Xandra Brood – Voor mij werd 1994 een bijzonder jaar
Op 25 november, kort na middernacht, werd een prachtig en gezond meisje geboren. Net als negen jaar eerder bij Lola had ik een voorspoedige zwangerschap gehad en was ik geen moment misselijk geweest. Omdat ik wist wat me te wachten kon staan, onderschatte ik de bevalling dit keer niet. Toch werd ik opnieuw verrast. ’s Middags besloot ik met mijn jas aan om nog even de stad in te gaan en ik zou ook Lola nog naar paardrijden brengen. Wel had ik wat krampen in mijn darmen. Toen belde mijn moeder.
‘Hoe gaat het?’ wilde ze weten. ‘Voel je al iets?’
‘Een beetje last van mijn darmen, verder niets.’
‘Ben je niet aan het bevallen’, vroeg ze.
‘Nee hoor, helemaal niet!’
Morgen daarop ging er een enorme steek door mijn buik.
Ik kreunde en besloot mijn jas weer uit te doen en in bed te gaan liggen. Ik belde mijn vriendin Marianne, de moeder van Lola’s beste vriendinnetje, die ik graag bij de bevalling wilde hebben. Al snel voelde ik de weeën op gang komen. Het deed opnieuw vreselijk pijn, maar anders dan bij Lola hoefde ik niet naar het ziekenhuis en kon ik thuis bevallen. Ik herinner me dat ik enorm veel mandarijnen heb gegeten en tussen de weeën naar Goede Tijden Slechte Tijden heb gekeken. Op het nieuws volgde ik de berichten over de aanslag op kunstenaar Rob Scholte. Ik kende Rob oppervlakkig uit het uitgaansleven en ook Herman ging weleens met hem om.
Om half een ’s nachts was Holly er. Iets later maakte ik Lola wakker en zei: ‘Kom eens kijken!’ Slaperig verscheen ze in de deuropening. ‘Hier is je zusje!’ zei ik blij. Lola keek met afgrijzen naar het roze verkreukelde wezentje. ‘Bah, wat een bloed’ gilde ze en rende terug naar haar kamer.
Over de naam van mijn twee dochter moest ik langer nadenken dan indertijd bij Lola. Ik had aanvankelijk aan Donna gedacht, maar toen ik mijn schatje in mijn armen hield – met haar mutsje op deed ze me aan een klein eskimootje denken – vond ik Donna helemaal niet bij haar passen. Ineens kwam ‘Holly’ bij me op. Maar daar hoorde nog iets achter, vond ik. Dat werd ‘Mae’. En zo heet ze dus: ‘Holly Mae’.
Fragment uit:
Rutger Vahl – Xandra Brood: Rock-’n-Roll Widow, Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam, 2016, p. 128-129, NUR 320 / ISBN 978 90 388 0131 5
Plaats een reactie