Michael Klinkhamer – De Kunst, Het Meisje en de Dood: Gesprek met Peter Klashorst in Phnom Penh, Cambodja, over de liefde, HIV/Aids en wat nu?
Opeens is de kunstenaar 💔 Peter Klashorst, dan nu toch echt de lul, letterlijk. Sinds een paar weken lijdt hij aan de ziekte AIDS. Publiekelijk breeduit gemeten, vorige week in een Volkskrant interview van Robbert Vuijsje en als dé lulhannes van de maand geportretteerd in een vileine, grappig bedoelde column van Nico Dijkshoorn.
Met de daaruit voortvloeiend steun betuigingen, maar ook een golf van schokkende reacties van zuurpruimen en 💔 Klashorst haters. Revu zocht hem op in een hotel, pal tegenover zijn atelier, en sprak 💔 Klashorst direct na aankomst in de zinderende hoofdstad van Cambodja, Phnom Penh.
Hoezo zit je in een hotel, 💔 Peter? Je huis en atelier ligt op nog geen 20 meter hiervandaan?
‘Channa, mijn vriendin wil daar niet meer komen, omdat ik daar volgens haar met andere vrouwen ben geweest. Ze is nogal jaloers van aard.’
En jij niet?
‘Ja, ik ook, obsessief jaloers, maar inmiddels wel wat milder. Ik was nooit jaloers, nooit verliefd geweest ook, maar nu wel, en met terug werkende kracht, jaloers op alle mannen, die haar geneukt hebben vorige week. Ze heeft ongeveer 15 – 20 klanten gehad de afgelopen maand, tijdens mijn afwezigheid. Tenminste, die ze dan gefotografeerd heeft met haar iPhone. Is dat veel of weinig in ons wereldbeeld?’
Nou ja, ik denk dat het tussen jou en haar toch uiteindelijk wel goed komt zo te zien. Echt. Ze slaapt nu toch bij je, daar gaat het om. Ze is ook vast blij, dat je er weer bent, en vindt het heerlijk om je te laten lijden en te vernederen. Geniet ervan! Hoe voel je je nu?
‘Stoned, van die Thaise AIDS remmers pillen. “Never a dull moment” met zo’n vrouw. Nooit rust, elke dag en nacht kapers op de kust, die je meisje willen neuken voor $ 50 of $ 100. Vermoeiend. Ik kap ermee, het is mij te veel een gedoe zo.
Ik snap het wel, maar donderdag wil ze bij haar moeder slapen, een eufemisme als je begrijpt, wat ik bedoel, en vrijdag bij die Rus. Ze wil andere mannen, klanten, niet voor het hoofd stoten. Ik denk niet, dat het tussen ons echt wat gaat worden.
Dan toch maar kappen.’
Maar je bent speciaal, met gierende AIDS, tegen alle waarschuwingen en dokters adviezen naar Phnom Penh terug gekomen om haar te redden, toch?
‘Ja, en ik had het net wel weer heel gezellig met haar. Ik voel me soms een zeurpiet, een ouwe lul. Ze is 19 jaar en nu 3 – 4 maanden vrij geweest, min of meer toen ik in Bangkok werkte en in Amsterdam was. Ze wil die vrijheid liever houden. Haar koffertje is net gebracht en haar paspoort, ze is alleen nu nog te ziek om te reizen. Dat zijn wel weer van die momenten, dat ik mij afvraag, wat en waarom ook weer?”
Je weet het antwoord dus, en ja waarom doorgaan met deze dodelijke dame? Waar ben je in hemelsnaam mee bezig?
‘Nou dodelijk? Ze heeft volgens de laatste ziekenhuis testen dus géén HIV. Ik heb een niet besmettelijk HIV. Een waar wonder, of die tests hier zijn totaal niet goed. Onbegrijpelijk! Ik moet het dan toch van de WC bril hebben opgelopen. Bullshit allemaal! Achtervolgen dan maar van de ultieme muze, mijn schildersmodel. Samen gaan we eerst naar Bangkok en daarna naar Brazilië. Ze ziet eruit als een meisje uit Auschwitz, of Bergen Belsen, ik zag laatst vreselijke beelden, van die YouTube films. Die Duitse kamp bewakers, moesten voor straf op het eind van de oorlog de vrouwen lijken op een hoop gooien. Die vrouwen waren al complete skeletten, maar hun borsten bleven, verbazingwekkend groot en vol, dat heeft zij ook. Brood mager en toch met enorme mooie grote tieten. Ik ben verliefd op een levend skelet, een meisje uit Auschwitz, maar dan een, die woont in Phnom Penh. Night Porter deel 2, de film, met Derek Bogarde en Charlotte Rampling, die dan een bizarre seksrelatie heeft met een ex kamp slachtoffer, op zich niet zo gek voor mij, ik heb een soort vader complex. Die ouwe van mij zat in de oorlog in een dergelijk kamp. Moeilijk te verklaren allemaal. Verliefd op een skelet met een paar tieten er op, en die ook nog de hoer speelt ook. In het begin was ze niet zo, nu is ze anders. De rollen zijn omgedraaid, eerst was ik de meester en zij de hoer, en mijn model. Maar op een moment heeft zich dat omgedraaid en werd zij de meesteres en ik de slaaf. Ze poseert nu ook niet meer, ik krijg klappen voor mijn kop en ze is onaanraakbaar. Het is ook heel moeilijk om de rollen binnen een relatie weer uiteindelijk om te draaien. De eerste maanden van onze relatie, twee jaar geleden, deed ik het nog goed, ik ontliep haar, want op een of ander manier voorvoelde ik, dit meisje wordt mijn noodlot. Toen ik gisteren terug kwam, was de rolverdeling weer heel even anders, ik voelde me redelijk fris en ik ging haar ophalen uit het ziekenhuis. Zij in een pyjama, en ik als held haar redden, de ziekenhuis rekening betalen en aan mijn arm mee naar huis. Rollenpatronen, ze is verslaafd aan de prostitutie en ik aan haar, het is net heroïne, een dodelijke mix.’
Maar jij zit op een gegeven in Bangkok in het ziekenhuis met de constatering, dat je AIDS hebt en daarna zwak en kapot in Amsterdam. Was dat niet het moment om er een einde aan te maken en je wonden te likken en een time out?
‘Ik ben er met haar al tientallen keren gestopt, ik ben daarom weg gegaan uit Phnom Penh en naar Bangkok vertrokken om daar andere dingen te doen, weg van haar. Andere vrouwen te vinden en om haar te vergeten, andere modellen zoeken om mee te werken en klaar er mee.’
Klinkt als de beste beslissing in een lange tijd. Wat ging er dan mis?
‘Ik stortte fysiek in elkaar door alle spanningen en gebrek aan slaap, te lang, te veel drank, iedere nacht letterlijk knokken om met haar te zijn, tot 4 – 5 uur s’ nachts met die toestanden, dat ik geen aandacht gaf aan de signalen van mijn lichaam. Toen ik in Bangkok aankwam heb ik me vrijwillig op laten nemen, uitgeput, hallucinerend en daar kwamen ze na diverse bloed testen achter, dat mijn bloed een heel hoog HIV Virus niveau had van maar 13 of 15 witte bloedcellen. Niet best dus, een wonder, dat ik zo lang ben door gegaan, voordat ik zelf het gevoel had, van dit is niet OK meer. Neem mij op, en laat me slapen!
Ik ben daar een dag of tien uitstekend behandeld en met de beste zorg omgeven. Er liepen iets van 3 – 4 artsen de hele dag om mij heen, er werd al aangeboden, of ik met een priester wilde praten voor vergiffenis, mocht het opeens toch mis lopen. Ik had daar totaal geen behoefte aan, maar toch aardig. Er liepen rond mijn bed een hele serie prachtige zusters, die speciaal geselecteerd worden op hun fraaie voorkomen, het is daar in het Bangkok Hospital eigenlijk al het paradijs. Ik kan het een ieder aanraden. In het OLVG ziekenhuis in Amsterdam kwam er geen internist meer aan te pas, maar zit je met een co arts, een arts in opleiding, en kreeg ik het gevoel, ik kan het zelf ook wel. Pillen slikken dus, ik slik nu die pillen uit Thailand nog. Zo lang ik me goed voel, is er niks aan de hand. In Holland voelde ik me langzaam tachtig jaar oud worden, de kou, de wind, de moeite om een beetje warm te blijven, en ik miste haar toch ook heel erg. Dat alles bij elkaar putte me lichamelijk uit en ik voelde me steeds slechter. Na een vreselijk vlucht met de KLM, in een verstikkend, vol bacillen en met virussen besmet, vliegtuig, voelde ik me gelijk beter, toen ik gisteren op Phnom Penh airport aankwam. In één keer warme lucht in mijn longen, blauwe lucht en zon, toen kon mijn lichaam ontspannen. Ik voel me nu ook prima, vraag me alleen nu weer wel af, waar dat wijf blijft? Ze ging een uurtje naar haar moeder, haar goud ophalen of zo.’
Je was en bent obsessief bezig, moet je het feit, dat je AIDS hebt, niet eerst rustig verwerken? Je lijkt er nu aan voorbij te racen.
‘Ik heb grotere problemen dan dat, zij heeft hopelijk toch ook AIDS, het leukste is dan om samen in elkaars armen te sterven, dat zou mooi zijn. Daarom zit ik nu weer hier. Het was misschien beter om het allemaal af te sluiten, maar dat heb ik dus niet gedaan. Ik kwam hier aan en ik zag gelijk, dat ze me een aantal keer gebeld had. Nou ja, ik ben direct naar het ziekenhuis gegaan. Een positief weerzien. In dat stadium zit ik nu vandaag met haar.’
‘Op de dag, dat ik vertrok, stond het Volkskrant interview van Robbert Vuijsje drie pagina’s groot in de krant, iedereen zat dat artikel te lezen, toen ik die ochtend incheckte voor mijn vlucht… zie ze kijken en smoezen… hey, daar heb je die kale Aids lijder… die zondige hoerenloper, de smeerlap, eigen schuld.’ Maar ik heb ook heel veel steunreacties gehad, via Facebook, en kon niet iedereen persoonlijk bedanken voor de vele goed bedoelde opmerkingen, maar ook natuurlijk hele andere, mindere aardige reacties na aanleiding van dat VK interview. Iemand had geschreven: ‘Klashorst wilde toch zo graag buiten het systeem leven, nou, ga dan lekker terug naar Nairobi, of Phnom Penh en onderga je lot, net als die mensen daar. Zonder de Nederlandse of welke medische zorg dan ook, ik heb dat nu eigenlijk ook gedaan. Niet bepaald door die opmerking, die las ik hier, maar gewoon, omdat ik het reizen niet kan laten en mijn meisje miste, en het stervend koud had in mijn atelier. Ik ben weer aan het systeem ontsnapt. Eigenlijk moest ik ter observatie en behandeling minstens zes maanden in Holland blijven. Na twee weken was ik al weer verdwenen, ik moet wel binnenkort terug voor andere zaken en ook in Bangkok werken, maar om nu hier weer te zijn is gedeeltelijk ook een revalidatie en ook misschien dé grote finale voor mijn verdoemde relatie.’
‘Zij wil sterven, mij maakt het allemaal geen moer uit. Lachend: ‘Ik ben nog niet klaar met dit verhaal, model, muze, zegt U het maar? Romeo en Julia, sterven in elkaars armen!’
‘Ik maak honderden foto’s, tekeningen en schilderijen van haar, en dat is eigenlijk, waar het mij om gaat. Ze is als skelet vrouw, zo prachtig helder te tekenen, beetje zoals bij Egon Schiele, ken je dat werk? Een soort super magere stokvrouwtjes, heel basic en met mooie duidelijke lijnen geschilderd. Echt, het gaat mij niet om een seksuele relatie, dat heb ik toch al nauwelijks met haar, “me no power”, zegt ze dan. Toch ga ik er mee door. Want ik ben blijkbaar nog niet op haar uitgekeken. Net liep ze weg en zei tegen me: ‘I hate you and I also love you!’ Uit dat ene woordje ‘love’ haal ik weer kracht. Ze laat me lekker bungelen. Haar koffertje staat klaar met haar paspoort.
‘Ik heb soms ook voorstellingen, dat ik haar uit het raam gooi, en dat het echt over is. Ik wou, dat ze dood ging, dat zou dé oplossing zijn.’
‘Mijn bedoeling is om met haar over een paar dagen weg te gaan, uit Phnom Penh, want hier zitten wij gevangen in haar wereld van de prostitutie. Of dat allemaal lukt, blijft de grote vraag, ze wisselt namelijk om het uur van gedachte.’
Maar jij ben toch kunstschilder? Wat heb je met die prostitutie te maken?
‘Daarom wil ik haar nu ook meenemen, weg hier. Dan is het te doen, uit die wereld. Wat wij mannen willen is een gratis hoer, dat willen alle mannen. Ouderwetse slavernij. Alle mannen willen hun eigen hoer in huis hebben zitten, ook mijn vader, en jouw vader.’
‘Ik kan haar wel 1000 dollar geven, maar het geld heeft totaal geen betekenis voor haar. Gisteravond wilde ze even uit met mij naar Naga World, een groot casino, hotel, bordeel hier. Daar ontmoet ze haar vriendinnen, die allemaal de hoer spelen en daar hun geld weg brengen. Dat werk en gokken ligt allemaal in elkaars verlengde. s’Avonds optutten in de salon en dan op stap naar de eerste club om een “short time” te doen, met een seks toerist en kijken, of dat lukt, een gokje. Dan door naar de volgend nachtclub, kijken wat daar te vinden is, weer een gokje om te kijken, of er misschien een rijke Koreaan of Amerikaan feest wil vieren met haar. Als dat niet lukt, of wel, dan door naar de volgende club, of even kijken in het casino of daar het geluk haar toelacht, zo werkt dat. Binnen een kwartier verspeelde ze mijn 350 dollar. Geld, waar ze die week er voor 5 dagen met een klant voor op reis is geweest, naar een resort. Het gaat haar niet om het geld, dat heeft geen betekenis, het is de spanning, de aandacht, de dingen, die ze dan mee maakt. Ze zijn dol op gokken en spelletjes! Ik ben geen gok voor haar meer. Ik ben een sadistische spelletje. Dat ik daar heel moeilijk mee om kan gaan, en dat ook erg vind, komt niet in haar op. Ik heb ook geen betekenis, ik ben in haar ogen een ouwe lul, en ze wil met jonge jongens uitgaan. Allemaal heel normaal. Maar het gaat zeven dagen per week dag en nacht door. Niet vol te houden! Terwijl ik aan het schilderen ben, of gewoon wat wil lezen, of met jou wat drinken ergens. Het is dood vermoeiend! Daarom ben ik ook weg gegaan uit Phnom Penh, om in Bangkok, en daarna in Amsterdam echt te kunnen focussen en te schilderen, de opdrachten stromen namelijk wel binnen!
Heeft dat denk je ook te maken met het feit, dat je nu een bekende Nederlander bent met Aids? Nog snel een Klashorst schilderijtje bestellen, voordat je straks dood bent?
‘Zou kunnen, maar daar ben ik nooit me bezig. Ik heb de hele kunstwereld en handel al lang opgegeven. Ik verkoop vrijwel alles via Facebook. Ik selecteer ook eigenlijk nooit mijn werk, ik schilder en teken stug door, tot de dood er op volgt. Wat er daarna allemaal gebeurd is niet van belang.’
’Ik ben nog niet dood, zij ontkent nu, dat wij Aids hebben, allebei, dus heb ik geen aids en zij dus ook niet!’
Nieuwe Revu, Nr. 4, februari 08, 2014
Reacties:
jdewijs
8 februari 2014 om 01:00
Goed interview en mooie foto’s, Michael!
rug17
augustus 2015 om 14:48
Bedankt voor dit
http://klinkphoto-info.blogspot.nl/2014/02/de-kunst-het-meisje-en-de-dood.html
Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/?s=Peter+Klashorst
Plaats een reactie