Jan T. Bremer – Over oesterputten en Oestersteeg in Den Helder

Daar stonden we dan in de zomerzon bij de fietsenbrug over de gracht. Twee tachtigers, die elkaar na jaren letterlijk tegen het lijf liepen.

Weer terug in Nieuwediep? Vroeg mijn oude schoolkameraad? Ja zeker, reageerde ik, En nog wel op mijn geboortegrond aan de Keizersgracht, voorheen Achtergracht Westzijde. Nou, ik ben geboren aan de Zuidzijde van diezelfde Achtergracht, spotte hij, of eigenlijk in de Oestersteeg. Inderdaad, die naam is verdwenen, maar die steeg tussen Zuidstraat en Achtergracht is er nog wel. Vanwaar eigenlijk die naam?

Oesterputten

In mijn jongensjaren waren er ook nog oesterputten op het Kuitje tegen de Koegraszeedijk. Die zijn bij mijn weten ook verdwenen. Het oesterverhaal in deze regio begon toen de Texelaars in het begin van de 18e eeuw op de zogenaamde Zuidwal tussen Wieringen en Nieuwediep begonnen met het opvissen van oesters, die vervolgens ’te spenen werden gelegd’. Op afgebakende waddenpercelen op het Middelzand achter Texel. In feite was dit het begin van oesterteelt.

Doordat aan de vraag naar oesters niet voldaan kon worden door het opvissen van in het wild gegroeide exemplaren, ging men ertoe over de omstandigheden voor voortplanting en groei gunstiger te maken. Veel larven gingen verloren, doordat ze geen harde voorwerpen vonden om zich te hechten. Door het leggen van dakpannen en dergelijke op bepaalde ’percelen’ en vervolgens het aanbrengen van gaaswerk (tegen krabben) konden de oesters beter (en meer) groeien. In feite was er toen sprake van oesterteelt.

Na een aantal jaren werden de rijpe oesters dan opgevist en in oesterloodsen gereinigd, gesorteerd en vervolgens in bassins (oesterputten) opgeslagen en van daaruit verkocht. Na veel strijd tussen de ’wild’ vissers en het groeiend aantal ’telers’ of ’kwekers’ is de overheid er omstreeks 1850 toe overgegaan vergunningen te verlenen aan telers. De ’wilde’ visserij, het zogenaamde korren, werd op bepaalde plaatsen niet langer toegestaan. Toen waren er omstreeks 1850 zo’n tachtig oestervissers. Helaas heeft de inpoldering van de Eierlandse polder de visserij er niet beter op gemaakt.

Niet zo geschikt

Uit de verslagen van de Helderse gemeenteraad over de periode 1855 1880 blijkt, dat er hier toen redelijke opbrengsten verkregen werden. Uit enkele bewaard gebleven vergunningsregisters voor het plaatsen van oesterputten in het Balgzand gebied blijkt, dat niet alleen Texelaars, maar ook Nieuwediepers en Wieringers vergunningen kregen. Maar groot was het aantal aanvragen beslist niet. Was de Waddenzee toch niet zo geschikt als de Zeeuwse wateren? In de befaamde Grote Winkler Prins Encyclopedie (8e druk) staat zelfs: In de Waddenzee is oesterteelt niet mogelijk, de watertemperatuur is in de zomer niet hoog genoeg voor een voldoende snelle voortplanting’.

Verwaarloosd

Volgens een bericht in de Heldersche Courant van 17 oktober 1925 waren de oesterputten op het Kuitje toen verwaarloosd vanwege ’ziekte onder de oesters’. Het was gedaan met ’den goede naam van den z.g. Texelschen oesters’.

De Oestersteeg tenslotte dankt zijn naam waarschijnlijk aan een aldaar woonachtige oesterverkoper. In een advertentie van de Heldersche en Nieuwedieper Courant van 11 november 1866 deelt de caféhouder Jacobus Reis (1829 1891) mee, dat hij verhuisd is van de Zuidstraat naar de Kanaalweg over het Molenplein. Er is sprake van DE NIEUWE OESTERPUT, waar eene geschikte gelegenheid bestaat tot het gebruiken van oesters. Op eene nette en civiele bediening kan men rekenen’.

Helderse Courant, 11 januari 2020, 20:10

https://www.noordhollandsdagblad.nl/cnt/dmf20200111_84731139/uit-beeld-over-oesterputten-en-oestersteeg-in-den-helder

Meer informatie
https://robscholtemuseum.nl/?s=Jan+T.+Bremer
https://robscholtemuseum.nl/?s=oesters
https://robscholtemuseum.nl/?s=visserij
https://robscholtemuseum.nl/?s=Texel
https://robscholtemuseum.nl/?s=Wieringen
https://robscholtemuseum.nl/?s=Waddenzee
https://robscholtemuseum.nl/arie-booy-helderse-havenomzet-uit-olie-en-gas-neemt-af-visserij-is-dupe-van-windenergie-pieter-hotse-smit-natuurherstel-bij-windpark-noordzee-mislukt-85-procent-geplaatste-oesters-dood/

1 Comment

  1. Lodewijk Lasschuijt 13 januari 2020 op 07:34

    Wij zijn ook weer terug in Nieuwediep, Jan. Ik hoop je ook weer eens tegen het lijf te lopen

Reacties zijn afgesloten bij dit onderwerp.