Kees Engelhart – Zieleschijntje (22): GENEIGD

Vanavond deze avond voel je je geneigd tot het openbaren
Van de inhoud van het Aviertje met weglating van de naam
Voor wie het Aviertje bestemd is een hoge wind is opgestoken
Je wilt niet meer dat je de kennis betreffende de inhoud van
Het Aviertje alleen dragen moet terwijl je weet dat er vele
Vooraanstaande medeburgers zijn die eveneens weet hebben
Van de inhoud maar die om welke reden dan ook daarover
Zwijgen als het graf God waarom laten zij zich niet horen

Misschien is het wel eenvoudig zo dat zij net als jij de inhoud
Gewoonweg niet prijs durven te geven omdat omdat omdat ja
Om wat eigenlijk belangen dat is het eerste woord hetgeen je
Te binnen schiet en angst hoogstwaarschijnlijk jawel angst
Dat is het tweede woord dat je te binnen schiet erg nare angst
Geneigd is echt een heel moeilijk woord en wanneer je er
Even heel goed over nadenkt betekent geneigd dat je wel wilt
En ook eigenlijk zou moeten echter er is iets vaags dat altijd
Tegenwerkt dat vage noemen wij in de regel twijfel en de
Twijfel die jou overvalt is die dat je wellicht iets vreselijks op
Het spoor gekomen bent en het erge is dat je helemaal niet
Weet of het allemaal wel op waarheid berust echter al is er
Maar het geringste van waar dan is het al verschrikkelijk

Je vreselijke dilemma is of je moet trachten de waarheid te
Achterhalen dan wel gewoon zeggen dat het allemaal roddel
En achterklap is maar het feit dat je niet goed weet waar je
Met je dilemma heen moet aangezien de waarheidszoeker het
Voorlopig af laat weten zo onrustig is het namelijk tussen de
Vooraanstaande burgers heeft je zo ondertussen in stevige en
Behoorlijke verwarring gebracht en echt fijn is dat zeker niet
Eigenlijk wil je de tekst die in het vreselijke Aviertje gebezigd
Wordt aangaande de zeer vooraanstaande burger van de
Provinciestad aan zee zeer beslist aan de openbaarheid prijs
Geven maar vanwege de eerder genoemde redenen durf je
Het gewoonweg niet net als die andere vooraanstaande
Burgers van de provinciestad aan zee die de verderfelijke
Inhoud van het giftige Aviertje tot zich hebben genomen ook
Zij namelijk lijken verlamd en weten niet nog wat te doen de
Regen slaat op het dak van je fijne kleine caravan de warmte
Van de late zomer is heengegaan je schenkt je een oude
Jenever in en stil staar je naar het zwart van de kastanje