Micha Kat – Lees mee met vluchteling Micha Kat (58): Micha Kat | Top Advocatuur
Top Advocatuur
‘Het duurste zinnetje uit de geschiedenis van de Nederlandse journalistiek’. Zo beschrijven diverse media het zinnetje uit mijn boek Topadvocatuur (2004), waarin ik advocaat Hugo Smit laat onthullen, dat de Haagse top rechter Hans Westenberg hem telefonisch intimideerde in 1994. Anno 2019 wordt er nog steeds furieus over geprocedeerd. Miljoenen zijn uitgegeven aan alle procedures inzake de ‘bellende’ en later de ‘liegende’ rechter, een krankzinnige en nog nooit eerder vertoonde wantoestand, die alleen kan worden verklaard uit het verbijsterende feit, dat dit ene zinnetje als een atoombom een illusie, een idee-fixe, opblies, waaraan Nederland zich tot op de dag van vandaag hysterisch probeert vast te klampen: onze rechters zijn onpartijdig, eerlijk en onze rechtspraak behoort tot de beste ter wereld.
Dit is niet de plaats in te gaan op alle juridische en proces technische aspecten van de zaak – ik zal proberen te beschrijven wat het boek met mijn leven heeft gedaan en welke invloed het erop heeft (gehad). Laat ik dan beginnen met te constateren, dat het hoofdstuk met Westenberg er slechts een van de tien is. De andere negen alsmede het boek als zodanig hebben geen enkele aandacht gekregen en het boek kreeg geen enkele recensie in de MSM – toch opmerkelijk gezien de miljoenen, die eraan zijn verspijkerd en de enorme historische invloed ervan op ons rechtsbedrijf. Er zijn wel vele artikelen over de affaire verschenen in vakpers en MSM, maar Micha Kat is NOOIT gebeld of gevraagd om commentaar. Geen enkele boekhandel heeft het boek willen displayen en of promoten – nog voordat het van de drukpersen rolde was er al een campagne gestart tegen het boek en werd er al over geprocedeerd. Het is niet te beschrijven welke krachten er loskomen als een bom dreigt af te gaan bij het ‘establishment,’ die Nederland definitief kan veranderen. De oplage was 2000, waarvan er 500 werden opgekocht door Chipshol, dat in het boek een wapen zag tegen hun aartsvijand Westenberg. Nooit heeft zich een uitgever gemeld met de wens het historische boek opnieuw uit te brengen, geupdate met alle krankzinnige verwikkelingen vanaf het moment, dat het uitkwam – het ‘risico,’ dat studenten, journalisten en politici het boek zouden kunnen lezen en zouden kunnen ontdekken wat zich werkelijk afspeelt in ons rechtsbedrijf, was daarvoor veel te groot!. Het Advocatenblad, waar ik destijds een van de voornaamste medewerkers was, moest het boek wel recenseren, maar kraakte het af, brandde het met de grond gelijk in een nooit vertoonde uitbarsting van haat en woede (de betreffende recensent, een corrupte advocaat, is nu dood). Ik sloeg dit alles in verbijstering gade, maar had een overkoepelende zekerheid: alle hysterie toonde slechts aan, dat ik beet had, een constatering, die 15 jaar later ook juridisch werd bevestigd door een historisch arrest van de Hoge Raad, waarin niet alleen ex rechter Westenberg, maar ook de Raad voor de Rechtspraak werden veroordeeld wegens onrechtmatig handelen. Kan iemand zich voorstellen wat het betekent, dat Micha Kat het zo ver heeft gekregen, dat niet alleen een van de hoogste rechters van Nederland – de voornaamste ‘opleider’ van jonge rechters -, maar ook het bestuursorgaan, dat verantwoordelijk is voor het reilen en zeilen van de rechtspraak als geheel zijn veroordeeld door de Hoge Raad? Hiermee is de facto en de iure aangetoond, dat het rechtsbedrijf in Nederland een criminele organisatie is.
In deel 39 van deze serie (https://robscholtemuseum.nl/micha-kat-lees-mee-met-vluchteling-micha-kat-39-jan-poot-schipholgate/) heb ik de ontstaansgeschiedenis van het boek beschreven. Het ‘ontstaan’ van de affaire, die het rechtsbedrijf in Nederland definitief zou veranderen, staat me ook nog bij als de dag van gisteren. Ik woonde destijds met Annemarie in een groot bovenhuis aan de Rotterdamse Mathenesserlaan. Om de post te pakken moest ik twee lange trappen naar beneden. Die betreffende ochtend in april 2004 deed ik dat ook en reeds vanaf grote hoogte zag ik een brief liggen, waarvan ik direct wist: dit is foute boel. Het was een atypisch formaat en duidelijk buiten de ‘normale orde’ van poststukken, die je op een gewone dag ontvangt. Toen ik op de envelop de woorden Pels Rijcken & Droogleever Fortuyn zag staan ging er een schok door me heen: ik wist direct, dat dit explosief was. Maar ik had nog geen enkel idee, waar het over zou kunnen gaan. Met bonkend hart liep ik de trap weer op naar mijn bureau en opende het poststuk. Ik moest binnen tien dagen bewijzen overleggen voor mijn ‘smadelijke’ aantijgingen aan het adres van Westenberg, dat hij ‘gebeld zou hebben’. Een krankzinnige eis, want de onderbouwing stond gewoon in het boek zelf: het citaat van advocaat Smit – die overigens ook was gedagvaard net als de uitgever. Ik was natuurlijk niet blij. Ook geïntimideerd. Ik zal wel snel hebben gebeld met Chipshol, al staat dat me niet meer direct bij. Wat me wel bijstaat is, dat de toon van de brief zo demonisch was, zo agressief, dat direct alle vechtlust en al het verzet in mij werd aangewakkerd. Vergeet niet, dat ik destijds de bekendste, voornaamste, journalist van Nederland was over de juridische wereld. Ik organiseerde congressen voor rechtenstudenten en schreef zelfs voor het Nederlands Juristen Blad. Als je dan op deze wijze wordt benaderd, alsof je een stuk stront bent, een incompetente bedrieger en verspreider van ‘nep nieuws’ – al bestond dat destijds nog helemaal niet – tja, dan wordt je wel gedwongen furieus terug te vechten! Dat deed ik dus, aanvankelijk met mijn advocaat en vriend Matthijs Kaaks (die mij later net als alle andere advocaten op misselijke wijze een mes in de rug zou steken) en nu met Thijs Stapel. Over dik twee weken sta ik wellicht met Stapel tegenover Westenberg in de rechtszaal om een voorschot te eisen van 50.000 Euro op de schadevergoeding van 500.000, die ik heb geëist – naast de 500.000 van de Raad voor de Rechtspraak. Achteraf moet je constateren, dat Westenberg met zijn hysterische acties zelf het belangrijkste bewijs heeft aangeleverd voor zijn schuld – waarmee we direct op de bizarre paradox stuiten, dat partijen alleen overgaan tot vervolging wegens ‘smaad’ als het de waarheid betreft. Micha is herhaaldelijk ook in andere zaken met deze paradox geconfronteerd, zoals in de (strafrechtelijke) vervolging wegens ‘smaadschrift’ aan het adres van NOS voorman Marcel Gelauff.
Eerder noemde ik, dat het boek naast het ‘Westenberg hoofdstuk’ nog negen andere hoofdstukken kent. In het laatste hoofdstuk wordt een tweede ‘Westenberg zaak’ beschreven, die rond de voorzitter van een van de voornaamste kantoren van het land, Kennedy Van der Laan (mede opgericht door de recent overleden burgemeester van Amsterdam). Deze ’topadvocaat’ bleek zijn eigen kantoor te hebben leeggeplunderd voor miljoenen om zichzelf te compenseren voor verliezen op de effectenbeurs. Ook hier: geen enkel medium – ook niet in de vakpers – accepteerde deze verbijsterende feiten. Een ander hoofdstuk beschrijft een zaak van de ’topadvocaat,’ die thans voorzitter is van het CDA. Het is een thriller over een mafia-achtige organisatie bij een grote rederij van veerboten, die de omzet van de bars en restaurants in eigen zak stak. Het kantoor van deze ’topadvocaat’ annex CDA voorzitter werd in de Panama papers exposed inzake een dubieuze vastgoed deal in Ecuador. Geen medium, dat erover berichtte. Absoluut uniek in de juridische journalistiek is het verhaal over een arbitrage (want die zijn altijd geheim) tussen enorme Amerikaanse energiebedrijven en de staat Indonesië, waarbij het ging om honderden miljoenen. Een van de drie arbiters werd met de dood bedreigd door de Indonesische regering en toen hij toch gewoon naar de zitting wilde gaan zelfs ontvoerd – dat is nog eens wat anders dan een verkeerd telefoontje van een corrupte rechter! Elk hoofdstuk is wat mij betreft een pareltje, maar zoals gezegd is het boek compleet gesaboteerd en in feite verwoest.
Meer informatie
https://robscholtemuseum.nl/?s=Micha+Kat
https://mijnlevenin100boeken.com/
Plaats een reactie