R – Het Alternatief van de Naïeveling

Het Alternatief van de Naïeveling

Mijn Eerste Kennis Making met de Dog Troep moet Midden Jaren 70 zijn Geweest.

Ik woonde in Heiloo, een Forenzen Dorp, waar niets te doen was.
Ik bezocht de Middelbare School in Alkmaar.
Een Half Uur Fietsen van mijn Ouderlijk Huis over de Wester Weg of Zander Sloot door het Heilooër Bos.
Dagelijks Heen en Terug.
Vaak S Avonds Nog een Keer Op en Neer.
Vier Keer Acht Kilometer is 32 Kilometer op Één Dag.
Ik wilde Geen Brommer, maar Dacht Wel “Straks Gelukkig Nooit Meer Fietsen“.
Op mijn 18e haalde ik mijn Rij Bewijs.

We troffen Elkaar op de Achterdam, Vlak Bij de Hoeren, in een Kroeg, die Neerlands Hoop heette, of Bezochten de Donderdagse Film Avonden in Provadya, Toen Nog Gevestigd op de Laat.
Films van Claude Faraldo,”Themroc“, Jean Luc Godard, “Les Carabiniers“, Marco Ferreri, “Touche Pas À la Femme Blanche“, Jacques Rivette,”Céline et Julie vont en Bateau“, en de onvermijdelijke Marcel Carné, “Les Enfants du Paradis“.
Niet alleen Franse films, maar meest al wel.

Schrijvers als Simon Vinkenoog, Henk Bernlef en Gerben Hellinga lazen in Provadya uit eigen werk.

Ik zag er toneel stukken als “La Condition Humaine” van Jean Cocteau, de dans groepen van Wil Spoor en Koert Stuyf, Poëzie Hardop, Han Bennink met Misha Mengelberg, het Willem Breuker Kollektief en de rest van de Instant Composers Pool.
In Provadya zag ik ook voor het eerst de Dog Troep.

De voorstelling van de Dog Troep zou om half negen beginnen.
Wij, mijn vrienden en ik, waren ruim op tijd,
Wie ‘We‘ precies waren, weet ik niet meer.
Vermoedelijk Tim Benjamin, Ronald Heiloo, Dirk van Weelden, Mark Wildschut en of Walther Carpay.
We waren het wachten in de koffie corner behoorlijk beu.
Pas om half tien ging de boven zaal open.

Het was er aarde donker.
Er stonden geen stoelen, noch was er een podium.
Midden in de zaal stond een vijf tal grote kartonnen dozen op gesteld, waar eerder ijs kasten in hadden gezeten.
Nu werden ze bemand door acteurs, die in die dozen hun eigen waan zinnige wereldje hadden gecreëerd.
Éên wit geschminkt meisje, niet lelijk, jong leerde pervers met tover ballen.
In haar mond stak ze een lange lepel, waa rmee ze ook de ballen probeerde te verplaatsen.
De binnen zijde van de doos was beplakt met voor stellingen als in een meisjes kamer.
Elk doos bevatte een ander toneel stukje, dat zich tot vervelens toe her haalde.
Personages als de bos wachter, een clown, een kaartjes verkoper, ik noem maar wat op.
We drentelden wat door het donker.
Af en toe wierpen we een blik door de in het karton uit gesneden kijkvgaatjes.
Een kijk doos, een Peep Show.

Het duurde lang en we hadden al zo lang gewacht.
We konden het niet laten.
Deze voor stelling dwong publie participatie af.
Wie begon, weet ik niet meer.
Maar gezamenlijk, met vier man, besloten we de doos, waar schijnlijk van het meisje, met één ruk om hoog te tillen.
Haar contact schuwende illusie verstorend en de hele poes pas onthullend.
Wat er toen gebeurde, hadden we geen van allen voor zien.
Het meisje begon te huilen en de voor stelling werd onmiddellijk af gebroken.
Gelaten en schuld bewust verlieten we gejaagd het gebouw.
Wat wij in onze naïviteit hadden begrepen als een uit nodiging tot zelf werk zaamheid en deel name aan de voor stelling, “Alles is Theater“, pakte geheel anders uit.
Wij waren de orde verstoorders van een Dog Troep voor stelling geworden, maar het was een gedenk waardig avondje uit.
Daarna flipperden we op de kasten van De Hoop.

Dan jaren later, 1981, in Amsterdam.
Peter Klashorst schildert een Poster voor de Dog Troep.
Walther Carpaij doet mee aan hun Kerst Voor Stelling in de Melk Weg.
De Beelden Taal van de Dog Troep sluit aan bij de Kunst van die Tijd.
Jonge Duitsers, Italianen, Fransen, Friezen en Negers.
They Ride the Wave.
Ik zeg tegen Warner van Weely en Katrien Bos, die Vrijt met mijn Vriend Erik Hobijn, dat ik als de Gelegenheid zich Voor Doet Wel Eens wil Mee Werken aan een Voor Stelling.
Liefst op Tour in het Buiten Land.

Augustus 1982 toon ik met mijn Partner Sandra Derks ons Kleur Platen Project “Rom 87” in de voor ruimte van de Warmoesstraat 139.
We zijn Moe en Op.
Paul Groot beschrijft ons Werk in de NRC als een “Meester Werk“, maar Sandra en ik Snakken naar A Way Out.
Op dat Moment belde Warner.
Ga Mee naar Israel.
Een Toer van 3 Weken.
De Dogtroep is de Main Attraction op het Israël Festival in Jeruzalem.

Ik laat me Onmiddellijk Over Halen.
29 Augustus 1982 vlieg ik met El Al KI531 om 09.35 uur, Samen met de Mij Onbekende Drummer Michael Vatcher, van Amsterdam naar Tel Aviv.
Daar staat een Taxi Klaar, die ons naar The Windmill Hotel, 3 Mendele Street, Talbieh, Jeruzalem 92147, brengt.
Vatcher en ik kennen elkaar niet, maar dat zal in de Drie Weken, die volgen, veranderen.
We zijn de Eersten van de Groep, die Aan Komen.
Katrien Bos is Al een Week Daar in Verband met de Organisatie, Even als een Danseres, de Naam is me Ontschoten, maar die ik voor het Gemak Els zal Noemen.
Warner van Wely, Erik Hobijn, de Muzikant Jos Zandvliet, de Japanner Max, de Actrices Cyntha Bender en de Lange Lino Hellings, die komen Later per Vlieg Tuig Aan of Rijdend met de Vracht Wagen, Waar In Decor Stukken, Instrumenten en Rekwisieten.

De Dog Troep bestaat Tijdens dit Festival, de Israëlische Pendant van ons Holland Festival, uit deze Tien Personen.
Dan wordt Alles Wazig.
Feit is, dat ik een Retour Ticket heb om op 19 september 1982 om 15.55 uur met de El Al KI532 van uit Tel Aviv naar Amsterdam te Vliegen.
Uit Eindelijk zal ik het Nooit Gebruiken.

Jerusalem is een Oude en een Nieuwe Stad.
Wij Repeteren en Bereiden ons Voor in de Tuin van The Artist House.
Onze Eerste Voor Stelling is ‘S Avonds tijdens de Opening Ceremonie van het Festival op het Voor Plein van het National Theatre.
Daar na over Dag gedurende Bijna een week in een Plantsoen bij Jaffa Street, 100 Meter van onze Open Lucht Werk Plaats.
Spektakel, Vuur Werk van Hobijn, Kabuki, Commedia dell Arte, Jacques Tati Muziek en Verkleed Partijen.
Ik laat me Niet Onbetuigd en Doe aan Alles Mee.
Ik speel Elke Rol.
Spring, Dans en maak Muziek.
Elke Middag trekt een Bonte Stoet Voor Bij, het Circus Jeroen Bosch, van Artist House naar Jaffa Plantsoen.
Ik Ontbijt en Dineer met Humus, een Pasta van Kikker Erwten, Waar Aan ik Verslaafd Raak.
Avondlijke Uren in de Bar van het Artist House.
Een Scharrel met een Gevluchte Iraanse Bar Keepster als Voor Bereiding op het Echte Werk.
Tochten met Hobijn door de Oude Stad.
Klaag Muur.
Een Joodse, Christelijke, Armeense en een Islamitische Wijk.
Een Verdeelde Oude Stad.
En ik maar Denken, dat de Delen met Elkaar Verbonden Zijn.

Eerst Jaffa Gate, vervolgens verken ik de andere poorten.
Ik dreig beroofd te worden door een groep Palestijnse kinderen.
Ik zet het op een rennen.
De straat loopt dood: een dicht gemetselde verbinding poort.
Ik ren, achter na gezeten door schreeuwende winkeliers, “Houdt de Dief” en kinderen terug naar de Gate, de bewoonde wereld.

De kruis gang van Christus.
Via Dolorosa.
Kruisjes en kruizen in alle maten, soorten en gewichten.
Voor elk wat wils om daar mee de kruis gang na te bootsen.
Over al bordjes bij elke boom, betaald door meneer of mevrouw Huppel de Pup uit Colorado.
Et cetera.
Et cetera.
Hobijn koopt een keppeltje, ik niet.
Ik praat met een Arabische markt koop man over tekenaar Bantzinger, van wie hij een aan tal schets boeken in huis heeft.
We drinken thee.
Ik ontmoet Gabi Klasmer, kunstenaar, een Jonge Israëli.

Hobijn en ik besluiten wat reclame te maken voor de plantsoen voorstelling van die middag.
Alle bei hebben we twee stoelen uit de bar van het Artist House geleend, waar op we staan en waar mee we ons gaan voort bewegen.
Lopen op stoelen zonder de grond te raken.
Er steeds één naar voren zettend, over springend en ons al dus verplaatsend.
We hebben een strip verhaal op onze borst aan een touw om onze nek.
Om de 50 meter geven we een voorstelling.
Silent Movie.
We slaan de bladzijden om van ons strip verhaal, door mij geschilderd.
De tekeningen tonen een man, die op een stoel staat en aan de om standers uit legt, hoe hoog hij boven hen verheven is, die met hun voeten op de grond staan.
Hobijn en ik worstelen ons verschillende keren Jaffa Street door.
Op en af, in de brandende middag zon, tot verbijstering van de voor bij gangers.

Dan gaan we toeren.
Het land in.
Op naar de bezette gebieden.
Naar Jericho, waar we een grimmig ontvangen voorstelling op het stad plein geven.

We dobberen in de Dode Zee.
Het zout bijt in ons poep gaatje en de wondjes op ons lichaam.
Amsterdam is ver weg.
Cyntha ruikt lekker en is dicht bij.
Ze werkt als auto monteur en we hebben ruige sex.
Hobijn slaat Peperkamp op Z N muil, om dat Katrien neukt met onze gids.
Erik wordt naar huis gestuurd.
Wie rijdt nu de bus terug?

We spelen in Jaffa, Ceasaria, Tel Aviv en een Kibboets in het Noorden bij de grens met Libanon.
Wij passeren einde loos veel soldaten.
Jongens en meisjes liftend naar het front.
The Jerusalem Post is leesbaar, want Engels.
Het bloed bad van Sabra en Shatila.
Peter Mertens beschrijft me later als mede plichtig collaborateur.
Ieder één is gewapend, schuil kelders, de verwachting van in slaande raketten.
Ik weeg een schiet wapen met mijn handen.

Ik laat me inspireren door een fragment uit de Dog Troep voor stelling, een speciaal standje, dat de om kering van man naar vrouw verbeeldt voor mijn schilderij “Bespotting door 2 Potten“.
Twee jaar later in 1984 door Georg Jiri Dokoupil aan gekocht voor 2.500 gulden bij “Stufen der Anregung” in Im Klapperhof te Keulen.

Ik rij samen met Cyntha, het huilende tover ballen meisje, de bus terug naar huis.
De anderen vliegen terug.
We passeren Jaffa en spenderen enkele dagen in een hotel kamer te Tel Aviv.
We gaan uit en ons zelf te buiten.
Verontrustende berichten uit Amsterdam.
Van Hobijn hoor ik, dat Sandra het met Walther doet.
Het schijnt gebeurd te zijn tijdens een uit stapje van de complete Warmoes straat naar Kassel, al waar Rudi Fuchs die zomer de documenta organiseert.
We rijden naar Haifa en schepen in op de f|b GoldenVergina” van de Stability Line Incorporated naar Brindisi.
Eerst Cyprus, dan Kreta, het Kanaal van Corinth, al waar we sigaretten gooien naar de soldaten, die het kanaal bewaken.
Brindisi, Rimini, dan naar Riva di Garda.
Het tempo neemt toe.
Amsterdam nadert snel.
We besluiten naar Kassel te rijden met onze brik vol theater restanten.
Onze auto staat geparkeerd recht voor het Fridericianum, een mega boete.
Penck hangt naast Gilbert & George.
Julian Schnabel schittert door af wezigheid.
We lopen in de voet sporen van het over spel.

We rijden van af de ring de Haarlemmer Weg op.
Ik ben thuis.
Zoen Cyntha.
Goodbye.
Ga bij Sandra binnen.
We zijn er snel uit.
Morgen komt Walther haar helpen verhuizen.

Cyntha zie ik nog terug in een winters Berlijn.
Het klikt voor geen meter.
Ik neem daar een plaat op met Suspect, Schläflose Nächte, en Alexander von Borsig van Einstürzende Neubauten.
Christiane F is zijn meisje.

In de Spiegel Tent van de Boulevard of Broken Dreams slaat Cyntha me vol op de bek.
Een aan tal jaren later hoor ik van haar zelf moord.

Ik ben er klaar mee.
De Kinder von Bahnhof Zoo nemen af scheid van mij.
De Dog Troep gaat nog jaren onverdroten verder.
Tussen mij, de naïeveling, en de alternatieven komt het nooit meer goed.

Dienst Mede Deling

Expo in RSMuseum sinds 3 jan 2016 om 08:54

1 Comment

  1. sommige mensen maken meer mee dan anderen en kunnen er ook nog goed over schrijven.

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*