Dit interview geeft enige hoop. Hieronder de belangrijkste voorwaarden om van het Rob Scholte Museum een succes te maken;
– Geestelijke ruimte bij de Helderse politiek. Rob Scholte is een aimabel mens, maar veel belangrijke kunstenaars leven in een andere wereld dan wij. Daar moet je mee om kunnen gaan. Niet te snel een oordeel hebben (en liefs helemaal geen oordeel hebben) is daarbij essentieel. Besef ook, dat de kunstgeschiedenis aantoont, dat de gemiddelde Nederlander op zijn vroegst pas over honderd jaar zover is om kunst uit deze tijd echt goed te kunnen beoordelen.
– Den Helder moet bereid zijn om een (financieel) risico te nemen. Dat is de investering die wij met zijn allen zullen moeten doen. Alle kans dat die investering iets schitterends oplevert voor de stad, maar 100% zekerheid daarover valt per definitie niet te krijgen. Burgerlijke businessplannen eisen gaat de dood worden voor dit project. Alleen al omdat Scholte op een manier werkt, die niet in dergelijke plannen te vatten is (o.a. door de wijze waarop hij uitstekende vrijwilligers aan zich weet te binden). Een blanco cheque dus voor Scholte? DAT NOOIT!! Risicobeperking is het devies voor Den Helder en daar zijn keiharde afspraken voor nodig. Maar wel op een welwillende en open wijze en zonder billenknijperij.
– Rob Scholte heeft het hele postkantoor nodig om dit project tot een succes te kunnen maken. En dat is niet omdat zijn ego te groot is voor een klein museum. Je kunt dat al afleiden aan de manier waarop hij in zijn museum veel aandacht besteedt aan andere kunstenaars. Zijn projecten vergen gewoon veel ruimte. Alleen al een grote zaal om met een heel team te kunnen schilderen, waar het publiek bij kan zijn.
– De gemeente moet zich gedragen als een verantwoordelijk gebouweigenaar. In een rechtstaat is de overheid op gelijke wijze aan het recht onderhevig als haar burgers. Dat betekent dat Den Helder zichzelf een aanschrijving moet sturen, omdat ze een van de mooiste gebouwen van de stad gewoon naar de sodemieterij laat gaan, terwijl met een heel klein beetje onderhoud -aan de kozijnen bijvoorbeeld- onmetelijk veel ellende te voorkomen valt.
Dit interview geeft enige hoop. Hieronder de belangrijkste voorwaarden om van het Rob Scholte Museum een succes te maken;
– Geestelijke ruimte bij de Helderse politiek. Rob Scholte is een aimabel mens, maar veel belangrijke kunstenaars leven in een andere wereld dan wij. Daar moet je mee om kunnen gaan. Niet te snel een oordeel hebben (en liefs helemaal geen oordeel hebben) is daarbij essentieel. Besef ook, dat de kunstgeschiedenis aantoont, dat de gemiddelde Nederlander op zijn vroegst pas over honderd jaar zover is om kunst uit deze tijd echt goed te kunnen beoordelen.
– Den Helder moet bereid zijn om een (financieel) risico te nemen. Dat is de investering die wij met zijn allen zullen moeten doen. Alle kans dat die investering iets schitterends oplevert voor de stad, maar 100% zekerheid daarover valt per definitie niet te krijgen. Burgerlijke businessplannen eisen gaat de dood worden voor dit project. Alleen al omdat Scholte op een manier werkt, die niet in dergelijke plannen te vatten is (o.a. door de wijze waarop hij uitstekende vrijwilligers aan zich weet te binden). Een blanco cheque dus voor Scholte? DAT NOOIT!! Risicobeperking is het devies voor Den Helder en daar zijn keiharde afspraken voor nodig. Maar wel op een welwillende en open wijze en zonder billenknijperij.
– Rob Scholte heeft het hele postkantoor nodig om dit project tot een succes te kunnen maken. En dat is niet omdat zijn ego te groot is voor een klein museum. Je kunt dat al afleiden aan de manier waarop hij in zijn museum veel aandacht besteedt aan andere kunstenaars. Zijn projecten vergen gewoon veel ruimte. Alleen al een grote zaal om met een heel team te kunnen schilderen, waar het publiek bij kan zijn.
– De gemeente moet zich gedragen als een verantwoordelijk gebouweigenaar. In een rechtstaat is de overheid op gelijke wijze aan het recht onderhevig als haar burgers. Dat betekent dat Den Helder zichzelf een aanschrijving moet sturen, omdat ze een van de mooiste gebouwen van de stad gewoon naar de sodemieterij laat gaan, terwijl met een heel klein beetje onderhoud -aan de kozijnen bijvoorbeeld- onmetelijk veel ellende te voorkomen valt.