Peter Pijls – Het vijfde seizoen van Joost Zwagerman
Het is nacht en ik zie een uitzending van DWDD waarin schrijver Joost Zwagerman praat over zijn depressie. En de uitweg die kunst hem bood. Vooral: schrijven over kunst.
Ter illustratie liet hij een schilderij van Mark Rothko zien, uitgevoerd in zwart en grijs. Alleen gaf dat zwart volgens Zwagerman licht, want er zaten allerlei kleuren onder verstopt. Fascinerend: de discrepantie tussen Zwagermans verbale enthousiasme en de doffe blik in zijn ogen. Zelf schreef hij ooit een roman die Vals licht heette.
Rothko pleegde trouwens ook zelfmoord. Diens lichtgevende zwart vermocht Zwagerman niet te redden, want zoals bekend sloeg hij de hand aan zichzelf. Ik zie psychiater Bram Bakker op televisie uitleggen dat er nu echt meer aandacht moet komen voor de ziekte depressie. Hij wordt op zijn wenken bediend: er komt een Depressiegala op ons af.
Zou het helpen?
Met enige wellust haalde Zwagerman bij DWDD Samuel Beckett aan, die beweerde dat veel kunstenaars een vijfde seizoen kennen: de depressie. Ik ken artiesten voor wie dat op gaat. Niet voor niets wordt vermoed dat bijvoorbeeld de manisch-depressieve stoornis en creativiteit hand in hand gaan. De Amerikaanse psychologe Kay Redfield Jameson, zelf bipolair, schreef er meeslepende boeken over.
Zij leeft nog steeds.
Ik weet niet of Joost Zwagerman de diagnose manisch-depressief kreeg. Ik weet wel dat hij op televisie, vooral bij dat ADHD-programma De Wereld Draait Door, behoorlijk uit zijn dak kon gaan. Hoe hij er thuis aan toe was, weten we inmiddels.
Joost Zwagerman bewijst dat bekendheid en succes depressies niet buiten de deur hoeven te houden. Integendeel, denk ik. Buiten de spotlights kan het kil en eenzaam zijn. Opgewonden televisiemensen sloegen hem op de schouders om zijn eruditie. Zwagerman won prijzen en was een enthousiasmerend voorbeeld voor jonge auteurs. En toch ging hij naar de kloten.
Hij was er ook lichamelijk niet best aan toe. De ziekte van Bechterew bezorgde hem veel pijn. Hij had een echtscheiding achter de rug. Ooit zag ik hem met een van zijn kinderen in het Vondelpark, op een zondagmiddag. Hij deed enorm zijn best niet gezien te worden, wat door zijn lengte nog niet meeviel. Een starende blik in de ogen, die uitdrukte: zie mij maar niet.
Maar de mensen zagen hem wel.
Dat is nu niet anders. Ik maakte nooit eerder mee dat een zelfmoord zo veel losmaakt op de sociale media. Iedereen lijkt een mooie herinnering aan Joost Zwagerman te bewaren. Ik mag hopen dat zijn drie puberkinderen het lezen.
Achteraf is altijd veel duidelijk, maar ik denk dat Zwagerman te diep in de materie zat. Nadat zijn vader een poging tot zelfmoord deed, las hij alles wat hij over het onderwerp te pakken kreeg. Hij schreef er veel over. Hij hield lezingen voor mensen van wie de kinderen voor de trein waren gesprongen. Die bijeenkomsten vonden plaats in een, jawel, uitvaartcentrum.
Ik denk dat Zwagerman daar weg had moeten blijven. Het moet zijn transfer naar het vijfde seizoen bespoedigd hebben. Opgewonden praatjes over het lichtgevende zwart van Mark Rothko mochten niet meer baten.
Arthur Schopenhauer schreef al dat de esthetiek een formidabele uitweg kan bieden uit de periodieke troosteloze banaliteit van het bestaan. Joost Zwagerman was een fanatieke ambassadeur van die filosofie. Maar hij werd ingehaald door het seizoen dat geen escapisme toestaat.
Ik hoor zijn zogenaamde vrienden in de media harde opmerkingen over hem maken. Dat hij er vast al spijt van heeft, en zo. En dat het toch zo’n vrolijke vent was, die iedereen wist op te beuren. En meer van dat gelul.
Ze hebben het niet over de pijn van Joost Zwagerman. Want vervolgens zouden ze zich hardop moeten afvragen wat zij er aan gedaan hebben om die pijn te verzachten. Leer mij de Randstedelijke kunstscene kennen: daar ben je een held als je vrolijk succes hebt en in de spotlights staat. Dan wil iedereen je kennen. Maar o wee als het slecht met je gaat. Dan keren ze zich van je af en geven je doodleuk een trap na.
Vraag maar aan kunstenaar Rob Scholte. Nadat hij bij een bomaanslag zijn benen verloor en paranoïde doordraaide, kwam de eens gevierde artiest bijna alleen te staan.
Maar Rob Scholte leeft nog.
Er was er een die haarscherp zag hoe Joost Zwagerman er aan toe was. Dat was schilder Peter Klashorst, die een portret van Joost Zwagerman maakte, niet lang voor zijn dood. Op dat schilderij heeft Joost Zwagerman de mond wijd opengesperd, als om een wanhoopskreet los te laten. Het doet denken aan Francis Bacon, die paus Innocentius afbeeldde in een kooi, de gepijnigde muil ver open (https://robscholtemuseum.nl/peter-klashorst-uploads-vanaf-je-telefoon-1/peter-klashorst-joost-zwagerman/).
Klashorst voelde kennelijk haarfijn aan dat Zwagerman in het vijfde seizoen was beland. Voor altijd vereeuwigd in verf.
Ervaringswijzer, Inspiratie voor de psyche, 11 september 2015
http://ervaringswijzer.nl/blog/index.php?blog=152&auteur=24&lijstauteur=24
Plaats een reactie