Kees Engelhart – Proloog + DAGEN VAN VAN PUTTEN | Boek 1 | Dat dient zich aan | Zomer
PROLOOG
WAARSCHIJNLIJK WAANZINNIG GEWORDEN
1
Waarschijnlijk waanzinnig geworden
Door de almaar naderende dood
Woelt van Putten door zijn haar
Van Putten roert zijn koffie
En staart naar buiten
Regelrecht oktober in
Alsof oktober er iets mee te maken heeft
Deze morgen heeft van Putten zich geschoren
Zich warm stijlvol en degelijk gekleed
Zijn sleutels zorgvuldig in zijn jaszak opgeborgen
En gaat van huis
De tocht die van Putten maakt voert hem langs
Uitgestrekte verten waar kraaien in groepen
Neerdalen op juist gemaaide korenvelden
Niets valt er te leren zo nevelig is het
Van Putten is op reis
Hij rookt niet
Van Putten zal enkel koffie en cake gebruiken
Van de cake weet van Putten het niet zeker
Van de koffie wel
In het huis waar van Putten naartoe gaat is het stil
Zij is er al
Het woord dat van Putten bezighoudt
Is
Het woord dat van Putten vergeten is
2
Van Putten heeft zijn kracht gewogen
Van Putten heeft besloten dat zijn kracht volstaat
Soms ontbreekt hem die kracht
Dan zwoegt van Putten door de dagen
Zo is van Putten gemaakt
Van Putten weet niet waarom
Maar zo is van Putten gemaakt
Nu echter is van Putten op weg
Hij zal zijn missie voltooien
Al heeft van Putten er schoon genoeg van
Zo ondertussen
Langzaam komt van Putten tussen
Mensen te zitten in de rouwzaal
De stilte die ze maken
Is te snijden
Ademloos wandelt van Putten
Even later
Mee achter in een stoet
Straks nog koffie
En cake
Zoals van Putten blijken zal
Peinzend roert van Putten zijn koffie
Van Putten
Weet niet meer
Wie van Putten was
BOEK 1
Dat dient zich aan
Zomer
DAT WEET HIJ ZEKER
Zelfs Doppertje Kid zelf zou het kunnen overkomen
Dat weet Doppertje
Als geen ander
Evenzogoed komt het Doppertje als onbestaanbaar voor
Hij is jong nog weet Doppertje
In zijn scherpe jaren
Altijd zal hem het eerste schot verlaten
Dat weet Doppertje vrijwel zeker
Ook weet Doppertje dat zijn specifieke reflex
Tollend door de jaren
Niet aan snelheid winnen zal
Doppertje staart uit het raam
Het is een zwoele zomernacht
Ook daar vind ik wel iets op
Mompelt Doppertje
Nauwelijks verstaanbaar voor zich uit
Doppertje legt zijn vijf en veertig op tafel
Alsmede het spel kaarten
Dat Doppertje gisteravond
Van mevrouw Leenschat van Bodegraven
Ten geschenke heeft gekregen
Doppertje schopt zijn laarzen uit
Buiten broeit de zomernacht
Doppertje schenkt zich een whisky in
Nog een uurtje
Dan naar bed
DERTIEN JULI DRIE EN DERTIG JAAR GELEDEN EN MEER VAN DAT
De kalme rusteloosheid
Die meester over van Putten is
Heeft tijd voor niets
Wat doet van Putten
Van Putten kijkt naar een film
Mogambo
Clark Gable Ava Gardner
En Grace Kelly
Van Putten ziet kerels
Keihard de Mont Ventoux op fietsen
In schel zomerlicht
Zonder dat waanzin aanwezig lijkt
Clark loopt op Ava toe
Hij in zijn safari pak
Zij op haar mooist in de jungle
Grace is prachtig
Beeldschoon koel en bits
Maar altijd met vochtige ogen
Daar gaan ze de kale berg op
De berg waarop
In van Putten zijn tiende levensjaar
Tommy Simpson
De op en top Engelsman
Met bolhoed en stok
Zo tragisch om het leven gekomen is
Vanwege een fatale combinatie van
Grote inspanning
Amfetamines
En vijf en veertig graden Celsius
NATUURLIJK HEEFT VAN PUTTEN GEEN ENKEL ANTWOORD
Natuurlijk heeft van Putten geen enkel antwoord
Op de vragen die van Putten zich stelt
Het is avond
De lange dag is voorbij
Deze morgen die vol verwarring was
Zoals vele ochtenden die vol verwarring zijn
Rookte van Putten tijdens de koffie geen sigaret
Wat een genade is
Maar dat terzijde
Van Putten voerde nauwelijks een gesprek
Hij keek naar haar die naar de kapper was
Geweest
Van Putten hoorde de stemmen van de koffiedrinkers
En zag hoe sommigen rookten
Zijn hand deed het lepeltje de koffie roeren
Ze glimlachte
Onweerstaanbaar dacht van Putten aan de dood
De grote leegte
Waar niets is
Diezelfde middag
Waarop van Putten boven in het stille huis
Rusten ging en indommelde
Werd van Putten met een schok wakker
Keek op zijn horloge
Sloeg het dek open
En stapte kalm uit bed
WAAR IS ZE GEBLEVEN
Waar is Nerina gebleven
Het lijkt wel of Nerina weg is
Ergens zou ze te zien moeten zijn geweest
Dat is niet gebeurd
Waar zou Nerina zijn
Zou Nerina daar nog werken
Het is mogelijk dat na te gaan
Maar dat staat zo raar
Hoe zal het met haar zijn
Of is Nerina opgelost
In het grote niets
Is er nog vanaf te komen
Een medicijn dat werkt
Antwoorden op oude kwesties
Nerina zal weg zijn
Waarschijnlijk is Nerina weg
Wat zal het vreemd gegaan zijn
Haar afscheid
Onopgemerkt afscheid
Van de jonge prachtige vrouw
Die eens Nerina was
SOMS MAAR TOCH IS VAN PUTTEN KWAAD
Deze soms aangename
Soms onaangename waanzin
Wat zit er in verborgen
Het is een zomernacht
Het is stil in de huiskamer waar van Putten schrijft
Geen muziek
Dat gebeurt van Putten tegenwoordig vaker en vaker
De tuindeur staat open
Het lijkt wel alsof het regent
Van Putten gaat kijken
Het is waar
Warme avondregen
Het ruisen is alweer gestopt
Van Putten hoort zacht klokken van water
In een tuinvijvertje
Een mug dwarrelt boven van Putten zijn hand
Opnieuw hoort van Putten regen
Een hond blaft zwaar
Het is fijn een fietspad grenzend aan de tuin
Te bezitten
Van Putten denkt aan wat dit alles hem kost
Aan wat het hem oplevert
Of van Putten er in het slechtste geval
Niet zou hebben willen zijn
Van Putten betwijfelt het
DE CILINDER OPEN KLAPPEND
Het zou ook niet eerlijk zijn geweest
Wanneer mijn leven almaar die constante triomftocht
Gebleven zou zijn
Dat zou overdreven zijn geweest
Mij ook niet hebben gepast
Het is goed dat ik plotseling
Door het stof moest gaan
Het is bitter dat dat nodig was
Er zat vernedering in
Maar daarna
Dat besef van ongekende macht
Nu alleen lichte smetjes nog
Nagloeiend
Het jonge brutale
Al te brutale mannetje
Lager in rang
Is genadeloos afgestraft
Hij likt zijn wonden nu
Hoogstwaarschijnlijk
Biddend voor vergiffenis
Doppertje Kid legt zijn pen neer
Telt zijn leeftijd
Leest over wat hij geschreven heeft en
Ziet nogmaals het tafereel voor zich
Dat zich die middag op Main Street
Heeft afgespeeld
Bijna ging het mis weet Doppertje
Ze worden sneller die jongens
Toch lijkt op Doppertje zijn gezicht iets van een
Glimlach te zien
Onderwijl hij zijn vijf en veertig voor zich
Op tafel legt
WEINIGEN ERKENNEN DAT MAAR BRUMMING WEL
Nooit
Brumming zijn hele leven niet
Is Brumming angstig of beschaamd geweest
Voor zijn begeerten
Want het zijn er vele
Dat besefte Brumming op jonge leeftijd al
Te veel om beschaamd over te zijn of angstig
Tevreden leunt Brumming achterover
Nimmer heeft Brumming geleden onder het aanschouwen
Van de aantrekkelijkste zomervrouwen
Noch wat hij daarbij denken moest
Eerbaarder dan ik kan niemand zijn
Heeft Brumming eens geschreven
Nog altijd onderschrijft Brumming die stelling
Stille verrukking biedt voornamelijk heil
HET IS NIET AAN MIJ
Het is niet aan hem
Naar eer en geweten is van Putten de dienaar
Van het zuivere
Van hetgeen van Putten als rechtschapen ziet
Verder is het niet aan hem
Van Putten wikt de dagen
Hij doet recht houdt hij zich voor
Zijn geweten mag niet worden bezwaard
Dat is waar het om gaat
Dat weet van Putten wanneer hij aarzelt
Strak staart van Putten voor zich uit
Een zacht kerkorgel klinkt op in zijn kamer
Zijn blik richt zich naar de kaars
Kalm pakt van Putten zijn pen
Dan ontspant van Putten zich en schrijft
Het is niet aan mij
Naar eer en geweten ben ik de dienaar
Van het zuivere
Van hetgeen ik als rechtschapen zie
Verder is het niet aan mij
Ik wik de dagen
Ik doe recht houd ik mij voor
Mijn geweten mag niet worden bezwaard
Dat is waar het om gaat
Dat ik weet wanneer ik aarzel
OOK DAT BESEFT VAN PUTTEN
Ingehouden woest is van Putten maar
Hij beheerst zich
Ondertussen wikkend en wegend en
Mijmerend op zijn kamer
Over de verdere stappen
Die van Putten ondernemen zal
De eerste stap heeft van Putten gezet
Van Putten kan niet meer terug
Vindt van Putten
Daar is hij vastberaden in
Zo is van Putten al vanaf zijn jeugd
Van Putten denkt aan het gezag
De gesel die hem treffen kan
Van Putten glimlacht zet een plaat op
En schenkt zich een glaasje brandy in
Echte zorgen kent van Putten niet
Toch zal het niet vanzelf gaan
Stormen zal van Putten moeten trotseren
Stormen die van Putten zelf veroorzaakt heeft
Echter in lauwe bedorven wind voortgaan
Kan van Putten niet
Verder maakt van Putten zich geen zorgen
Vanmiddag ontmoette hij de aardige kleine vrouw
Die haar man verlaten heeft van wie ze houdt
Omdat het niet anders kon
Van Putten zijn woede is betrekkelijk
EN ZET DE PLAAT VAN ZIJN KEUZE OP
Verontrusten doet het van Putten niet
Wel inspecteert van Putten zijn ankers
Nauwkeuriger nog nauwkeuriger
Dan doorgaans het geval is
Het puzzelt van Putten hoe de noodzaak is ontstaan
Die hem aanzet tot daden
Waarvan van Putten de gevolgen
Onmogelijk kan overzien
Verontrusten desondanks doet een en ander van Putten niet
Van Putten schenkt zich zijn koffie in
Vele stormen heb ik doorstaan
Mompelt van Putten zacht maar beslist voor zich uit
Het verbaast mij dat tegen mijn wil
Herhaling plaatsvindt als nooit te voor
Mijmert van Putten
Onderwijl van Putten langdurig zijn koffie roert
In feite ben ik volledig bestand tegen dit geweld
Dat mij overkomt
Misschien
Al heb ik het niet werkelijk opgezocht
Geniet ik ervan omdat het mij leven doet
De spanning
Die boven alles te verkiezen is
Maar vooral gaat het mij om rechtvaardiging
Van Putten zwijgt en staat op
Bedaard loopt van Putten naar de platenkast
Voor nu valt er niets aan zijn daden toe te voegen
Verontrusten echter doen ze van Putten niet
Plaats een reactie