Kees Engelhart – ONWILLEKEURIG TREKT NOGMAALS MEVROUW LEENSCHAT VAN BODEGRAVEN EEN LICHTE RILLING OVER DE RUG
Het is tien uur in de avond op de dag onzes heren
Zeven maart tweeduizend en zeventien maart is nog
Guur en lijkt nog maar weinig lente in zich te bergen
Mevrouw Leenschat van Bodegraven zit in haar kamer
Boven aan tafel drinkt een zachte rode wijn rookt een
Wilde cigarillo en kijkt ontspannen naar een
Televisieprogramma aangaande de
De aanstaande gemeenteraadsverkiezingen
In het gehele vaderland
Ondertussen beluistert mevrouw Leenschat van
Bodegraven He Was Despised vertolkt door Aafje
Heynis mevrouw Leenschat van Bodegraven haar ogen
Dwalen van de beeldbuis af en mevrouw
Leenschat van Bodegraven mijmert over eens
Al haar jaren op het gemeentehuis
Alweer drie jaren geleden nu
Beseft mevrouw Leenschat van Bodegraven
En hoe gelukkig is mevrouw Leenschat van Bodegraven
Niet nog de drukke rad pratende jonge fractievoorzitters
En voorzitsters met hun felgekleurde stropdassen en diepe
Decolletés alsmede duistere motieven maar altijd
Persoonlijk gekleurde motieven
Die niets met de burgers de provinciestad aan zee
Op hebben
Van de voor hun broodnodige
Informatie en wettelijke regelgeving te voorzien
Nee daar zet mevrouw Leenschat van
Bodegraven haar talenten niet meer voor in
Nooit meer
O bijna zou mevrouw Leenschat van Bodegraven
God danken voor haar ontsnapping
De bevrijding van de waan die haar zolang
Innig verbonden heeft doen laten zijn
Met het gemeentehuis
Het huis van de burgers
In wie zij waarlijk gelooft
Maar zij worden in de steek gelaten
Grote megalomane projecten
Ter eigener eer en geld uiteraard
Mevrouw Leenschat van Bodegraven
Trekt een onwillekeurige rilling
Over de edele rug
Dan ziet mevrouw Leenschat van Bodegraven
Het uitgestreken gezicht glashelder voor zich
Het gladde gezicht van hem van de burgervader
Van wie zij niet lang geleden nog zo genoot
Vanwege dat altijd quasi onaangedane
Dat zogenaamd sociale die eeuwige glimlach
Een keiharde bruut gewoon blij dat ik van hem af
Ben die wolf in schaapskleren meent mevrouw
Leenschat van Bodegraven
Nooit meer gemeentesecretaris voor die gladde man
Voorzichtig nippend van haar zachte volle wijn
Let wel denkt zij een van de bestuurlijke prominenten
Van haar liberale partij de liberale partij
Die mevrouw Leenschat van Bodegraven heel haar
Leven zo nauw aan het hart
Gelegen heeft
Maar nu niet meer
Het is afgelopen
Voor altijd
Al die eindeloze schandalen betreffende bestuurders
Van haar liberale partij in de hoogste echelons
Hebben mevrouw Leenschat
Van Bodegraven het licht meer dan laten zien
En de burgervader haar nu voor altijd
Voormalige baas is ook gewoon heel eng
Er is echt iets helemaal niet in orde
In de provinciestad aan zee
Mevrouw Leenschat van Bodegraven
Weet het zeker en rolt zich ontspannen
Een kruidensigaret
Die heeft zij met haar
Overpeinzing helemaal verdiend
En de avond is nog jong
Kees, wat heb je de feitelijke situatie in Den Helder weer plastisch weergegeven. Het zou om te lachen zijn, ware het niet zo ernstig….