Olof Baltus – De Duinroos (1): Houdt Den Helder Helder
In Den Helder kwam ik voor de eerste keer van mijn leven toen opa Van Kessel was overleden.
Deze opa Van Kessel was de opa van Jos Tiebie, en Jos Tiebie was de zoon van de grossier in sierbloemen en planten , Kees Tiebie, en diens vrouw, die wij Tante Riet noemden.
Al was ze niet een echte tante , maar zoals dat heet, een Amsterdamse tante.
Het was in de kersttijd, dat opa Van Kessel overleed, en ik logeerde toen al een paar dagen (in het West-Fries zeggen ze: te waskip ) bij de familie Tiebie, die woonde in het oudste huisje uit de Anna Paulowna Polder. Dat huisje stond bij De Drie Bruggen, niet ver van Breezand.
Ik sliep er samen met mijn leeftijdgenoot , Jos, in een bedstee in de huiskamer.
Vanuit de bedstee kon je de volwassenen in de kamer heel goed horen praten. Het was allemaal heel intiem . Ze hadden het over hun overleden vader en schoonvader. Over opa Van Kessel .
De volgende dag bezochten we het sterfhuis, maar ik kan mij niet herinneren het lijk gezien te hebben. Wel dat opa en oma woonden in een van die huisjes langs de kade bij de Marinewerf.
Ik vond het allemaal machtig interessant. De marineschepen verderop, het bezoek aan de drukkerij, die de rouwcirculaires e.d. zouden verzorgen, en de bezorgde reactie van tante Riet, die tegen mij zei dat zij het jammer vond dat de voor mij gedurende mijn logeerpartij geplande uitstapjes nu niet konden plaats vinden.
Jammer, jammer? dacht ik.
Mooier dan om van zo nabij getuige geweest te zijn van het hele gebeuren rond de dood van opa Van Kessel, dat kon toch niet?
Jaren later kwam ome Kees Tiebie om toen hij met zijn auto op een onbewaakte spoorovergang geschept werd door een trein.
De familie Baltus ging toen al niet meer om met de Tiebies.
Nadat ome Kees op een oudejaarsavond geprobeerd had mijn moeder te verleiden was het definitief afgelopen met de vriendschap tussen de bloemengrossier en mijn vader, de rechtschapen bloemenman uit Egmond aan zee.
De familie Tiebie figureert wel in de roman De Duinroos die in 1979 verscheen. Daarin ziet de IK in het gezin Tiebie de Heilige Familie, met Jos als kindje Jezus.
Tijdens een volgende logeerpartij, die ik vanwege het sterfgeval nog te goed had, zou Jos mij nog in diezelfde bedstee als bij de dood van opa Van Kessel voorstellen samen vieze dingen te gaan doen.
Ik ging er niet op in, maar realiseer mij nu pas dat Jos Tiebie in zijn hoedanigheid van enig kind heel erg moet hebben verlangd naar een broertje of zusje.
Wat zou er van die jongen geworden zijn?
Plaats een reactie