Wikipedia – Hippocrates van Kos + Eed van Hippocrates
Hippocrates, vader van de Geneeskunde (foto Wikipedia)Hippocrates, vader van de Geneeskunde (foto historiek.net)Our food should be our medicine according to Hippocrates (foto Twitter)Hippocrates, vader van de Geneeskunde (foto Wikipedia)Hippocrates & the Hippocratic oath (foto pimgwest)
Hippocrates van Kos
Hippocrates van Kos (Oudgrieks: Ἱπποκράτης ὁ Κῷος‘) (Kos, circa 460 voor Christus – Larissa, 370 voor Ch.istus) was een Griekse arts. Zijn naam betekent paarden temmer. Hij wordt beschouwd als de grondlegger, de ‘vader‘ van de westerse geneeskunde, omdat hij als eerste natuurlijke in plaats van bovennatuurlijke oorzaken voor ziekten zag. Hij was een van de eersten in de westerse wereld, die op basis van lichamelijke symptomen een diagnose kon stellen en daarbij een bepaalde therapie voorschreef. Hij haalde dus de geneeskunde in de westerse wereld uit de taboesfeer van tovenarij en godsdienst.
Een van de grote verdiensten van Hippocrates is, dat hij de medische wetenschap scheidde van de heersende natuurfilosofische benadering. Hij legde sterke nadruk op hygiëne, zowel voor arts als patiënt, op gezonde eet en drinkgewoonten, het belang van frisse lucht en een natuurlijk verloop van processen in het lichaam.
Hij was ervan overtuigd, dat gezondheid bij de mens afhing van de balans tussen lichaamssappen; onbalans zou ziekte veroorzaken. Dit wordt de leer der humores genoemd. Het menselijk lichaam zou bestaan uit vier soorten lichaamssappen: slijm, bloed, gele gal en zwarte gal (χόλος). De fysieke en psychische toestand (het temperament) en ziekteverschijnselen werden verklaard uit het bestaande gehalte aan de verschillende sappen. Een teveel aan slijm (flegma) zou een flegmatisch of kalm temperament tot gevolg hebben; een teveel aan bloed een sanguinisch of optimistisch, gepassioneerd temperament; een teveel aan gele gal een cholerisch of prikkelbaar, opvliegend temperament; en een teveel aan zwarte gal een melancholisch, depressief temperament. Een onbalans zou behandeld moeten worden met een dieet.
Eerst dacht men, dat de ziekte epilepsie (van de stam van het Oud Grieks woord λαμβάνειν (= slaan, grijpen, λη) te maken had met de goden, die iemand met de vallende ziekte stevig aanpakten, nadat ze hem betrapten op een goddeloze daad. Hippocrates ontdekte, dat het een lichamelijk fenomeen was, en dus geen straf.
Later werden deze ideeën, die lange tijd grote invloed op de medische wetenschap zouden houden, overgenomen door de invloedrijke Grieks Romeinse arts Claudius Galenus. Deze zou de theorie verbinden met die van de vier elementen: het flegmatische verbond hij met water, het sanguine met lucht, het cholerische met vuur en het melancholische met aarde.
Hippocrates had een praktijk en een artsenschool op zijn geboorte eiland Kos, waar hij zijn leerlingen een hoge beroepsmoraal bijbracht. Hij ontwierp een plechtige artseneed, waar hij zijn pupillen aan verplichtte en die heden ten dage ook in Nederland en Duitsland door artsen bij hun afstuderen wordt afgelegd. Hoewel er verschillende vormen van de eed bestaan wordt hij nog altijd de ‘Eed van Hippocrates‘ genoemd.
Hippocrates maakte ook gebruik van extracten uit de wilgenbast als pijnstiller en koorts onderdrukker. Isolatie van de werkzame stof uit dit extract, salicylzuur, heeft in de 19de eeuw geleid tot de ontdekking van acetylsalicylzuur, dat door Bayer als eerste onder de merknaam Aspirine zou worden gecommercialiseerd.
Een verzameling van zo’n 70 tot 80 geschriften met medische onderwerpen is vernoemd naar Hippocrates: het Corpus Hippocraticum. Gezien het feit, dat deze in verschillende Ionische dialecten geschreven zijn en elkaar zo nu en dan tegenspreken, staat het vrijwel zeker vast, dat deze niet door Hippocrates alleen op schrift zijn gezet. Wel bevatten de werken zijn ideeën over en benadering van de medische wetenschap. De Aforismen en de Eed van Hippocrates maken deel uit van deze serie werken.
Zie ook
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hippocrates_van_Kos
Eed van Hippocrates
De joodse arts Maimonides schreef een vergelijkbare artsen eed.
Nederlandse vertaling
Ik zweer bij Apollo de genezer, bij Asklepios, Hygieia en Panakeia en neem alle goden en godinnen tot getuige, om naar mijn beste oordeel en vermogen de volgende eed te houde
Ik zal naar mijn beste oordeel en vermogen en om bestwil mijner zieken hun een leefregel voorschrijven en nooit iemand kwaad doen. Nooit zal ik, om iemand te gerieven, een dodelijk middel voorschrijven of een raad geven, die, als hij wordt gevolgd, de dood tot gevolg heeft. Nooit zal ik een vrouw een instrument voorschrijven om een miskraam op te wekken. Maar ik zal de zuiverheid van mijn leven en mijn kunst bewaren. Het snijden van de steen zal ik nalaten, ook als de ziekte duidelijk is; ik zal dit overlaten aan hen die hierin bekwaam zijn. In ieder huis waar ik binnentreed, zal ik slechts komen in het belang van mijn patiënten. Mijn leermeester zal ik eren en liefhebben als mijn ouders; ik zal in gemeenschap met hem leven en zo nodig mijn bezit met hem delen, de kunst leren zonder vergoeding en zonder dat daartoe een schriftelijke belofte nodig is; aan mijn zonen, aan de zonen van mijn leermeester en aan de leerlingen die verklaard hebben zich aan de regelen van het beroep te zullen houden, aan hen allen zal ik de grondslagen van de kunst leren. Al hetgeen mij ter kennis komt in de uitoefening van mijn beroep of in het dagelijks verkeer met mensen en dat niet behoort te worden rondverteld, zal ik geheim houden en niemand openbaren. Moge ik, als ik deze eed getrouwelijk houd, vreugde vinden in mijn leven en in de uitoefening van mijn kunst, maar moge het tegenovergestelde het geval zijn indien ik hem schend. Ik zal mij verre houden van iedere welbewuste slechte daad en van elke verleiding, in het bijzonder van de geneugten der liefde met mannen of vrouwen, of zij vrij zijn of slaaf. |
Interpretaties
Met name door de zin “Οὐ δώσω δὲ οὐδὲ φάρμακον οὐδενὶ αἰτηθεὶς θανάσιμον, οὐδὲ ὑφηγήσομαι ξυμβουλίην τοιήνδε. Ὁμοίως δὲ οὐδὲ γυναικὶ πεσσὸν φθόριον δώσω” meestal vertaald als “Nooit zal ik, om iemand te gerieven, een dodelijk middel voorschrijven of een raad geven, die, als hij wordt gevolgd, de dood tot gevolg heeft” is de Eed van Hippocrates tegenwoordig omstreden. Uit het woord αἰτηθεὶς – om iemand te gerieven, of meer letterlijk: wanneer gevraagd – blijkt, dat een arts, die deze eed heeft afgelegd, een mens niet moedwillig mag vergiftigen of doden, ook niet wanneer iemand daarom vraagt. Om deze reden wordt tegenwoordig vaak een andere artseneed afgelegd (zie hieronder).
Door hun specifieke medische kennis zijn artsen bij uitstek in staat om ook adviezen over zelfdoding of over het toedienen van gif te geven. Volgens de Eed van Hippocrates mocht een arts zijn kennis echter niet als gifmenger of handlanger van een moordenaar gebruiken, ook niet wanneer iemand – de patiënt of iemand anders – daarom vroeg. Dat wil niet zeggen, dat artsen zich daar in het verleden ook nooit toe hebben geleend. Op verzoek van hun patiënten werkten artsen soms wél mee aan zelfdoding door hen gif toe te dienen of hun aderen te openen. Zo waren er artsen betrokken bij de zelfgekozen dood van Seneca; ze openden voor deze voluntaria mors (Latijn voor zelfgekozen dood) zijn aderen in armen en benen. [2] Een dergelijk verzoek werd echter niet altijd opgevolgd; toen de aan een zware hartkwaal lijdende Hadrianus om hulp bij zijn zelfgekozen dood vroeg, weigerden zijn artsen dat. [3] De wil van de arts was in de oudheid vaak onderworpen aan die van zijn patiënt. Artsen waren vaak als lijfarts bij hun patiënt in dienst, of zij waren zelfs slaven; ze werden verondersteld te helpen zonder daarbij vragen te stellen. [1]
In België
De artseneed, zoals weergeven op de officiële website van de Orde der artsen van België, werd voor het laatst aangepast in 2011. [5]
In Nederland
In 1878 werd er in Nederland een artseneed ingevoerd, die was gebaseerd op de eed van Hippocrates. Deze artseneed werd door de KNMG (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst) en de VSNU (Vereniging van Samenwerkende Universiteiten in Nederland) in 2003 vervangen door een andere eed, die in 2010 nog op enkele punten is aangepast. [6] Nog steeds leggen medisch studenten een eed of gelofte af op het moment, dat zij hun artsbevoegdheid krijgen. Dit heeft op zich geen juridische betekenis.
Er bestaan verschillende vormen van de artseneed van de grondlegger van de westerse geneeskunde. De huidige eed van de KNMG lijkt – naar de letter van de tekst genomen – weinig meer op de oorspronkelijke versie van de eed van Hippocrates. Het verbod op euthanasie en abortus provocatus is niet meer in de nieuwe eed opgenomen. Uit de nieuwe eed blijkt respect van de medicus voor het leven, inclusief de dood, die naar de huidige maatstaven voor een arts eveneens deel uitmaakt van het menselijk bestaan.
In Nederland werken de artsen van het kleinere Nederlands Artsenverbond nog wel steeds op basis van de oorspronkelijke Eed van Hippocrates.
Nederlands Artsenverbond
De artseneed van het Nederlands Artsenverbond, een vertaling van de eed van Hippocrates door WGM. Witkam [7]
KNMG en VSNU
De artseneed van de KNMG en de VSNU van 2003 [6]
Een vernieuwing die met de KNMG eed van 2003 wordt beoogd is, dat de arts ook belooft geen misbruik te maken van zijn medische kennis, ook niet onder druk. Dit is toegevoegd met het oog op de Rechten van de Mens uit 1948, met als doel misbruik van medische kennis, zoals dat tijdens de Tweede Wereldoorlog optrad, te voorkomen. Dezelfde zinsnede is echter ook van toepassing op misbruik van kennis door commerciële druk vanuit de farmaceutische industrie.
Zie ook
Medische ethiek
Verklaring van Helsinki
De eed
Noten
Dr Anton van Hooff “Artsen werden in de antieke tijd geacht om gewoon te helpen zonder daarbij vragen te stellen. Ze waren het verlengstuk van je eigen wil als patiënt. Het waren trouwens vaak slaven. Je huurde een arts in als instrument, die deed wat jíj wou.” [4]
Referenties
(1) Originele tekst Eed van Hippocrates Gearchiveerd op 4 maart 2018. Geraadpleegd op 4 maart 2018.
(2) Anton van Hooff Nero & Seneca, 2000
(3) Beschrijving in de Historia Augusta
(4) Euthanasie en zelfdoding in de klassieke oudheid, interview op Knack.be, 6 juli 2010 (via Internet Archive)
(5) Eed van Hippocrates (aangepaste versie), Orde der artsen, Ordomedic
(6) Nederlandse artseneed, KNMG, maart 2010 (PDF)
(7) Informatie NAV (archiefpagina)
Plaats een reactie