Micha Kat – Lees mee met vluchteling Micha Kat (3): VENEDIKT JEROFEJEV | MOSKOU OP STERK WATER
Hoe zou de wereld er uit zien als er geen alcohol bestond? Zou er überhaupt een wereld kunnen zijn zonder alcohol? Money makes the world go round. True. Maar nog veel meer waar is: drinking makes the world go round! Ik ben begonnen deze vragen te stellen, toen ik 14 jaar was en nog nooit gedronken had. Nu ben ik 54 en stel ik de vraag als ‘door de drank geverfde vluchteling’ nog steeds. Soms stel ik de vraag ook in deze variant: hoeveel procent van alle ontmaagdingen in de wereld vinden plaats in nuchtere toestand? Die van mij in elk geval niet. Stomdronken na een avond in Dansen Bij Jansen in 1982. Ik stond te zoenen tegen een muur, maar we hadden niet door, dat we tegen een deur aanstonden. Opeens valt de deur open en we donderen de straat op in de stromende regen. Toen zijn we samen maar naar mijn huis gegaan op de Oudezijds Achterburgwal met uitzicht op de in die jaren fameuze ‘pillenbrug’. Maar we gaan het nu niet hebben over drugs, zoals ‘rooie knol’ (zo brachten de junks/dealers op de pillenbrug rohypnol aan de man) maar over alcohol. Moskou op sterk water is een groot delirium tremens van de eerste letter tot de laatste. Venja werd deze ochtend wakker in een hem onbekend portiek. Het was nog vroeg. ”Oh, dat is het smadelijkste en het meest machteloze uur van dag in het leven van mijn volk – de tijd tussen zonsopgang en het ogenblik waarop de winkels opengaan.”
Na flink wat geduld heeft Venja zijn drank ingeslagen. Met een volle koffer gaat hij de trein in: twee flessen Koebanski wodka, twee kwartlitertjes Rossijski wodka en zoete rosé van één zevenendertig.
Aldus begint een treinreis op weg naar een denkbeeldige geliefde. Of beter: op weg naar het delirium aller deliria. Maar voordat dat wordt bereikt worden we deelgenoot van de highway to hell van het leven van een alcoholist in het Rusland van Brezjnev, waarin werkelijk alles wat er gebeurt wordt gerelateerd aan alcohol. Zo blijkt Venja een deal te hebben met de controleurs in de trein om ze te mogen betalen in ‘grammen Vodka’ die uiteraard ter plekke worden geconsumeerd, want ook de conducteurs zijn stomdronken. Als Venja een baantje heeft gevonden als ploegleider ‘maakt hij grafieken van het dagelijkse drankgebruik van zijn medewerkers’. De meest briljante bladzijden van de roman zijn die, waarin Venja zijn ‘cocktails’ beschrijft met namen als Balsem van Kanaän, Geest van Genève en zijn claim to fame, de Tranen van het Komsomol meisje. De samenstelling van de cocktails luistert ‘uiterst nauw’: zo bestaat die laatste uit een mix van vodka met onder meer lavendel, verbena, nagellak en mondspoelmiddel. Uiteraard bereikt Venja zijn geliefde nimmer, want in Orjechovo-Zoejevo valt hij bewusteloos de trein uit.
Mijn ouders waren doodsbang voor alcohol. Dat had er weer mee te maken, dat mijn grootvader, destijds een van de bekendste psychiaters van Amsterdam (ik ben geboren bij hem op zolder op de Koninginneweg) van de ‘Blauwe Knoop’ was. Alcohol werd destijds gezien als een van de belangrijkste veroorzakers van psychiatrische aandoeningen, vandaar. Toen ik in 1981 ging studeren in Amsterdam kwam ik linea recta terecht van de wereld van de Blauwe Knoop in de wereld van Venja. Op elke borrel van mijn dispuut werd ik stomdronken en in die eerste jaren werd ook ik regelmatig wakker op de meest bizarre plaatsen. Op die borrels kocht elk dispuut een ‘vaatje’ van 10, 30 of 50 liter bier. De ‘tieners’ waren bestemd voor de dames disputen, dus elke week stond er minimaal een ‘dertiger’ klaar. Een opkomst van 20 was normaal en de vaatjes moesten op, dus een gemiddelde intake van vijf liter per student was business as usual. Bovenop de vaatjes werd een handpompje aangebracht en daarmee tapte je zelf je biertjes. Als ik hier nu op terug kijk, moet ik constateren, dat het drinken van toen werkelijk helemaal niets meer te maken heeft met het drinken van nu. Het effect op je lichaam, op je geest, op je psychiatrische conditie van alcohol nu is totaal anders, dan dat het 30 jaar geleden was. De reden hiervoor is natuurlijk niet, dat het bier is veranderd, maar ikzelf. Zou de wereld kunnen bestaan zonder alcohol? Nee, natuurlijk niet. Het meisje, waarmee ik in 1982 stomdronken in bed belandde voor mijn ontmaagding trouwde later met de man, die voor Albert Heijn verantwoordelijk was voor de wijnaankoop.
In 1984 kwam ik terecht op een zolderkamer op de Oude Schans, precies tegenover de Montelbaanstoren. In een kast trof ik daar een zak aan met wat LP’s. Een daarvan was van Rory Gallagher. Als ik na een avond stappen dronken thuis kwam, luisterde ik steeds naar dit nummer:
Plaats een reactie