Theo Knippenberg – Leugens (20): Through the looking glass (darkly)
De spiegel was een paar eeuwen geleden niet alleen vrijwel onbetaalbaar maar ook in een groot deel van Italië verboden. Gewone mensen was het niet toegestaan om in de spiegel te kijken. Je had een speciale vergunning nodig van de Kerk om een spiegel te mogen bezitten en daarin jezelf te bespiegelen. Dat heette toen in het Latijn ´speculārī´. En bij ons gewoon ´speculeren´ en dat is inderdaad een riskante bezigheid.
Dyl had snel door hoe verleidelijk, en hoe gevaarlijk, het is voor mensen om zichzelf te bespiegelen. En dat het inderdaad bijna onmogelijk is om je zelf in de spiegel te zien. Meestal zien we een volslagen vreemde, zei hij, maar we gaan er maar van uit dat we dat zelf zijn.
Ik zag toen meteen weer dat beeld voor me van Gertrude, ons dienstmeisje, die voor de grote driedelige kleedspiegel in de slaapkamer van mijn moeder stond, opgemaakt als mijn moeder en in mijn moeders jurk, masturberend.
En in eerste instantie begreep ik zo´n spiegelverbod volledig. Voor alle Gertrudes van deze wereld.
Daarna vond ik het flauwekul. Gun elke meid een spiegel als ze dat fijn vind!
Toch vroeg ik me af wie zij eigenlijk zag, in die spiegel. Zeker niet zichzelf, niet Gertrude. Waarschijnlijk zag ze mijn moeder, of beter, zichzelf getransformeerd in mijn moeder. Dus ze zag niet zichzelf als wie ze was, maar ze zag wie ze zou willen zijn.
Is dat wat de spiegel doet?
Zelf ben ik niet sowieso niet zo dol op de spiegel. Als ik me scheer zie ik een man die steeds meer op mijn vader begint te lijken. Daar word ik niet blij van.
Maar Dyl kon er mee spelen. Als kind al bracht hij uren door bij de heldere beek voorbij de molen, en hij wist precies in welke tijd en bij welk licht je jezelf het beste kon bespiegelen.
Soms wierp hij steentjes in het water. Kleine steentjes zodat het gladde wateroppervlak een beetje golfde zodat hij ouder leek. En grotere stenen zodat zijn rechte lijf gebogen en zijn gezicht heel oud en gerimpeld werd.
Daar aan de beek, liggend, hurkend of wadend, oefende Dyl zijn vrolijkste gezicht als hij kwaad was, zijn innemendste glimlach voor iedereen aan wie hij een bloedhekel had, en een overtuigende blik van afgrijzen voor iets waar hij heimelijk dol op was.
En zo hielp de spiegel hem toch om te worden wie hij écht was.
Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/?s=Leugens
Plaats een reactie