuchampLHOOQ

In Duchamps optiek zijn geen twee dingen identiek aan elkaar, zelfs niet bij fabrieksmatige massaproductie. In feite wilde hij elk object als uniek zien, alleen al, kun je denken, omdat elk voorwerp dat een winkel verlaat in een nieuwe, unieke context terechtkomt. Bovendien paste hij op de meeste voorwerpen die hij als readymade koos een kleine aanpassing toe. Een nieuw gekochte sneeuwschep was niet meer de sneeuwschep uit de winkel zodra hij er een vreemde titel op had geschreven. Da Vinci’s Mona Lisa veranderde in een andere voorstelling nadat Duchamp op een reproductie ervan het glimlachende gezicht van een snorretje en een sikje had voorzien en onderaan bij wijze van bijschrift de letters L.H.O.O.Q. had geschreven (in het Frans uit te spreken als ‘elle a chaud au cul’ – ‘zij heeft een hete kont’) – een provocerend taalspelletje.

Fountain

Een stap verder ging hij met zijn urinoir Fountain. Over het lot van het originele urinoir is, nadat Alfred Stieglitz er de iconische (door Duchamp gemanipuleerde) foto van gemaakt had, niets vast te stellen. Duchamp had er in elk geval enige tijd een in zijn atelier hangen – dat is op atelierfoto’s uit die tijd te zien – misschien hetzelfde, misschien ook niet. Maar na zijn provocerende indiening voor de tentoonstelling van de Society of Independent Artists in New York in 1917, vond hij het belangrijk als onderdeel van zijn reeks readymades. En kennelijk ook belangrijk genoeg om er in de jaren dertig een miniatuurversie van te maken voor zijn draagbare miniatuurcollectie van zijn eigen werk in een koffertje, zijn Boîte-en-valise. Ook zó belangrijk, dat hij er in de jaren zestig replica’s van liet maken, of enigszins gelijkende exemplaren, die door anderen waren aangedragen, als kopie autoriseerde. Al die kopieën, replica’s en ook zijn latere tekeningen en etsen ervan zijn dezelfde Fountain. Origineel, kopie, replica, variatie – maakt niet uit, ze zijn van dezelfde orde.

Dit geldt ook voor Rob Scholte. Een geselecteerd beeld kan een kleine aanpassing gekregen hebben, zoals bij de schilderende aap en veel ander werk, maar ook
letterlijk nagebootst, zoals in zijn schilderij van een doodlopende-weg-verkeersbord, of zijn schilderijen van handtekeningen van bekende kunstenaars en andere beroemdheden. Medium (verf op doek), en formaat (uitvergroot) leiden tot eigenheid.

Embroidery Show

De grote hoeveelheid borduurwerkjes die hij op vlooienmarkten en in kringloopwinkels op de kop tikte, heeft hij op een vergelijkbare manier benaderd. De borduursels zelf liet hij intact; de aanpassing bestond uit het omdraaien van de werkjes, zodat je de achterkanten te zien kreeg. Een simpele ingreep met groot effect, zeker als je die in verzameling bijeen ziet. Museum de Fundatie liet in 2016 bijna duizend van deze omgekeerde borduurwerken zien onder de titel Embroidery Show, gerangschikt in thema’s, zoals Vermeers Melkmeisje of Rembrandts Nachtwacht, zeemannen met pijp, betraande jongetjes, jachttaferelen, stillevens et cetera. Van alles alleen de achterkant, zodat de verschillen in afwerking mooi in het oog springen. De voorkanten had Scholte gesigneerd – toe-eigening van de objets trouvés – maar die zag je dus niet.

Rob Scholte – Embroidery Show, 2016 (Gedeelteljjk)

Duchamp en Scholte: Toe Eigening van Gekozen of Gevonden Objecten en Beeld Materiaal. Wat is Beeld Recht Waard als je Op een Uit Gekookte Manier de Toe Schouwer op het Verkeerde Veen kunt zetten?

Een Groot, Indruk Wekkend Over Zicht van Rob Scholte’s Schilderijen, Reproductie Verplicht, is Nog Tot en Met 26 juni in Museum de Fundatie in Zwolle te Zien.

Literatuur, Onder Andere

Rob Scholte, Reproductie Verplicht, Catalogus Ten Toon Stelling Museum de Fundatie, Zwolle, Waanders, 2022
Rob Scholte, How to star, Catalogus Ten Toon Stelling Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam, 1988
Rob Scholte, Embroidery Show, Catalogus Ten Toon Stelling Museum de Fundatie, Zwolle, Waanders, 2016
Marcel Duchamp, The Essential Writings of Marcel Duchamp (Edited by M Sanouillet & E Peterson, Thames & Hudson, London, 1975
Ariel Alvarez, De Pis Bak en de Barones, Over Duchamps Fountain, De Foto en Barones Elsa von Freytag Loringhoven, Nederlandse Academie voorPatafysica.2020.
Hier in M N de Uit Leiding van Pieter de NijsPour Copie Conforme M Duchamp

Dadarockt, 7 juni 2022