Micha Kat – Lees mee met vluchteling Micha Kat (39): Jan Poot | Schipholgate
Het moet ergens in 1998 geweest zijn. Ik zat op mijn favoriete terras in Rotterdam, dat van het Westerpaviljoen en raakte in gesprek met een bekende, een advocaat. Ik kende deze jongen via zijn broer, die een dispuutsgenoot is van mij – ook hij is thans advocaat. Ik vertelde hem, dat ik voor een van mijn opdrachtgevers, het zakenblad Management Team, een serie had lopen over advocaten met interessante business rechtszaken. “Dan moet je eens met mijn patroon praten! Die heeft zaken lopen, dat geloof je gewoon niet!” Deze patroon was Hugo Smit, partner bij Trenité van Doorne. Ik belde hem en kreeg belet – Smit was gek op publiciteit, een karaktertrek, die hem later fataal zou worden. Ik mocht met hem mee naar een grote zaak in Groningen. Al vrij snel na onze kennismaking begon Smit te vertellen over een andere, nog veel grotere, zaak, waar hij in betrokken was. Dat was een zaak tegen accountantsorganisatie Coopers & Lybrand, waarin hij optrad namens Chipshol, het bedrijf van de familie Poot. De betreffende accountant maakte deel uit van een complot om Chipshol in opdracht van Schiphol te slopen en een belangrijk element van dat complot was het weigeren de jaarrekening goed te keuren om zo de indruk te wekken, dat er werd gefraudeerd bij Chipshol. Het ging hier om miljarden. Chipshol reageerde natuurlijk furieus en huurde Smit in om Coopers te dwingen tot goedkeuring. In deze procedure stuurde Smit op kerstavond een dagvaarding aan alle 100+ partners van Coopers, zo vertelde hij mij half schuimbekkend, half schaterlachend. Ik was zwaar onder de indruk. Dit verhaal was een van de redenen, die mij rond 2000 deden besluiten een boek te gaan schrijven over de civiele advocatuur met vergelijkbare verhalen van andere advocaten. Het verhaal van Smit moest het hoogtepunt worden van dit boek. Dat werd het. Het boek (Topadvocatuur) kwam uit in 2004 en er wordt nog steeds over geprocedeerd. Tientallen miljoenen zijn uitgegeven aan juridische procedures rond het boek, maar dat is een ander verhaal, dat ik zal beschrijven in het hoofdstuk, dat gaat over het boek zelf.
In het kader van mijn onderzoek voor dat boek sprak ik uiteraard uitvoeriger met Smit en toen kwam hij te spreken over ene rechter Hans Westenberg. Hier zat een enorm probleem, dat was direct duidelijk. Hoewel het strikt genomen buiten het verhaal over Coopers viel, stond Smit erop, dat er een passage in zijn hoofdstuk werd opgenomen, waarin het onvoorstelbare feit werd onthuld, dat het trauma van Smit veroorzaakte: Westenberg had hem vlak voor een van de belangrijkste zittingen in de destijds (1994) snel escalerende ‘grondoorlog’ rond Schiphol, waarin hij toen ook optrad voor Chipshol per telefoon geïntimideerd. En niet zo’n beetje ook! De passage was mild, verhuld, ‘veralgemeniseerd’, maar het stond er toch maar mooi: Westenberg had gebeld! Deze ene zin was voor de thans ex rechter reden de procedures te starte, die thans nog steeds lopen. Micha Kat en Hugo Smit werden gedagvaard; hetgeen voor het kantoor van Smit reden van hem direct de straat op te smijten. Toen ik mijn verhaal voor het boek af had, legde ik het ook voor aan Chipshol -dat zal ergens rond 2002 zijn geweest. Ik werd ontvangen door Peter Poot op zijn kantoor. Zo ontstond mijn contact met Chipshol en dus ook met Jan Poot, die vorige week overleed. In latere jaren hebben de MSM mij (en Chipshol) gedemoniseerd door het verhaal in de wereld te brengen (het wordt nog steeds geschreven), dat ‘de familie Poot Micha Kat inhuurde en vet betaalde om Joris Demmink door de stront te sleuren’. Op het moment, dat ik bij Peter Poot binnenliep, hadden wij beiden nog nooit van Joris Demmink gehoord. Hier zijn de feiten, dat ik over Demmink begon te schrijven in 2007. Dit dossier ontwikkelde zich zo explosief, dat Chipshol erin geïnteresseerd raakte en het ging gebruiken in de strijd met de Staat. Het is dus niet zo, dat de Poten mij ‘op Demmink hebben gezet’ maar precies omgekeerd: ik heb de Poten op Demmink gezet. Dit leidde tot het boek (2010) De Demmink Doofpot, dat ik in opdracht van de familie Poot componeerde. Ik heb ooit geprobeerd dit foute en valse verhaal over ‘het inhuren van Micha om die arme Joris Demmink te beschimpen en te belasteren’ te counteren via de (destijds) bevriende journalist Henk Rijkers van het Katholiek Nieuwsblad. Maar die stopte het ergens diep weg, zodat het niemand opviel.
Maar ik begon al eerder te werken voor de familie, in 2003, en dat was 100% te danken aan de briljante visie van Jan Poot. Het belangrijkste probleem van Chipshol was – ook destijds al -, dat de media vrijwel uitsluitend de belangen dienden van Schiphol en de Staat. Jan Poot kwam met het idee deze eenzijdige berichtgeving te counteren met een website. Dat werd KlokkenluiderOnLine. Ik kreeg – en nam – de volledige vrijheid als hoofdredacteur mijn eigen beleid te bepalen. Het enige, dat Chipshol deed, was mij voorzien van informatie, meestal in de vorm van keiharde stukken, die taboe waren voor de MSM. Het effect van de site was gigantisch – nog nooit was er iets dergelijks gebeurd in de journalistiek. Mede op basis van het succes van KLOL werd (mede door mij) een tweede website ontwikkeld: Schipholwanbeleid.nl. Aldus kan Jan Poot ook worden beschouwd als een van de pioniers en grondleggers van de alternatieve media in Nederland (samen met Theo van Gogh) en de internet journalistiek.
Kort na de geboorte van KlokkenluiderOnLine kwam het boek dus af met daarin de zaak van Hugo Smit. Reeds voor de release ontstonden er enorme problemen, want Smit had koudwatervrees gekregen en begon campagne te voeren tegen het boek. Uitgevers werden onder druk gezet en zelfs bedreigd. Het is niet te bevatten welke krachten er los komen als de complete integriteit en geloofwaardigheid van de rechterlijke macht op het spel staat! Dit ging na het uitkomen van het boek zelfs zo ver, dat de Staat besloot Micha volledig uit te schakelen via het uitvaardigen van een Berufsverbot en Westenberg aanzette (en betaalde) mij ‘kapot te procederen’! Het is te danken aan Jan Poot, dat het boek toch kon uitkomen – hij zegde toe 500 exemplaren te zullen opkopen, hetgeen voor de (marginale) uitgever, waar ik het uiteindelijk wist onder te brengen, voldoende zekerheid bood. Jan Poot zag in het boek een wapen tegen zijn aartsvijand Hans Westenberg, die zijn bedrijf had gesloopt via corrupte en criminele rechtspraak – een wapen, dat uiteindelijk (in 2009) effectief zou blijken: met pek en veren overladen werd Westenberg vlak voor zijn pensioen weggestuurd bij de Haagse rechtbank.
Jan Poot heeft gevochten als een leeuw voor zijn onderneming en zijn dromen. Hij is ver gekomen, maar werd te groot voor Nederland. Daar geldt immers nooit het algemeen belang, maar steeds het belang van een kleine ‘elite’. De reden, dat Chipshol kapot moest, is precies dezelfde reden als waarom de DSB Bank werd omver gehaald: de bazen zijn ‘geen lid van de club’. Om precies dezelfde reden worden ING, ABNAmro en Rabobank altijd gedekt, wat ze ook doen en hoe crimineel ze ook opereren: zij zijn wel lid van ‘de club’. Ik ben getuige geweest van beslissende momenten in dat gevecht van Jan Poot en Chipshol tegen ‘de club’. Dat was niet altijd even leuk. Op een van de zittingen over het boek Topadvocatuur maakte ik een ‘fout’. Ik zal het nooit vergeten! De advocaten van Westenberg hadden als strategie Smit neer te zetten als ‘gefrustreerd’ en ‘rancuneus’. Op een comparitie van partijen werd ik door de rechters ondervraagd. Het ging erover, dat Smit persé wilde dat de passage over Westenberg in het boek werd opgenomen en waarom hij dat dan persé wilde. De spanning van dergelijke momenten zijn niet te beschrijven en de druk is gigantisch. Op een gegeven moment zei ik, dat Smit ‘rancuneus was’ jegens Westenberg. Jan Poot explodeerde! Er kwam direct een schorsing en op de gang schreeuwde Jan, ‘dat ik nu alles had verpest’. ‘We kunnen gaan!’ riep hij steeds weer. ‘Het heeft allemaal geen zin meer!’. Dat voelt niet lekker, als je het verwijt krijgt een zaak om zeep te hebben geholpen, waarin het uiteindelijk gaat om miljarden. Maar we konden het nog repareren: toen de zitting werd hervat moest ik een – vooral door Jan Poot gecomponeerde – zin uitspreken in de trant van: ‘Ik zei ‘rancuneus’ maar ik bedoelde daarmee niet dat Smit door emoties was overmand of een geagiteerde indruk maakte. Hij was zich volledig bewust van wat hij deed en zei’. Op het scherpst van de snede: dat was ook Jan Poot!
Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/?s=Micha+Kat
Plaats een reactie