René Zwaap – Scholte’s list
Verbazing en verbijstering alom over het optreden van Rob Scholte afgelopen weekend tijdens het Crossing Border Festival in Den Haag. De kunstenaar was door de organisatie ingeroosterd als hoofdact in de slotnacht van het subculturele evenement. Het idee was dat Scholte een dik half uur zou voordragen uit zijn bij uitgeverij Vassallucci te verschijnen biografie, Copyright Rob Scholte. Het toegestroomde publiek keek dan ook vreemd op toen Scholte zijn voordracht als volgt begon: ‘Er is een misdaadorganisatie, gevormd door staten – dat moet wel. De politie heeft mij zelf gezegd: “Er gaat geen kilo drugs over de wereld of wij hebben het op de satelliet.” Ik zat in de lijn van groeicrimineel, ze zagen in mij een hele goeie. Ik heb maar vier jaar lagere school, maar ik ben niet benauwd, heb op de wilde vaart gezeten, spreek mijn talen. Op een gegeven moment wist ik te veel en wilden ze me ombrengen. De BVD en de politie zitten erachter, maar ook de CIA en de DEA.’
Vervolgens ging het in hyperventilerend tempo verder over extreem rechtse netwerken met Gladio achtergrond, de moord op Ien Dales, Oude Pekela, Dutroux, cocaïnesmokkel en de corruptie van de rechterlijke macht. ‘Ik heb nooit drugs willen rijden‘, zo droeg Scholte voor. ‘Toen ze me dat vroegen, heb ik geweigerd. Drugs moeten ze legaliseren, dan haal je deze hele handel onderuit. Wat er met die kinderen in België is gebeurd, heeft er rechtstreeks mee te maken. Sorry, dat ik begin te huilen, maar als ze na Oude Pekela naar mij hadden geluisterd, was dit niet voorgekomen. Die kinderen hebben ze gebruikt om de hoge heren te chanteren.’ De zaal werd steeds perplexer. ‘U bent het toch met me eensm dat ik een logisch verhaal op tafel leg‘, luidde het slot. ‘Nou ben ik even de draad weer kwijt, verdomme. Sorry dat ik weer volschiet. Maar het is zo’n onvoorstelbare chaos, die ze scheppen, dat moet ik wel naar buiten brengen.’ En quasi geëmotioneerd draaide Scholte zijn rolstoel resoluut om en reed van het podium af.
In de pers kon men er geen kaas van maken. ‘In de rolstoel zat geen voordrachtskunstenaar, maar een frontsoldaat in oorlog met een buitenwereld, die vol is van samenzweringen’, aldus de Volkskrant. In haar column in Het Parool maakte Karin Spaink, zelf ook optredend op Crossing Border, korte metten met deze performance. ‘Dat Scholte onwetend enorme hoeveelheden cocaïne heeft vervoerd, was nog wel de minste onthulling‘, aldus Spaink. ‘Dat Hirsch Ballin en Ed van Thijn hadden moeten aftreden wegens hem, Rob Scholte – dat is, zacht gezegd, tamelijk ongeloofwaardig, evenals de gedachte, dat Scholte uit de weg moest worden geruimd vanwege zijn kennis over enig drugsnetwerk.’ Spaink vond het relaas kenmerkend voor Scholtes paranoia. ‘Scholtes trieste spinsel is helaas vergelijkbaar met de kankerpatiënt, die zijn leven tot de laatste cel analyseert om uit te vinden, waar die ziekte haar oorsprong vond: een eindeloze speurtocht naar een antwoord op de vraag “waarom ik?” die in sommige gevallen verkeert in permanent ziele gegraaf en een hang naar dure diëten of de malle theorieën van kwakzalvers.’ Spaink keerde zich ook af van de media, die er niets aan zouden doen om Scholtes complottheorieën af te remmen. ‘En zo voeren de pers en zijn eigen paranoia Scholte in een valse wals de afgrond in‘, aldus Spaink.
Helaas, Spaink trapte in de valm die Scholte, niet voor niets de kunstenaar van het postmoderne citaat, voor haar had gelegd. In werkelijkheid droeg Scholte niet voor uit eigen werk, maar uit een artikel uit nota bene Het Parool. Wie dicht bij het podium zat, kon trouwens ook duidelijk zien, dat Scholte een krantenartikel in de handen had. Het artikel in kwestie verscheen 21 augustus jl. in de rubriek ‘Geen gehoor’ van Maurits Schmidt, een serie, die speciaal in het leven is geroepen om vaste ingezonden brievenschrijvers wier ideeën te ‘hemelbestormend‘ zouden zijn om voor publicatie in aanmerking te komen, toch eens een podium te bieden. Het betreft een interview met Bengt Magnus Liberg, auteur van een onnoemelijke hoeveelheid brieven aan de pers (ook aan De Groene) en politiek, en gaat over de politiek criminele netwerken, die deze gewaar zou zijn geworden in zijn tijd als smokkelaar.
Scholte droeg de tekst van het interview letterlijk voor. De kunstenaar vanuit Tenerife: ‘Het leek me wel een goeie zet om Liberg’s verhaal voor te lezen. In zijn brieven aan minister Sorgdrager en vele anderen noemt hij mij namelijk geregeld als de nummer één van een of ander smokkelnetwerk met vertakkingen naar Gladio, de IRA, het Vaticaan en wat al niet meer. Dat is natuurlijk allemaal onzin, maar je weet nooit wat er van die brieven blijft hangen. Waar rook is, is vuur, denken de mensen. Maar ik ben bang, dat men mij niet helemaal goed heeft begrepen.’
De heer Liberg zelf blijkt niet erg gecharmeerd van de wijze, waarop Scholte zijn werk uitdraagt. Aan de telefoon: ‘Wat kan die hele Rob Scholte mij nu verder schelen? Als Scholte mijn verhaal wil voorlezen, moet hij dat maar doen. Voor mij heeft de zaak al afgedaan. Goeie morgen.’
De Groene Amsterdammer, woensdag 17 september 1997
Plaats een reactie