Willem Baars – Rembrandt had ook wel eens een off day
Had Rembrandt een off day, of is dit een postmodern meesterwerk?
Vrijwel elk jaar heb ik fysiek contact met een schilderij van Rembrandt. Niet stiekem, maar redelijk legaal. Als keurmeester op ’s werelds grootste kunst- en antiekbeurs TEFAF Maastricht word ik met honderdvijftig collega’s een dag lang losgelaten op de beursvloer om elk object op echtheid te controleren. En meestal hangt er wel een Rembrandt als publiekstrekker. Dit jaar presenteerde de New Yorkse kunsthandelaar Otto Naumann Portret van een man met de handen in de zij en ook dit jaar had ik mijn fysieke momentje.
Bij die rituele aanraking denk ik met plezier terug aan de woorden van de docent die ons in het eerste jaar van mijn studie kunstgeschiedenis op het hart drukte dat een kunsthistoricus te allen tijde afstand dient te bewaren tot het object en de maker. Te veel affectie staat een kritische analyse in de weg. Objectiviteit en wetenschap horen bij elkaar, ook als het om kunst gaat.
Mijn liefde voor Rembrandt zit diep, maar die belangrijke les van twintig jaar geleden ben ik niet vergeten. Portret van een man met de handen in de zij laat zich niet makkelijk veroveren. Het is een lastig schilderij dat hoekig overkomt, met een geportretteerde die uitstraling mist, een compositie die gewoontjes oogt en vlotte penseelstreken die nooit lijken aan te komen op de plek van bestemming. En dan die geposeerde rechterhand, een beeldelement dat opzichtig onze aandacht vraagt. Niet vaak is een hand zo onaantrekkelijk geschilderd als deze. Een hand die je niemand gunt, die je eerder verwacht op een schilderij van een Duitse expressionist die met opzet het menselijk lichaam deformeert. De analyticus wint het van de fan en ik kan niet anders dan concluderen dat ook Rembrandt wel eens een off day had. Daar verandert het prijskaartje van zesendertig miljoen euro niets aan.
Een dag na mijn ontmoeting met het Portret van een man met de handen in de zij lees ik hoe anders het schilderij beoordeeld kan worden als ernaar gekeken wordt door de ogen van een fan. Rembrandt-professor en -woordvoerder Ernst van de Wetering bestempelt het schilderij als ‘een meesterwerk, vanwege het ‘briljante spel met licht’. Hoezo afstand tussen onderzoeker en object? Voor Van de Wetering is Rembrandt na al die jaren aanraakbaar geworden. Hij is een kunsthistoricus die zonder schaamte in de huid kruipt van zijn grote liefde, die zelf een beetje Rembrandt is geworden. Toch heb ik sympathie voor de benadering van deze überfan. Hij mag door hardliners worden neergezet als pseudowetenschapper, zijn observaties zijn op zijn minst verleidelijk. Naar aanleiding van het herontdekte schilderij Tobias en zijn vrouw opperde Van de Wetering bij Pauw & Witteman dat zijn Rembrandt al lang niet meer in het onderwerp geïnteresseerd was, dat hij slechts oog had voor het licht en het schilderen daarvan. Hier werd Rembrandt in twee zinnen neergezet als conceptueel kunstenaar, als postmodernist die een formeel concept op virtuoze wijze uitwerkt en het onderwerp slechts als beginpunt neemt. In één beweging werd hij gelijkgesteld aan Gerhard Richter, Rob Scholte en Julian Schnabel. Mijn observatie over die misvormde hand en het expressionisme was misschien zo gek nog niet. Ik moest er even aan wennen: Rembrandt als formeel abstract schilder die voor de zekerheid een onderwerp koos om zijn tijdgenoten niet in verwarring te brengen. Hadden we die afstand tussen onderzoeker en object niet veel eerder moeten overbruggen?
Wat rest is de vraag of Van de Wetering een briljante geest is of een op hol geslagen kunsthistoricus die in zijn nadagen alle wetenschappelijke mantra’s aan zijn laars lapt? O ja, de docent die ons twintig jaar geleden toesprak, luisterde naar de naam Ernst van de Wetering.
Prachtig schilderij en wat een innemend gezicht heeft Rembrandt hier.
De heer van de Wetering heeft wel vaker een day off .
Zelfportret Rembrandt van het Mauritshuis was eerst van Gillisz. van Vliet en was toen Rembrandt
Dan komt vriend Claus Grimm uit Germany in 1991 met kopie van Govert Flinck die wordt Rembrandt en
Mauritshuis wordt kopie. In 2005 schrijft vd Wetering in zijn Corpus dat het Prototype niet meer bestaat…ooooh. hoe kan hij dan nu in Neurenberg. hangen :). Valentin Green maakt in 1775 een mezzotint met daaronder de vermelding Prince Rupert gemaakt door Rembrandt naar het origineel in bezit van Captain Robert Orme in London misschien moet vd Wetering de afbeelding eens vergelijken met het portret in Neurenberg……. wat betreft Buckland Abbey het heeft er alle schijn van dat vd Wetering het verschil tussen Govert Flinck en Rembrandt niet ziet ….nou ja eenvoudig is het ook niet niet he? 🙂
Het schilderij Zelfportret van Rembrandt 1635 Buckland Abbey in de National Trust mag dan puur op wetenschappelijk onderzoek een Rembrandt heten maar dit wil nog lang niet zeggen dat het ook werkelijk het Prototype is en dan eigenlijk puur en alleen omdat Ernst vd Wetering het zegt…..het laatste woord is over dit schilderij dan ook nog lang niet gesproken. De hoogste Rembrandt boom vangt veel wind en zal een zware storm moeten doorstaan om overeind te blijven….in dit Rembrandtjaar 2019 !!