Micha Kat – Lees mee met vluchteling Micha Kat (23): Kees van der Pijl | Esprit de corps
Ik ben een keer binnen geweest op de sociëteit van Minerva, het Leidse studentencorps, waarvan Joris Demmink, Ivo Opstelten, Beatrix, Willem en zowat de hele rest van de Nederlandse ‘elite’ lid is. Dat was tijdens mijn groentijd in het Amsterdamsch Studenten Corps (ASC). In die jaren was het een traditie, dat de ‘foeten’ van het ene corps ‘zich invochten’ in de sociëteit van een ander corps en voor ons was de Leidse Breestraat uitgekozen. Het ging er hard aan toe, bikkelhard. Bij dit soort ‘activiteiten’ vallen regelmatig zwaargewonden en de trap in Breestraat was berucht, zeker als deze nat en glad was van bier, urine en braaksel. De sociëteit was stampvol en al vechtend en trekkend werkten we ons de trap op. Toen ik boven was, vloog een Minervaan met een Chinees uiterlijk mij naar de strot met… een schaar! Hij legde uit, dat hij mijn Bordeaux-rode foeten-das moest ‘afknippen,’ daar slechts Minervanen ‘het voorrecht genoten’ deze kleur te dragen in de sociëteit. Serieus gebeurd.
Hoe de avond verder ging en hoe we weer terug zijn gekomen in Amsterdam kan ik me (het was 1981) niet meer herinneren. Wat ik me des te beter kan herinneren, is hoe Minerva tientallen jaren later weer een rol in mijn leven ging spelen als journalist. Het belangrijkste moment was toen een klokkenluider aan mij onthulde, dat Demmink samen met Opstelten nog steeds in een reünisten bestuur zit. Ook Ard van der Steur is lid van Minerva en who knows hoeveel andere topmensen uit de wereld van Veiligheid en Justitie. Een buitengewoon smerige, incestueuze en zelfs levensgevaarlijke situatie, temeer daar zaken als geweld en sadisme, zoals bleek uit wat ik meemaakte in 1981 zo’n beetje het levensbloed vormen van het Minervaanse studentenleven. Sterker: in het kader van mijn Demmink onderzoeken kwam ook boven tafel, dat tijdens de groentijd van Demmink zelfs een foet dood is gebleven. Zijn naam was Alexander Furnee. Deze ‘jaargenoot’ – aldus een tekst op een website van zijn jaarclub Boule Noire – liet het leven ’tijdens de schelpenkarren tocht tussen Katwijk en Noordwijk’. Wat er in de nazomer van 1966 precies is gebeurd wordt niet duidelijk, maar we kunnen wel een targeted guess doen.
Bij het reconstrueren van de dood van Alexander Furnee vinden we enige hulp van de roman Esprit de Corps uit 1989. Het boek is volledig onbekend gebleven en uitgegeven bij een obscure uitgeverij: dat zal niet zonder reden zijn. In het boek van de hand van de verder onbekende politicoloog Kees van der Pijl blikt een Minervaan terug op zijn studententijd en met name op zijn ontgroening. Aanleiding hiervoor vormt de benoeming van een van zijn jaargenoten tot minister. Tijdens zijn groentijd – dit is de crux van het boek – kwam een van zijn mede foeten om het leven in omstandigheden, die gevaarlijk dicht in de buurt komen van de gebeurtenissen binnen de jaarclub van Demmink en waarin de hoofdpersoon in het boek de hoofdrol speelde. Beschreven wordt hoe de foeten werden ingegraven op het strand, waarbij alleen hun hoofden boven het zand uitstaken. De ouderejaars gingen daar vervolgens op tractoren tussendoor rijden en de hoofdpersoon, stomdronken, kraakte daarbij de schedel van een van de foeten. Dit vindt plaats op het stand van Noordwijk. Op grond hiervan meen ik te kunnen reconstrueren, dat ook de schedel van de arme Alexander Furnee is gekraakt door een van de schelpenkarren – werd die bestuurd door Joris Demmink? Uiteraard is alleen al het noemen van ‘juridische gevolgen’ van dergelijke ‘ludieke acties’ totaal ongepast. Het ‘esprit de corps’ staat garant voor een ‘carte blanche’ voor het vermoorden van foeten – een model dat later in de ‘echte samenleving’ zal worden toegepast op grotere schaal.
In oktober 2016 schreef ik over deze affaire en de linken naar de zaak Demmink (en andere geruchtmakende ontgroeningszaken) dit artikel op Niburu.co, http://niburu.co/index.php?option=com_content&view=article&id=11155:dode-bij-minerva-tijdens-ontgroening-joris-demmink&catid=9:binnenland&Itemid=22, Minerva is een broeinest van perverts en het kan geen toeval zijn, dat juist om die reden zoveel mensen van die club doordringen tot in de hoogste posities van onze samenleving – net zomin als het toeval is dat onze koninklijke familie juist kind aan huis is bij Minerva. In mijn corps, het ASC/AVSV (Amsterdamse Vrouwelijke Studenten Vereniging), is dat compleet anders. Ik heb in mijn periode als corpslid niets naars, vervelends of sadistisch meegemaakt! Juist daarom was het zo’n shock, wat er in 1981 gebeurde op Minerva met de Chinees met die schaar (nu waarschijnlijk lid van de Hoge Raad of de Raad van State). Amsterdam had juist de naam een ‘vrijgevochten zooitje’ te zijn en dat was ook zo: alles en iedereen liep er rond en ik ken nauwelijks namen van leden, die ‘de absolute top’ haalden van de PP elite. Op regeringsniveau is er slechts een naam: Atzo Nicolai, die het enige tijd tot staatssecretaris schopte binnen de VVD -geheel volgens ‘Amsterdamse normen’ ging zijn politieke carrière ook weer uit als een nachtkaars. Zijn nickname binnen het ASC was overigens ‘Atzo Nietzofraai’; dan weet je dus wel wat voor vlees je hier in de kuip hebt. Wel drongen vele corps genoten door tot in de top van de journalistiek en de advocatuur. Ik heb een geweldige tijd gehad bij het ASC/AVSV en er ook mijn vrouw ontmoet, de moeder van mijn zoon, die uit een vooraanstaande juridische familie kwam. Ik heb het nog geschopt tot praeses van mijn dispuut, het illustere Osiris, maar werd reeds na enkele maanden afgezet in een duistere paleiscoup. Ik zou niet willen uitsluiten, dat hier een psychologische verklaring ligt voor mijn aanvallen op het establishment: wraak op de staatsgreep bij Osiris in 1984. Een andere geruchtmakende affaire, waar ik hoofdrolspeler was is de geschiedenis ingegaan als de affaire ‘Kat op de kast’.
Het was een van de drukste avonden van het jaar: tijdens de groentijd na de zogeheten ‘fleurrondes’ waarbij de foeten langs alle disputen (destijds een stuk of 30) worden gestuurd om zich ‘binnen te lullen’. Als dat is gelukt, krijgen ze een ‘fleur’ – zeg maar een uitnodiging om lid te worden van het dispuut. Alles en iedereen kwam maar de sociëteit op de Raamgracht om de dispuut-kleuren – Bordeaux-rood bij ons – te verdedigen. In de borrelruimte staat een hoge, heilige kast. Ik wist me met steun van enige dispuut genoten op die kast te wurmen en begon de zaal te bespelen via allerlei kreten. ‘Anarchie’ staat me nog bij. Het beklimmen van deze kast is streng verboden, heiligschennis zeg maar, en dus begon de ordedienst (‘de Commissie’) de kast te bestormen om mij naar beneden te halen. Woeste gevechten waren het gevolg en ik herinner me nog hoe ik bovenop die kast heen en weer zwenkte als een schip op de hoge golven. Mijn dispuut verdedigde de kast natuurlijk tot het uiterste, maar op een gegeven moment kwam hij toch neer. Toen ging bij mij het licht uit. Ik werd wakker 500 meter verderop in de kelder van het Osiris huis aan de Oude Zijds Achterburgwal. Ik was KO geslagen door een van de ‘Commissarissen’ – het ging hierbij om Piet Hein Meeter, die later zou moeten aftreden als bestuurder van Deloitte Nederland wegens fraude en zwendel. Als gevolg van mijn actie moest ik ‘voorkomen’ voor een speciale commissie van de Senaat, die was belast met de ‘interne rechtspraak’ Die commissie werd voorgezeten door Beate Janssen van Raay, de dochter van een CDA euro parlementariër wiens loopbaan ook werd gedomineerd door zwendel en bedrog. Inderdaad: waar bij Minerva de top van de PP elite ‘groot werd’, was Amsterdam meer de wieg van de kleine, meer ‘gewone’ witte boorden zwendelaar. Het behoeft lijkt me geen nader betoog, welke van deze twee groepen het werkelijke gevaar vormt voor het voortbestaan van Nederland. In Amsterdam is nooit iemand om het leven gekomen in de groentijd.
Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/?s=Micha+Kat
https://robscholtemuseum.nl/rambam-ontgroeningen-stiekem-gefilmd-11-januari-2018-volledige-uitzending-rtl-nieuws-grens-overschrijdend-gedrag-wilfred-simons-minister-wil-kritisch-gesprek-ontgroening/
Als je motorclubs verbiedt, moet je de studentencorpora ook verbieden.