Sophia Zürcher – Art Rooms wil vooral hoog in markt zitten
Amsterdam – Het gebouw heeft veel kamers, vandaar de naam van de nieuwe expositieruimte: Amsterdam Art Rooms, afgekort AAR. Het pand aan de Johannes Vermeerstraat bij het Museumplein is het afgelopen jaar flink verbouwd. “Hier zat eerst Joop van den Ende, het pand was helemaal afgeleefd,” vertelt directeur Kees Wieringa.
“Je ziet dat de sfeer na de verbouwing bijna museaal is met parketvloeren, beveiliging en klimaatbeheersing.” Tijdens de Amsterdam Art Fair in mei vond de housewarming plaats, morgen opent de tweede tentoonstelling van AAR: Schoonheid II.
Kunsthuis
AAR is een initiatief van Dinko Valerio, ondernemer in de biotechnologie, en Wieringa, die tot 2015 directeur was van Kranenburgh in Bergen. Ze brengen bekende kunstenaars mee naar AAR, zoals Marc Mulders en Sjoerd Buisman, maar ook de ambitie om de dingen anders te doen. Kranenburgh categoriseerde zichzelf niet als museum of galerie maar als ‘buitenplaats’ en ook Amsterdam Art Rooms wil anders genoemd worden, namelijk ‘kunsthuis’.
Waarom is het geen galerie, want alle kunstwerken zijn toch te koop? Wieringa haast zich te zeggen dat AAR meer moet zijn dan ‘een winkel’. Hij wil multidisciplinaire avonden organiseren, kunstopdrachten verstrekken, kunstenaars uitnodigen om een van de kamers als atelier te gebruiken, en vooral: museale tentoonstellingen maken.
Wieringa: “We willen ons onderscheiden van andere kunstinitiatieven in de stad door heel hoog in de markt te zitten. We gaan voor museaal niveau. Dat is een experiment, om te kijken of dat levensvatbaar is in Nederland.” Omdat AAR financieel wat ruimer in het jasje zit dan menige instelling, kan er inderdaad worden geëxperimenteerd.
Nou klinkt het kiezen van bekende kunstenaars, en een thema als ‘schoonheid’, niet bepaald risicovol. Maar de kunst hangt hier niet alleen om mooi te zijn. Veel kunstenaars koppelen schoonheid aan engagement. Zie bijvoorbeeld het triptiek De Belgische zwartjes kennen het klappen van de zweep (2013) van Jan Fabre. Het onderwerp is wrang, de slavernij in Congo, maar uitgevoerd in prachtige schilden van juweelkevers (die ook afkomstig zijn uit Congo). De schoonheid van het materiaal wordt hier ingezet als tegengif tegen een gruwelijke episode uit de geschiedenis. Fabre noemt zichzelf ‘krijger van de schoonheid’.
Het thema schoonheid staat ook Marc Mulders na aan het hart. Tijdens de opbouw van de tentoonstelling vertelt hij: “Ik geloof dat een kunstenaar net als een tuinman de wereld een beetje kan aanharken en versieren. Laten we niet de apocalyptische sferen van vandaag de dag herhalen, maar laten we een feestje bouwen, laten we het hebben over de toekomst.”
Dialoog
Het samenzijn en de dialoog, zijn bovendien speerpunten van AAR. “Vaak zegt het publiek dat het moderne kunst niet begrijpt, maar iedereen begrijpt schoonheid,” aldus Wieringa. “Het is een filosofisch begrip dat je als aanknopingspunt kunt nemen om te praten over de kunst die je hier ziet.”
Er lopen studenten kunstgeschiedenis door het pand die met de bezoekers in gesprek gaan. Die dialoog kan voorlopig alleen worden aangegaan op vrijdagen van elf tot vijf, maar bij veel belangstelling is Wieringa voornemens vaker de deuren te openen.
Schoonheid II. Sjoerd Buisman, Jan Fabre, Ellen Grael, Hans van der Ham, Marc Mulders, Thom Puckey, Rob Scholte, en Timothy Segers, t/m 1/10/2016.
Amsterdam Art Rooms
Johannes Vermeerstraat 29, Amsterdam
Informatie: info@amsterdamartrooms.com
tel. 06-22467803
Open op vrijdagen van 11.00 – 17.00u. en op afspraak.
Al het getoonde werk is te koop.
Het Parool, 29-07-2016
Plaats een reactie