Theo Knippenberg – WAAR BEN IK? (14): Achter veel lege bordjes
Jan Tinbergen was al ver in de tachtig toen ik hem leerde kennen. Hij woonde alleen, sinds de dood van zijn vrouw, in een bescheiden rijtjeshuis in de Haagse Vogelwijk, de enige luxe die hij zichzelf had gegund van zijn Nobelprijs.
Samen met zijn verspreid wonende kinderen en zijn overburen lette ik een beetje op hem.
Op een herfstige avond, nadat hij de hele middag de telefoon niet had opgenomen, belde ik zijn overburen. Zij waren ook al bezorgd omdat er een groot pakket was afgeleverd voor zijn deur dat nog niet door Jan naar binnen was gehaald.
Ik vroeg of ze even bij hem wilden aanbellen.
Minuten later belden ze terug. Het pakket was Jan zelf, die was gevallen en niet meer overeind kon komen. Maar het ging nu wel weer goed met hem.
Jan was econometrist, zeg maar een economisch rekenaar, en hij had uitgerekend hoe je de armoedeverschillen in de wereld kon uitbannen.
Hij had een grafiek gemaakt met een glijdende schaal die aangaf hoeveel jaar dit zou duren
als de rijke landen een percentage van hun nationaal inkomen zouden geven aan de arme landen.
Als alle rijke landen, zonder uitzondering, iets als 0,9% aan ontwikkelingshulp zouden besteden, zouden de arme landen in veertig jaar welvarend kunnen zijn. Als ze hun steun zouden verhogen tot 1,1% zou de klus in 20 jaar geklaard zijn. Maar als ze hun steun zouden verlagen naar 0,6% of minder zou de kloof tussen arme en rijke landen juist nog groter worden.
Hij rekende dit meer dan veertig jaar geleden uit.
Er zouden dus, op dit moment, volgens zijn berekening, geen arme landen meer hoeven te zijn.
Maar bijna geen enkel rijk land was bereid 0,9% van haar inkomen aan ontwikkelingshulp te besteden. Nederland heel eventjes, maar ook wij blijven nu al jaren onder de 0,6%, net als alle andere rijke landen.
En de kloof tussen rijke en arme landen wordt inderdaad steeds groter.
Bovendien besteden we onze ontwikkelingshulp steeds selectiever, in ons eigen belang. Voor Ebola-bestrijding was er pas echt geld toen de eerste gevallen de rijke landen bereikten. Net zoals het grootste deel van het geld voor de wereldwijde malariabestrijding besteed wordt in de rijke landen.
Intussen is armoede veruit de grootste doodsoorzaak op aarde.
Vandaag, ook vandaag weer, sterft elke drie seconden een kind door armoede. Op dit moment sterft een kind door armoede, op dit moment sterft weer een kind door armoede, op dit moment sterft weer een kind door armoede, op dit moment …
Armoede is een gigantische epidemie. Maar armoede is, helaas voor miljoenen kinderen, voor ons niet besmettelijk.
Foto: Michiel Weinberg – Met Gorbachev bij Jan Tinbergen (staand rechts) thuis in de Vogelwijk
Plaats een reactie