Marieke Groen – Corned beef
‘Alsjeblieft.’ De jongen zet een kop koffie voor me neer.
Ik zit aan een grote lege tafel. Naast me op de vloer zit een geknielde man met een schildpadden kop. Zijn grote teen steekt door een gat in zijn sok. Ik doe, alsof ik niet onder de indruk ben. Alsof ik dagelijks dit soort taferelen zie.
‘Wil je suiker?’ vraagt de jongen. Ik knik.
As hij weg loopt buig ik voorover, naar het wezen met de schildpadden kop. De handen zijn levensecht, zelfs van dichtbij. Ik werp een blik over mijn schouder. Achter me is de vloer opengebarsten. Een verwrongen gezicht dringt zich een weg naar buiten.
De jongen zet een suikerpot op tafel. ‘23 is ze pas. Net van de academie. En nu al dit soort dingen maken.’ Hij knikt naar het pakket, dat ik op tafel heb gelegd. ‘Laat eens zien?’
Ik peuter de plakbandjes op de vuilniszak los, schuif de lijst voorzichtig uit het bubbeltjes plastic.
‘Ze is in 99 overleden, hè?’
‘97, dacht ik.’
Hij googlet het. ’97, inderdaad.’ Hij klapt zijn laptop dicht.
‘Ik heb geld nodig,’ zeg ik, ‘anders zou ik hem niet verkopen. Crisis hè.’
‘O, maar niet in de kunstwereld. Ja, kleine namen, die verkopen niet, maar de grote namen…’ Hij laat zijn blik even rusten op het werk, dat ik heb meegebracht. ‘Je wilt niet weten wat voor bedragen daarvoor wordt betaald. Er wordt voor miljarden gekocht. Miljarden.’ Hij zucht. ‘Maar dat zijn geen mensen, zoals wij natuurlijk. Dat is een heel andere league. Die heeft ook last van de crisis, maar een miljoentje meer of minder voelen ze echt niet.’
Ik kijk naar het fotowerk in de lijst. Diana van Rob Scholte, dertien jaar geleden gekocht in tijden van welvaart. Nu is het crisis. Voor mij dan.
De deur gaat open en de galeriehouder komt binnen, in elke hand een boodschappentasje. Hij haalt een blik corned beef uit een van de tassen en geeft het aan de jongen. Die trekt het sleuteltje van het deksel en begint het blik open te ritsen. Het vlees, dat tevoorschijn komt is roodbruin.
‘Corned beef,’ zegt de jongen, met een overdreven Engelse uitspraak.
‘Of zoals ze hier zeggen kornèt bief.’ De galeriehouder lacht naar me. Dan werpt hij een blik op de foto. Zijn lach verdwijnt. ‘Ik dacht, dat je het over de telefoon over een schilderij had.’
Ik kan me niet herinneren, dat ik dat heb gezegd. Diana, had ik gezegd, in de overtuiging dat de galeriehouder wist, waarover ik het had.
Hij schudt zijn hoofd. ‘Nee, dit is niks waard nu. Honderdvijftig euro hooguit.’
Ik kijk naar Diana. Ze lacht afwezig voor zich uit.
‘Maar die andere galeriehouder zei…’
‘Ik ben eerlijk. Over zes, zeven jaar is het wel weer wat waard. Je ziet er nog jong uit, daar kun je wel op wachten.’ Hij pakt zijn boodschappentassen op. Ik kom ook overeind.
‘Kijk uit!’ roept hij verschrikt.
Ik slaak een gil. Uit de vloer steekt een hand met een opgestoken middelvinger. 23 jaar oud. Net van de academie.
Ik stop Diana terug in de vuilniszak en ga naar huis.
mariekegroen.blogspot.nl, zondag 17 november 2013
Plaats een reactie