Kees Engelhart – IK ZAL ER ZIJN
Mevrouw Leenschat van Bodegraven zit aan tafel
En onder de bureaulamp leest zij een brief van de
Zoveelste nieuwe gemeentesecretaris aan haar gericht
Het gemeentebestuur heeft gemeend
Nu mevrouw Leenschat van Bodegraven vervroegd
Is uitgetreden mevrouw Leenschat van Bodegraven
Ter harer afscheid een feestelijke receptie aan te bieden
En wel vrijdag aanstaande om drie uur in de middag
Nadat mevrouw Leenschat van Bodegraven de laatste
Regel gelezen heeft valt haar mond open van verbazing
En onmiddellijk schopt ze haar schoenen van fijne suède
Die toch wat knellen uit
Dan staat mevrouw Leenschat van Bodegraven op
Loopt naar de platenspeler en even later luistert
Mevrouw Leenschat van Bodegraven met een milde
Maar ook ietwat licht sardonische glimlach naar
Jesu Bleibet Meine Freude door haar geliefde Dinu
Lipatti
Goed zegt mevrouw Leenschat van Bodegraven tot zichzelf
Terwijl zij aanstalten maakt een kleine joint te draaien
Zo wenst onze burgervader zich er dus van af te maken
En een flits van machteloze woede trekt door mevrouw
Leenschat van Bodegraven heen
Mevrouw Leenschat van Bodegraven staat nogmaals op
En begeeft zich naar de keuken om zich een Batavia-Arak
In te schenken en even daar te blijven staan
Zo pak jij dit soort zaken altijd aan en glad heel glad ben je
Een gladjakker ben je jawel een gladjakker
En licht vilein lispelt mevrouw Leenschat van Bodegraven
Bovengenoemde woorden zachtjes voor zich uit
Ik zal er zijn
Mooi Kees, verhaal begrepen, hopende dat de betrokkene het ook begrijpt…